Bankresultaten
bevredigend
Rabobank garantiefonds
Accentuering coöperatief
karakter
Vervolg van pagina 3
derom aanzienlijke extra bedragen aan de
VAR moeten worden toegevoegd.
Daarom is het te betreuren dat in bankkrin-
gen meer en meer de gewoonte ontstaat
om voor kredieten en leningen renten te
hanteren die uitgaan van interbancaire ta
rieven vermeerderd met een beperkte op
slag. Zij liggen daarmee beduidend onder
de gebruikelijke percentages gebaseerd
op het promessedisconto en de kapitaal
marktrente.
Wij hebben er begrip voor dat op deze
wijze de cliënt tegemoet gekomen wordt,
maar wijzen erop dat deze tarievenhante-
ring tot scheve verhoudingen aanleiding
moet geven. Het zal er onvermijdelijk toe
leiden, dat marginaal bankieren verder om
zich heen grijpt. Het is bedenkelijk indien
de onderlinge concurrentie de logische
bancaire uitgangspunten uit het oog ver
liest die gebaseerd zijn op een onderscheid
tussen interbancaire tarieven en de tarie
ven die gelden voor de financiering van
cliënten.
In de afgelopen tijd hebben de meeste
banken informatie publiek gemaakt over
de gang van zaken van hun bedrijf in 1 984.
Zo op het eerste gezicht was er alle reden
tot tevredenheid. Wanneer we ons beper
ken tot de vier grote banken - ABN, Amro
Bank, NMB en onze organisatie - dan con
stateren we immers een groei van de net
towinst, die varieert van ruim 4 procent tot
zelfs meer dan 20 procent.
Aangezien een ongerechtvaardigd opti
misme natuurlijk moet worden vermeden,
menen wij dat een enkele kanttekening op
zijn plaats is. In de financiële pers zijn in dit
verband vooral de lagere toevoeging aan
de voorziening algemene risico's en de ge
ringere afdrachten aan de fiscus terecht
nogal breed uitgemeten, leder van de grote
banken doteerde f 25 miljoen minder aan
de stroppenpot. Deze daling was een ge
volg van de afgenomen debiteurenverlie-
zen in het binnenlandse bedrijf: een hoop
gevende ontwikkeling. De dotaties uit
hoofde van de landenrisico's moesten ech
ter worden verhoogd. Bovendien moet
worden bedacht dat vooralsnog belangrij
ke bedragen nodig zullen zijn om de VAR
weer op een normaal niveau terug te bren
gen en aldus het schokabsorberend ver
mogen van de banken (verder) te herstel
len. Wat de belastingverplichting betreft
moet worden opgemerkt, dat tal van facto
ren op het te betalen bedrag van invloed
zijn. De verlaging van het vennootschaps
belastingtarief in ons land heeft in ieder
geval haar uitwerking op de maatschappe
lijke contributie van de banken niet gemist.
Naast deze twee kanttekeningen willen wij
wijzen op de ontwikkeling van het bruto-
resultaat. De drie grote algemene banken
moesten vorig jaar zonder uitzondering
genoegen nemen met een lagere bruto
winst dan in 1983, terwijl de stijging bij
onze organisatie slechts fractioneel was en
alleen betrekking had op het eerste half
jaar. Het brutoresultaat is het saldo van
baten en lasten. Welnu, de lasten vertoon
den een tamelijkgematigdetoeneming. De
verklaring voor de povere ontwikkeling van
de brutowinst moet dan ook voornamelijk
in het beloop van de baten worden ge
zocht. Deze post gaf een uiterst beschei
den toename te zien en bij één van de vier
grote banken zelfs een daling. De provisie
inkomsten bleven zich evenwel voorspoe
dig ontwikkelen. Dit kan zeker niet worden
gesteld met betrekking tot de belangrijkste
inkomstenbron van de banken, de rente
winst. De rentemarge, dat wil zeggen het
verschil tussen de tarieven die de banken
op hun uitzettingen in rekening brengen en
de rente die zij vergoeden op de aan hen
toevertrouwde middelen, stond duidelijk
onder druk. Bovendien kon de stijging van
het kredietvolume deze daling van de ren
temarge vaak niet compenseren. Vandaar
de toch wel enigszins teleurstellende ont
wikkeling van de rentewinst. Wij houden
voor de komende tijd rekening met een
aanhoudende druk op de rentemarge, ter
wijl naar onze inschatting het kredietvolu
me niet spectaculair zal groeien.
Als we de bankresultaten over 1 984 in het
licht van het voorgaande bezien, staan we
niet echt te juichen. Ofte wel: 1984 is niet
onbevredigend verlopen, maar zeker niet
zo goed als een vluchtige blik op de netto
winstcijfers ons zou doen geloven.
Tijdens de laatste Centrale Kringvergade
ring is uitvoerig stilgestaan bij de introduc
tie van een Rabobank Garantiefonds, de
derde maatregel in het kader van het bena
drukken van ons coöperatief karakter. Dit
Rabobank Garantiefonds is bestemd voor
leden-ondernemers die een levensvatbare
bedrijfsactiviteit willen starten, maar die
als gevolg van de gangbare bancaire voor
waarden niet voor een financiering in aan
merking kunnen komen. Op deze wijze ho
pen wij de bedrijvigheid verder te stimule
ren. De steun mag overigens niet leiden tot
concurrentievervalsing. Mede daarom zal
het rentetarief dat in rekening wordt ge
bracht geen subsidie-elementen bevatten.
De exacte richtlijnen en voorwaarden van
het fonds worden momenteel nader uitge
werkt, waarna het Garantiefonds naar ver
wachting rond de komende zomer zal kun
nen worden geïntroduceerd.
De Stichting Garantiefonds Rabobanken,
zoals de officiële naam zal luiden, zal ga
ranties verlenen voor achtergestelde lenin
gen die door de plaatselijke Rabobanken
worden verstrekt. Aan de hand van nader
vast te stellen criteria en limieten zullen
met name ondernemers uit het midden- en
kleinbedrijf en de agrarische sector hier
voor in aanmerking kunnen komen. Vast
staat al wel dat ondernemers waarvoor de
ze regeling geldt, eerst de garantiemoge
lijkheden moeten benutten die de overheid
biedt. De achtergestelde lening zal worden
verstrekt door de lokale Rabobank nadat
de aanvraag door een regionale beoorde
lingscommissie is beoordeeld en goedge
keurd.
Mocht de lening door de ondernemer uit
eindelijk niet geheel kunnen worden afge
lost en er is aan alle voorwaarden voldaan,
dan zal het lid kwijtschelding van de res
tantlening kunnen krijgen. De lokale bank
kan dit tekort dan verhalen op de Stichting
Garantiefonds Rabobanken.
Dat de Rabobank zich volop bezighoudt
met de vraag inzake de betekenis en in
houd van haar coöperatief karakter, mag
bekend zijn. Hierover is - niet alleen in
eigen kring - al veel geschreven en ge
praat, zonder dat concrete beslissingen in
dit kader door ons breed zijn uitgedragen.
Daarvoor was ook nog geen aanleiding
omdat, de Rabobank eigen, de voorkeur
uitging naar een grondig intern overleg
over de mogelijkheden en onmogelijkhe
den van een verdergaande accentuering
van ons coöperatief karakter. Thans heeft