Tegenstrijdige
beleidsdoelstellingen
aandeel' van de wereldmarkt wordt nage
streefd, hetgeen tot voor kort werd geïn
terpreteerd als zijnde 16 procent van de
wereldmarkt. Toen in november 1984 de
export-restitutieregeling voor granen, van
wege de sterke koersstijging van de dollar,
buiten werking trad, stelde de EG boven
dien dat ingeval van ongesubsidieerde
graanexporten het Gatt-akkoord niet van
toepassing is en dus gestreefd mag wor
den naar een marktaandeel van méér dan
1 6 procent. De EG meent eveneens dat een
beperking van de graanexporten vereist,
dat elders compensatie wordt geboden,
bijvoorbeeld ten aanzien van de uitvoer van
staal en buizen naar de Verenigde Staten.
Sinds de Tokio-ronde zijn de Europese
agrarische exporten sterk gestegen, terwijl
de Amerikaanse uitvoer stagneerde; een
doorn in Amerikaanse ogen. Om deze re
den stellen de Amerikanen nu op tamelijk
hoogdravende wijze dat de Gemeenschap
door oneerlijke handelspraktijken haar
marktaandeel uitbreidt en markten 'steelt'
van traditionele exporteurs als Canada,
Australië en, in het bijzonder, de Verenigde
Staten. Het GATT is overigens nog steeds
niet overtuigd van de juistheid van deze
beschuldiging. Feit is echter wel, dat on
danks de hoge dollarkoers in 1 984 nog al
tijd ruim een derde deel 4,6 miljard)
van de Europese landbouwuitgaven werd
uitgetrokken voor uitvoersubsidies. De
Verenigde Staten besteedden in 1 984 nog
'slechts' 600 miljoen aan exportrestitu
ties, maar nagenoeg zeker is dat dit bedrag
in de toekomst aanzienlijk zal stijgen, om
dat de Verenigde Staten streven naar de
organisatie van een effectief exportbeleid
in het kader van de onlangs bij het Congres
ingediende voorstellen voor een nieuwe
landbouwwet voor de jaren 1 985-2000.
Statistieken suggereren dat het huidige
wereldwijde systeem van importbeperkin
gen, exportsubsidies, regulering en prijs
maatregelen de wereldlandbouw aanzien
lijke schade toebrengt. Zowel de wereld-
produktie van als de internationale handel
in industrieprodukten is sinds 1973 10
procent meer gegroeid dan die in agrari
sche produkten. Bovendien heeft het be
staande systeem tot gevolg dat ongeveer
60 procent van de mondiale agrarische ex
porten wordt verzorgd door hoogontwik
kelde industrielanden en dat ontwikke
lingslanden worden belemmerd bij de pro-
duktie van commerciële agrarische goede
ren. Volgens het international Food Poli-
cy Research Institute zou halvering van de
huidige tariefbarrières in de industrielan
den leiden tot extra agrarische exporten
door ontwikkelingslanden, met een waar
de van ruim 5 miljard per jaar.
De conflicten tussen Europa en de Ver
enigde Staten zijn hardnekkig, omdat aan
beide zijden van de Atlantische Oceaan
verschillende opvattingen bestaan over
wat als wenselijk landbouwbeleid moet
worden beschouwd. Meer dan ooit zijn de
Verenigde Staten ervan overtuigd dat hun
gunstige produktie-omstandigheden uit
nodigen tot liberalisatie van de landbouw-
produktie, daarbij in toenemende mate ge
steund door Canada en Japan. De Euro
peanen daarentegen voelen niets voor vol
ledig vrije mededinging en wijzen op de in
het kader van het GATT gemaakte afspra
ken met de Verenigde Staten over de legi
timiteit van het Gemeenschappelijke Land
bouwbeleid.
De Amerikanen bedienen zich plotsklaps
van het argument, dat zij niet wensen mee
te werken aan de' verdeling van de wereld
markt volgens huns inziens oude koloniale
patronen en beklemtonen dat de overeen
komst met de EG niets zegt over ongesub
sidieerde exporten. Hun favoriete formule,
tot uiting gebracht in de jongste land-
bouw-wetsvoorstellen, is landbouwher
vorming, areaalbeperking, kostendaling,
produktiviteitsverhoging en uitvoerbevor-
dering, met zo weinig mogelijk gronden
voor buitenlandse beschuldigingen van
oneerlijke handelsmaatregelen. Produktie-
Hoogontwikkelde industrielanden nemen
circa 60 procent van de mondiale
agrarische exporten voor hun rekening.