De buitenlandse schakel
Op het vaderlandse erf nemen de
I Rabobanken en hun organisatie een
aparte plaats in. Dat heeft alles te
maken met ons coöperatief zijn. Door doel
stelling, structuur en karakter onderschei
den wij ons van het overige bankwezen. De
intensieve wijze waarop we ons momenteel
met het onderwerp 'Coöperatief bankleren
bezighouden wijst er al op, dat het ons hier
bij om veel meer gaat dan om een tactisch
vernisje. Het is een zaak, die het wezenlijke
van onze banken raakt.
Werkt dat ook door in onze buitenlandse
activiteiten? In principe is dat natuurlijk het
geval. Je verliest je eigen aard niet door de
grens van het eigen erf over te steken. Wel
wordt op buitenlands terrein het onder
scheid met andere banken al gauw wat min
der scherp dan in eigen land. Het gaat dan
immers altijd slechts om een deel van onze
bancaire activiteiten en die moeten vanzelf
sprekend afgestemd zijn op de gebruiken en
technieken van het internationale bankie
ren. Het verband tussen het 'aparte' op na
tionaal terrein en de wijze waarop wij ons in
ons buitenlands bedrijf manifesteren, komt
dan ook veel beter tot uiting a/s we kijken
naar de achtergronden en beleidsmotieven
die daarbij een rol spelen. Die zijn namelijk
rechtstreeks terug te voeren op de ontwikke
lingen die de Rabobanken zelf op eigen erf
hebben vertoond.
De huidige situatie geeft een mooie aanlei
ding over dit thema iets te schrijven. Want
het mag waar zijn dat alle Rabobanken in
Nederland geboren en getogen zijn, dat ze
alle daar hun 'werkgebied' vinden, hun or
ganisatie roert zich door middel van haar
centrale bank, dus in toenemende mate ook
Rabobank Nederland, buiten de nationale
grenzen. De vestiging van kantoren in New