Conferentie in een impressie Min of meer gelijktijdig met de start van de 4e Internationale Cursus voor Landbouwkrediet in het voorjaar 1985 werd in Lima (Peru) een driedaagse conferentie gehouden over de agrarische structuur politiek en het financieringsbeleid in de agrarische sector. Deze conferentie was georganiseerd door ALIDE, de vereniging van financieringsinstellingen die zich bezighouden met de ontwikkeling van de landbouw in de Latijns- amerikaanse landen. Vijftien landen uit Midden- en Zuid-Amerika namen eraan deel. Van de gastsprekers op deze conferentie waren er vier afkomstig uit Westeuropese landen en één uit de Verenigde Staten. Daartoe behoorde ir. C. de Bekker, die op dit congres de Rabobank vertegen woordigde. In dit artikel geeft hij een impressie van zijn ervaringen die hij opdeed tijdens zijn verblijf aldaar. Naast enkele hoofd punten van de conferentie geeft hij ook enige persoonlijke indrukken weer. Ontvolking en verpaupering Ir. C. J. M. de Bekker Branchemanagement en Algemene Zaken Bedrijven et onderwerp van het congres in Lima kwam neer op de vraag, hoe de wijze van kredietverle ning in samenhang met het landbouwbeleid van de over heid kan bijdragen tot de ont wikkeling van de agrarische sector. Daarbij kwamen uiter aard allerlei deelonderwerpen aan de orde, zoals het probleem van de grondeigen dom, regionale verschillen, prijspolitiek, verwerking en afzet, en im- en export. Ook in de economische en dus ook in de agrari sche sector sterk centraal worden aange pakt, waarbij de overheid vaak ook als fi nancier optreedt door middel van de eigen Nationale Bank of via speciale ontwikke lingsbanken, waarop de overheid grote in vloed heeft. Men spreekt dan ook van financieringspro gramma's. Deze hebben tot doel door aangepaste condities de gewenste ontwik kelingen in bepaalde gebieden of sectoren te bewerkstelligen. Dit betekent, dat door de financieringsbronnen, financierings mogelijkheden en -condities, kredietbe- heer, voorlichting en ten slotte de beteke nis van een gedecentraliseerd krediet apparaat zijn uitvoerig belicht. Kortom, een veelheid van onderwerpen kwam aan de orde, alle nauw met elkaar verband houdend. Wat het voor de deelne mers interessant - maar ook complex - maakte, was dat de landen die deelnamen aan het congres gelegen zijn op een uit gestrekt continent en dat er dus een grote verscheidenheid was in achtergrond. Een verscheidenheid die bepaald wordt door historische, politieke, sociaal-maatschap pelijke en economische ontwikkelingen. Vanuit deze verschillende omstandighe den wordt gepoogd de agrarische sector een wezenlijke plaats te geven in de econo mische bedrijvigheid van elk van deze lan den. Een probleem is evenwel de instabili teit van deze economieën, zoals deze o.a. tot uitdrukking komt in het inflatieniveau. Een inflatiepercentage van 100 procent kan als bescheiden worden aangemerkt. Enkele landen zitten zelfs al boven 2000 procent op jaarbasis. Dit is er mede de oor zaak van dat de gewenste ontwikkelingen Kleinschalige afzet: zelf de produkten aan de man brengen. de financiering, inclusief de daarin vervatte subsidies, agrarische structuurpolitiek wordt bedreven. Evenwel, en dat werd ook tijdens het congres naar voren gebracht, schuilt hierin het gevaar dat uitsluitend de overheid het landbouwbeleid bepaalt. Een andere consequentie is - en dat realiseert men zich in deze landen terdege - dat een dergelijke aanpak niet stimuleert tot het in vesteren met eigen middelen. Ook het terugbetalen van de geleende gelden aan het collectief - i.c. de overheid - laat nogal eens te wensen over. De mogelijkheid be staat bovendien dat goedkope leningen voor andere doeleinden worden aange wend dan waarvoor ze bestemd zijn. Mede ter vergroting van de controle daarop, wordt gepleit voor een meer gedecentrali seerde aanpak op coöperatieve basis. Overigens is het beleid voor de agrarische

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 15