Wensen De vergelijking met de Rabobank V 9 Oorzaken Grote belangstelling Belangrijk signaal Eén ding stond bij de meeste cursisten voorop. Landbouwcoöperaties én de Rabobank zijn beide van groot belang voor de boeren en tuinders. Men is zeer over tuigd van de noodzaak van de 'boeren hand' in coöperatieve ondernemingen. Van een afnemende coöperatieve gezind heid is beslist geen sprake. Dat neemt ech ter niet weg dat er op onderdelen wel wen sen bestaan en dat er ook kritiek wordt geuit. Wensen leven er vooral op het terrein van de service en de voorlichting. De boer van nu is steeds afhankelijker geworden van de techniek, van toeleveranciers en van af nemers. Dat maakt hem zeer gevoelig voor een goede service en voor gerichte infor matie. Helaas hoor je op dit soort dagen nogal eens voorbeelden van een gebrekki ge service die boeren hindert bij hun eigen bedrijfsvoering (ongunstige openingstij den, wachttijden en dergelijke). Aan de an dere kant wordt vrij algemeen erkend dat de voorlichting door coöperaties aanzien lijk is verbeterd. Zo zelfs, dat de hoeveel heid papier die de boer dagelijks van alle kanten ontvangt hem bijna boven het hoofd groeit. Gelukkig lijkt de computer daar in de toekomst oplossingen voor te bieden. Schaalvergroting en de ledeninspraak zijn onderwerpen die in boerenkring kritisch worden gevolgd. Duidelijk erkent men dat schaalvergroting vaak nodig is om econo mische voordelen op te leveren. Maar toch heerst bij velen het onbehaaglijke gevoel dat daardoor alles minder goed te overzien is. Ondanks de vele pogingen van vooral de grote coöperaties om de groeiende af stand tussen het lid en zijn coöperatie te overbruggen, is dit terrein van een blijven de prioriteit voor het bestuur en de directie van coöperaties. Boeren stellen het per soonlijke contact met 'hun mensen' zeer op prijs en hoe arbeidsintensief dit ook is, men mag dit niet verwaarlozen. De cursis ten hadden overigens de indruk dat dit aspect bij besturen en directies momenteel goed wordt beseft. Bij een vergelijking tussen de coöperatieve Rabobank en de gespecialiseerde land bouwcoöperatie is het van belang eerst vast te stellen wat in algemene zin typisch coöperatief is. Twee elementen zijn daarbij bepalend: de doelstelling en de ledenzeg genschap. De doelstelling van een landbouwcoöpera tie is het tot zo hoog mogelijke waarde brengen van de produkten van de leden respectievelijk het leveren van passende produkten en diensten tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Een soortgelijke doelstelling geldt ook voor de Rabobank. Ook de Rabobank heeft tot doel het leveren van passende (financiële) diensten tegen L. W. Lageweg Voorlichting en Externe Betrekkingen f zo gunstig mogelijke voorwaarden. Voor beide is winst niet meer dan een middel om dat doel ook in de toekomst te kunnen blij ven nastreven. Het enige verschil met een gespecialiseerde landbouwcoöperatie is dat de Rabobank ook - en zelfs vele - niet- agrariërs als lid heeft. Maar voor de doel stelling op zich maakt dat niet uit. De ledenzeggenschap is bij de gespeciali seerde landbouwcoöperatie en bij de Rabobank in principe op dezelfde wijze ge regeld. Beide kennen een algemene verga dering die een bestuur en een raad van toe zicht kiest. Maar beide kennen ook de ge volgen van de schaalvergroting en de toe genomen complexiteit waardoor vele indi viduele leden zich gevoelsmatig niet meer zo sterk bij hun coöperatie betrokken voe len. Terwijl echter de meeste landbouw coöperaties vele tientallen procenten, soms wel meer dan 50 procent, van hun leden op de ledenvergadering zien, zijn de ze percentages bij de lokale Rabobank helaas een uitzondering. Hoewel in principe de mogelijkheden voor ledenzeggenschap dus gelijk zijn, is de ledenbetrokkenheid bij veel lokale Rabo- banken vaak een stuk lager. De geringere ledenbetrokkenheid werd door de deelnemers aan de cursus Coöpe ratiekennis op verschillende manieren ver klaard. Algemeen klonk het argument dat leden van de Rabobank nauwelijks voorde len hebben boven niet-leden, terwijl dit bij landbouwcoöperaties zeer gebruikelijk is. Ook was bij velen onduidelijk wie er nu wel lid van de Rabobank is en wie niet. Sommi gen waren verbaasd toen men hoorde dat van de 880 000 leden van de 942 lokale Rabobanken ongeveertwee derde particu lier lid is. De rest is ondernemers-lid, ver deeld over de agrarische en niet-agrari- sche sector. Ook stond het de cursisten niet altijd duidelijk voor ogen hoe men lid kan worden. Daarnaast was er kritiek op het feit dat men niet altijd een persoonlijke uitnodiging voor de ledenvergadering ont vangt. Slechts een advertentie in de krant vindt men in feite onvoldoende. Het was bepaald verheugend om te con stateren dat ondanks de kritische kant tekeningen de belangstelling voor méér in formatie over zowel het coöperatieve karakter als de diensten van de Rabobank bijzonder groot is. In dat verband werd po sitief gesproken over een initiatief van het Instituut voor Landbouwcoöperatie om in het werkgebied van het Rabobank-regio- kantoor in Groningen een serie zogenaam de jongerencontactdagen op te zetten. De ze dagen met als titel 'Kennis maken met het coöperatieve bankbedrijf staan voor negen plaatsen in de provincies Drenthe en Groningen gepland. De eerste bijeenkomsten zijn inmiddels gehouden en genoten een zeer goede be langstelling. Een initiatief, dat navolging verdient. De lokale zelfstandigheid van de Rabobanken biedt daarvoor volop moge lijkheden, zoals ook uit verschillende initia tieven elders in het land blijkt. De ervaringen met de deelnemers aan de cursus mogen we als een belangrijk sig naal beschouwen. 'De genegenheid voor de Rabobank' is er nog steeds, ook bij jon geren. Maar de betrokkenheid zoals die er vroeger was is bij velen verdwenen. Veel meer is thans sprake van een 'verstands huwelijk', een soort rationele verhouding tussen het lid en zijn coöperatieve bank. Natuurlijk kan dat een uitstekende basis zijn voor een prima langjarige verbintenis. Het algemeen positieve oordeel over de diensten van de Rabobank getuigt daar ook van. Maar wie houdt er niet van wat warmte in zijn relaties? 'Een avondje uit' kan daar al een belangrijke bijdrage aan leveren. Het is aan de lokale Rabobank om de leden daarvoor uit te nodigen. Via infor matie, goede adviezen en openheid kan een eigentijdse betrokkenheid worden op geroepen. Ik ben er zeker van dat dit vele leden zeer zal aanspreken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 12