Coöperatie van boven af.
of van onderen op
Taak voor SSR
sector er niet alleen op gericht om de voed
selvoorziening veilig te stellen, maar ook
om de ontvolking van het platteland tegen
te gaan. Deze ontvolking is een gigantisch
maatschappelijk vraagstuk. Een land als
Peru bijvoorbeeld, 32 x zo groot als Neder
land, heeft 16 miljoen inwoners. Hiervan
wonen er 10 miljoen in de agglomeratie
Lima. Dit aantal betekent een verdubbeling
ten opzichte van 1 0 jaar geleden. En deze
aanwas vanaf het platteland gaat nog
steeds door. Men moet het met eigen ogen
gezien hebben hoe mensen, komend van
uit het binnenland, zich rond de stad groe
peren om, als het moment daar is, zich
massaal als zwaluwen te nestelen tegen de
steile, kale en dorre hellingen van de ber-
I gen die Lima omringen. Hun rietmat is de
eerste jaren hun woning. Dat het in dat deel
van Peru zelden regent is letterlijk en fi-
guurlijk een schrale troost.
Wie daar 'woont' heeft inderdaad niets
meer te verliezen. Maar ook het ande
re uiterste tref je er aan. Het is juist die
j tegenstelling tussen arm en rijk die de
gewenste stabiliteit voor een krachtige
ontwikkeling belemmert.
Deze tegenstelling doet denken aan de si
tuatie in West-Europa tegen het eind van
de vorige eeuw. Het zal daarom geen toe
val zijn, dat speciaal de Rabobank werd ge
vraagd haar historische achtergrond en
ontwikkeling uiteen te zetten en haar erva
ringen weer te geven met een decentraal
opererende landbouwkredietorganisatie.
De decentralisatie werd ook behandeld
door twee sprekers uit Peru. Uit hun uit
eenzetting, evenals overigens ook uit de
reacties op de inleiding omtrent het func
tioneren van de Rabobankorganisatie, kan
worden geconcludeerd dat decentralisatie
zeer in de belangstelling staat. Het is
evenwel de vraag of de plannen die de
Peruanen in gedachten hebben een echte
decentralisatie inhouden.
Het wekte meer de indruk, dat het in feite
een pogen is om regionaal management
meer bevoegdheden te geven binnen het
keurslijf van een sterk aan de nationale
overheid opgehangen bankinstelling. En
dat kun je geen echte coöperatieve decen
tralisatie, waaraan de noodzakelijke leden
betrokkenheid ten grondslag ligt, noemen:
met kennis van zaken en beslissingsver
antwoordelijkheid ter plaatse.
De COLAC, de confederatie van Latijns-
amerikaanse spaar- en kredietinstellin
gen stimuleert een coöperatieve werkwijze
die wel aan deze basisvoorwaarden vol
doet. De COLAC verenigt echte krediet
coöperaties die werkzaam zijn op het plat
teland in Latijns-Amerika. Die coöperaties
zijn in grote lijnen op dezelfde wijze bezig
als onze landbouwkredietinstellingen rond
de eeuwwisseling en werken inderdaad
'van onderen op'. Middelen worden uit de
plaatselijke gemeenschap gegenereerd en
weer uitgezet. Zulke banken zijn ook te
vergelijken met de Credit Unions in de Ver
enigde Staten en Canada. De COLAC om
vat ruim 2000 van deze instellingen, met
meer dan 2 miljoen leden. De betekenis
van de COLAC is evenwel, gezien haar be
scheiden financiële omvang, nog gering.
Wellicht ligt ook hier een taak voor de
Schrille contrasten: woonsituaties van
we/geste/den boven en van voormalige
plattelandsbewoners als de nieuwe
'stedelingenonder.
Stichting Steun door Rabobanken, die
overigens al verschillende jaren contacten
heeft met de COLAC. De stichting kan via
zo'n instelling daadwerkelijk en gericht bij
dragen aan de ontwikkeling van het platte
land in die gebieden. Bijvoorbeeld door
een praktijkgericht opleidings- en trai
ningsprogramma te steunen. Waar er nog
zoveel ellende in de wereld is, kunnen wij
het vanuit onze positie immers niet laten
afweten.