19
Werken aan het
mestprobleem
Aandeel van ammoniak in
zure regen
Landbouwgronden
In deze aflevering van het
maandblad is een drietal
artikelen opgenomen die
betrekking hebben op de
milieuproblematiek. Het
maandblad, dat hierdoor
op bescheiden wijze in
het teken van het milieu
staat, wil er mede aan
bijdragen het zicht op de
problematiek scherp te
krijgen.
Het beeld van een voort
gaande groei in de agrari
sche sector is verstoord:
het milieu stelt haar gren
zen. Daarmee wordt deze
sector geconfronteerd met
problemen waar niet op ge
rekend was. Dat vereist het
leren leven met een nieuwe
situatie en vooral het zoe
ken van oplossingen daar
voor. Het land blijkt de
steeds toenemende hoe
veelheid mest niet aan te
kunnen. Er gaat een nadeli
ge werking van uit op de
grond, op de lucht, op het
water. Een werking die ze
ker funest zal zijn, niet in
de laatste plaats voor de
agrariër, tenzij er maatre
gelen getroffen worden. De
Interimwet is het teken aan
de wand. Groei waarop ge
rekend was, lijkt op een 'tot
hier en niet verder' te stui
ten. Met name in de inten
sieve veehouderij zullen
andere perspectieven ge
zocht moeten worden. Het
vinden van die perspectie
ven en het op een accepta
bele manier terugdringen
van het mestoverschot zal
een kostbare aangelegen
heid zijn en een verdere
aanslag op de verkrappen-
de budgetten in de agrari
sche sector kunnen bete
kenen.
Het is echter een veel bre
der dan alleen agrarisch
probleem. De verzuring van
ons milieu komt niet alleen
op conto van de agrarische
sector, alhoewel haar bij
drage relatief herkenbaar
is. Ook de industrie, het
verkeer en de energiebe
drijven hebben enorm bij
gedragen aan het bereiken
van de grenzen van het mi
lieu. Het is een collectief
probleem, een uitvloeisel
van doorgemaakte ontwik
keling, waarvan de vruch
ten elke dag geplukt wor
den. Nu er sprake is van een
bijzonder wrange vrucht,
kan eigenlijk de rekening
niet éénzijdig gepresen
teerd worden.
Het besef is alom, en zeker
in agrarische kring, aanwe
zig dat er wat gedaan moet
worden. Beslissingen om
trent wat, hoe en wanneer
liggen, zoals het in een de
mocratie betaamt, uitein
delijk bij de politiek. Veel
voorwerk is en wordt, al
dan niet in opdracht van de
overheid, verricht door tal
van organisaties, instan
ties, bedrijven, samenwer
kingsverbanden en com
missies, die op enigerlei
wijze met de problematiek
bezig zijn. Al doende tracht
men te komen tot verant
woorde besluitvorming en,
voor partijen, aanvaardbare
oplossingen.
We noemen de Stuurgroep
Mestproblematiek Noord-
Brabant met als deelne
mers de Provincie Noord-
Brabant, het Ministerie van
Landbouw en Visserij en de
landbouworganisaties, in
clusief de Rabobank. Deze
Stuurgroep heeft op basis
van een analyse van huidi
ge situatie een actiepan op
gesteld, zowel gericht op
onderzoek en ontwikkeling
als op uitvoering. De kosten
van dit miljoenenproject
worden voor de helft ge
dragen door rijk en provin
cie, de andere helft is door
de overige participanten,
onder wie de Rabobank,
bijeengebracht. We noe
men de Stichting Verwer
king Organische Stoffen
(VOS) die, ten behoeve van
het zojuist genoemde pro
ject, opdrachten uitvoert.
Thans wordt door de Stich
ting VOS met name ge
werkt aan de opzet van een
proeffabriek voor de schei
ding en vergisting van
mest. De Rabobank is, ge
koppeld aan haar financiële
ondersteuning, tevens tot
de Raad van Bedrijven van
deze Stichting toegetre
den.
De bijdrage die de Rabo
bank op deze wijze levert
aan het vinden van oplos
singen voor het mestpro
bleem, moet bezien wor
den in het licht van haar be
trokkenheid bij de agrari
sche sector. Deze betrok
kenheid mag niet slechts
beschouwd worden als
voortkomend uit een louter
financiële belangenver
strengeling in de tegen
woordige tijd, maar moet
teruggevoerd worden op
de gemeenschappelijke
achtergrond waaruit zowel
de agrarische sector als de
coöperatieve Rabobankor-
ganisatie zich ontwikkeld
hebben. Ten aanzien van
het mestprobleem is nu de
hoop gevestigd op de des
kundigen die werken aan
bruikbare oplossingen en
op de overheid waar het
acceptabele maatregelen
betreft.
zigheid van water ontstaat hieruit zwavel
zuur en ammonium. Door de reeds aange
haalde overheersende zuurwerking van
zwavelzuur ten opzichte van ammonium,
zal de bodem hierdoor per saldo zuurder
worden, vooral wanneer ook het ammo
nium in de bodem door bacteriën wordt
omgezet in salpeterzuur. In de landbouw is
ammoniumsulfaat echter geen vreemde
stof. In de jaren dertig is dit de belangrijk
ste stikstofkunstmest geweest. Vanwege
de sterke zuurwerking is men toen over
gestapt op ammoniumnitraat (nitraat is
een minder sterkzuurelement dan sulfaat).
Later heeft men er kalk aan toegevoegd. De
aldus ontstane kalkammonsalpeter is nu
de belangrijkste stikstofkunstmest in de
landbouw.
Het aandeel van ammoniak in zure regen
kan op verschillende wijzen worden bere
kend. Zonder nader op deze materie in te
gaan kan men stellen dat de berekening op
de zogenaamde equivalent-basis de juiste
benadering is van het aandeel van de diver
se stoffen in zure regen. Het aandeel van
ammoniak bedraagt dan 35 procent
(zwaveldioxide: 46 procent en stikstof
oxiden: 19 procent). Hierbij moet echter
worden opgemerkt, dat ammoniak niet een
zuur-versterkende, maar een zuur-neutra-
liserende werking heeft en pas verzurend
gaat werken, wanneer in de bodem een
omzetting in nitraten heeft plaatsgevon
den. In zwak zure, neutrale en basische
gronden verloopt de omzetting vrij snel tot
snel. In zure bosgronden verloopt de om
zetting traag tot in 't geheel niet, daar de
nitrificerende bacteriën in een te zuur mi
lieu doodgaan. Overigens bestaat in krin
gen van ter zake deskundigen over de nitri
ficatie enig verschil van mening. Nader on
derzoek op dit gebied wordt gedaan om
uitsluitsel over deze materie te krijgen.
De neerslag van ammoniak op landbouw
gronden betekent in feite een gratis extra
aanvoer van stikstofmeststoffen uit de
lucht. Berekeningen hebben aangetoond
dat de hoeveelheid stikstof die via zure re
gen neerkomt op landbouwgronden, een
waarde vertegenwoordigt van f 70,- ge
middeld per ha. Ter compensatie van de
zuurwerking is ruwweg bijna f 20,- per ha
aan kalk nodig, zodat de boer aan de zure
regen als het ware f 50,- per hectare over
houdt, althans wat stikstof betreft.