Netwerk Giraal geld Koppelingsprobleem Weinig profijt De consument Een proef op de som behulp van pasjes, zijn ook nadelen ver bonden. Wanneer een consument onvol doende saldo heeft om de betaling te ver richten, wordt er geen fiat voor betaling gegeven. De aankoop kan dan niet worden gedaan. Dit zou wel eens nadelig kunnen werken voor de relatie consument/bank, maar vooral voor de relatie consument/ winkelier. Een ander nadeel is dat het nau welijks mogelijk is een rekening te blokke ren. In Nederland wordt momenteel alleen ge bruik gemaakt van de magneetstrippas. Dit is een van de elementen van het elektro nisch betalingsverkeer. Andere elementen zoals bankcomputers, kassaterminals en terminals bij zakelijke gebruikers, zijn in voldoende mate aanwezig of verkrijgbaar. Bovendien heeft de PTT binnen het be staande telefoonnet een openbaar netwerk ontwikkeld, dat geschikt is voor digitale gegevensoverdracht tussen computers (Datanet 1Kortom, het elektronisch beta lingsverkeer in Nederland zou van de grond kunnen komen. Wat zijn nu de oorzaken die deze ontwik keling zo matig en traag doen verlopen? Voornaamste oorzaak is dat Nederland, in tegenstelling tot andere Europese landen, een goed georganiseerd giraal betalings systeem heeft. De behoefte aan nieuwe betaalvormen is daardoor niet groot. De vervanging van het chartale (contante) geld door het girale (niet-contante) geld heeft al aan het eind van de jaren zestig plaatsgevonden, toen op grote schaal het loonzakje werd vervangen door de salaris rekening bij bank of postgiro. Op de sala risrekeningen zijn gegarandeerde betaal middelen (cheques) geënt. Een tweede oorzaak is van technische aard. Consumenten en ondernemers zijn aangesloten bij verschillende banken of de postgiro. De banken zijn voor hun verbin ding aangewezen op de bankgirocentrale, direct of niet-direct (on-line of off-line). De postgiro heeft geen directe verbinding met de bankgirocentrale. Er functioneren twee afzonderlijke communicatiecircuits. Hier door ontstaan koppelingsproblemen wan neer er geld moet worden overgemaakt van giro naar bank of omgekeerd. Van bank naar bank (ongeacht welke) of van giro naar giro levert geen problemen op. Een derde oorzaak is het kostenaspect. Het elektronisch betalingsverkeer kan zich al leen goed ontwikkelen wanneer de consu ment daar in ruime mate gebruik van kan maken. Dit betekent dat veel detaillisten in het bezit moeten zijn van de daarvoor be nodigde apparatuur. Dit brengt investerin gen (en kosten) met zich mee, die de on dernemer alleen dan zal doen, wanneer daar voldoende profijt tegenover staat. Dit is slechts voor een relatief gering aantal ondernemingen het geval, bijvoorbeeld: Vanwege het kostenaspect zal vooral de kleinere ondernemer niet direct geïnteres seerd zijn in elektronisch betalen. Momen teel heeft 50 procent van de kleinere on dernemers de beschikking over zeer een voudige kassa's. De mogelijkheid van elek tronisch betalen zal door deze onderne mers voorlopig niet worden geïntrodu ceerd. De detailhandel in Nederland wordt getypeerd door kleinschaligheid. Van de circa 130 000 winkels zijn er zo'n 100 000 zelfstandig. Deze ondernemers zijn ge steld op persoonlijk contact met de klant. Dit contact wordt in de meeste bran ches belangrijker gevonden dan tijdwinst bij het afrekenen. Tevens geldt dat onder nemers in het algemeen niet bereid zijn te investeren in apparatuur waarvan de ac ceptatie en het gebruik door de consument nog moet worden aangetoond. De vierde oorzaak is de belangenstrijd tus sen de financiële instellingen, de consu mentenorganisaties, de overheid, de leve ranciers van de apparatuur en de detail handel. Belangen kunnen dan worden ver taald in verantwoordelijkheden voor de pri vacy- en beveiligingsaspecten en voor de kosten daarvan. Benzinepompen kunnen na invoering van elektronisch betalen dag en nacht ge opend zijn. Bovendien wordt het grote pro bleem van geldbeveil/ging gereduceerd. Ondernemingen met geavanceerde kas sasystemen hebben goede aansluitmoge lijkheden van apparaten die magneetstrip- kaarten kunnen aflezen. De meeste tijd bij de kassa's is nodig voor de feitelijke betaling. Bij elektronische be taling kan er per klant meer dan 1 minuut tijdwinst worden geboekt in vergelijking tot betaling met gegarandeerde betaal middelen. Hierdoor kunnen kassa's en daarmee personeel worden bespaard. Dit geldt uiteraard alleen voor ondernemingen waar meerdere kassa's aanwezig zijn zoals warenhuizen en supermarkten. Grotere supermarkten kunnen bovendien voordelen behalen, door in combinatie met scanning informatie te verzamelen voor een optimale beheersing van de geld- en goederenstroom. Eind 1984 was ruim 80 procent van de artikelen uit de levensmid delenbranche voorzien van de Uniforme Artikel Codering (streepjescode). Met be hulp van scanningapparatuur wordt bij het afrekenen van deze streepjescode gebruik gemaakt. Als vijfde en laatste oorzaak kan het huidi ge betalingsgedrag van de consument worden genoemd. In 1983 werd naar schatting 90-95% van het aantal trans acties in de detailhandel chartaal betaald. De rest werd met cheques betaald. Wan neer ervan uit wordt gegaan dat elektro nisch betalen in eerste instantie dezelfde voordelen oplevert als cheques en eenzelf de penetratiegraad zal bereiken, is de con clusie duidelijk. Eind 1 985 zal er in de regio's Eindhoven en Tilburg een proef van start gaan bij 84 ben zinestations waar dan elektronisch kan worden betaald. Door allerlei technische oorzaken is deze proef ruim een half jaar uitgesteld. Inmiddels is Mobil Oil gestart met een systeem dat aan vrachtwagen chauffeurs de mogelijkheid biedt bij een aantal pompen elektronisch te betalen. Om hier gebruik van te maken is een speciale Mobil-pas nodig. Momenteel wordt gewerkt aan de ontwik keling en de introductie van een uniforme pas ten behoeve van het elektronische be talingsverkeer. De banken en de postgiro geven ieder een eigen pas uit, die overal en in alle apparatuur te gebruiken zal zijn. Er moet rekening mee worden gehouden Vervolg op pagina 20

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 14