Waar gaan we dan naartoe met de landbouwpolitiek Naar een nieuwe GA 77"- ronde Sojabonen aanvullende rechten of heffingen mogen instellen - slechts als een tijdelijke maatre gel bedoeld was. Het variabele heffingssy steem van de EG is daarentegen één van de pijlers van het markt- en prijsbeleid voor bijna alle zogenaamde marktordenings- produkten. Het is dan ook niet te ver wachten dat de EG deze in ruil voor ophef fing van de Amerikaanse uitzonderingspo sitie (de 'waiver') zou willen afschaffen. Kaas Graan Suiker dit beleid is dat voor een overname van een quotum een prijs betaald moet worden die circa 4000 Canadese dollar of ruim f 10 500 per koe bedraagt terwijl de Cana dese melkprijs 60 procent boven de EG- melkprijs ligt. Een boer die een quotum van 50 koeien wil overnemen moet alleen hiervoor zo'n half miljoen gulden op tafel leggen. Het behoeft geen verder betoog dat de concurrentiekracht van de Canade se zuivelsector zodoende wel voltooid ver leden tijd is. De EG kan zich als grootste zuivelexporteur van de wereld zo'n ontwik keling van de veehouderij niet permitteren. In Europa kunnen wij globaal twee wegen bewandelen. We laten de ontwikkeling op ons afkomen en trachten daarbij zoveel mogelijk de boot af te houden of wij spelen actief in op de ontwikkeling en trachten daarbij onze positie ten minste te consoli deren. Dit laatste is natuurlijk gemakkelij ker gezegd dan gedaan. Elke aanpassing vergt namelijk slachtoffers. Er zal dus pijn geleden worden. De keuze die we thans moeten maken is derhalve niet tussen goed of slecht maar tussen slecht en min der slecht. Door de vergaande internatio nalisatie van de agrarische handel in de af gelopen decennia is de positie van onze landbouw niet alleen afhankelijk van wat wij in de komende jaren in Europa zullen doen maar ook van wat er in Amerika en el ders zal gebeuren. De drie grote handelsblokken - Noord- Amerika, Japan en de EG hebben inmid dels de intentie uitgesproken om volgend jaar nieuwe onderhandelingen te openen over de verdere vrijmaking van de wereld handel. De voorbereiding voor zo'n ronde is aan de gang. Overeenstemming moet worden bereikt over onder meer de doel stellingen van een nieuwe ronde, de voor waarden, de deelnemers en het tijdsche ma. Binnen de EG liggen de standpunten niet steeds op één lijn. Vooral Frankrijk stelt zich zeer kritisch op, terwijl de noor delijk gelegen lidstaten zich in het alge meen meer openstellen vooreen liberalise ring van de handel. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat het exportrestitutiesysteem van de EG zwaar onder druk zal komen te staan. Ook de po sitie van Japan, dat met zijn staatshandel in agrarische produkten de invoer sterk af schermt, zal een belangrijk doelwit vor men. Diverse vooraanstaande landbouw- vertegenwoordigers van de VS hebben verklaard dat de VS best bereid zijn hun uitzonderingspositie op importgebipd in de GATT op te geven in ruil voor een ophef fing van het systeem van variabele invoer heffing van de EG. Dit zou echter voor de EG niet acceptabel zijn, aangezien de 'landbouw-waiver' - rond 1 955 verkregen ontheffing op bepaalde GATT-verplichtin- gen waardoor de VS de invoer van bepaal de landbouwprodukten zoals zuivelpro- dukten en suiker mogen contingenteren of Een andere opening voor de onderhande ling ligt in het maken van afspraken op het gebied van granen en zuivel. Granen zijn namelijk van meer importantie voor de VS dan zuivel, terwijl dit voor de EG juist an dersom ligt. Het subsidie-element in de export van agrarische produkten blijft een teer punt in de onderhandelingen. Volgens de GATT- reglementen is het verboden om export subsidies te geven welke tot gevolg heb ben dat de prijzen aanmerkelijk lager zijn dan die van andere leveranciers op dezelf de markt of om deze te geven om een markt te veroveren. Denkbaar is dat de subsidies die verstrekt worden door de overheid tot een zekere minimum wordt beperkt, maar dan nog is er geen garantie dat de agrarische exporten vrij van subsi die elementen zullen blijven. Zo wordt in het geval van de EG-suiker de exportsubsi die voor een groot deel door de telers zelf gedragen en zijn er omvangrijke Ameri kaanse graanexporten onder het naam plaatje van voedselhulp (zachte leningen, exportgarantie-faciliteiten etc.). Het wordt tijd dat deze Amerikaanse exporten ter dis cussie worden gesteld en nadere spelre gels in een nieuw handelsverdrag worden vastgelegd. Feit is dat er gewerkt moet worden aan een systeem waarbij de negatieve effecten van het bestaande landbouwbeleid van een aantal landen in de wereld, dat als doel heeft een stabiele markt te creëren, minder op het buitenland worden afgewenteld. Op den duur zal de wal immers het schip keren en daar heeft geen enkel land baat bij. Dit kan voorkomen worden wanneer het land bouwbeleid van alle betreffende landen meer op de markt wordt afgestemd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 11