agboek van 7? kassier Nederlands model 34 daarmee grote moeite. Zij spelen de bal terug naar de mi nisters van Landbouw. Deze moeten een beleid ontwikke len dat niet tot gevolg heeft dat de lasten van meer pro- duktie door Brussel gedragen moeten worden. Andriessen wil dit beleid samen met het landbouwbedrijfsleven ont wikkelen, er in ieder geval in april over praten met het be drijfsleven. Hamvraag is dan wel of vage gedachten over een inspirerend beleid kunnen worden omgezet in prakti sche maatregelen voor boeren en tuinders. Voor de ge loofwaardigheid van de Europese Gemeenschap is dat wel nodig nu prijsverlaging, produktiebeperking en openbre ken van gasprijscontracten Brusselse praktijk lijken te worden voor de Nederlandse agrarische producent. Alle goede zaken van de Europese Gemeenschap dreigen er door naar de achtergrond gedrukt te worden. Misschien hebben we ons ook wel te veel voorgesteld van de Europe se Gemeenschap. Vrede en open grenzen zijn al unieke omstandigheden, waard om gekoesterd te worden. Het extra daarboven zal vooral van eigen inspanning moeten komen. ondernemers. De overheid zorgde voor goede voorzienin gen voor scholen en cursussen, een onafhankelijke voor lichtingsdienst en vernieuwend onderzoek. Bij de over heidssteun bij de financiering ligt de nadruk op borgstel ling en niet op renteverlichting. Waar nodig worden tijde lijk stimulansen gegeven om iets van de grond te brengen, zoals nu met de automatiseringsontwikkeling of de oplos sing van de mestproblematiek. Het bedrijfsleven moet zelf echter het initiatief nemen. Daarbij spelen de landbouwor ganisaties en coöperaties een belangrijke rol. Deze aanpak zou model kunnen staan voor de Europese Gemeenschap. Vooral voor de landen met achterstand zouden hierbij Gemeenschapsgelden ingezet kunnen worden. Van de rijkere landen mag verwacht worden dat ze zelf hun landbouwbeleidsinstrumenten, voorlichting, scholing, enzovoort, in stand houden en financieren. Genoeg inspiratie dus voor Landbouwcommissaris An driessen. In het Nederlandse landbouwstructuurbeleid is altijd veel waarde toegekend aan het eigen initiatief van agrarische Door een stevige griep nauwelijks tot enige communicatie van betekenis in staat, heb ik ervaren dat thuisbankieren slechts in zijn passieve vorm kan worden bedreven. Beslis kunde wordt namelijk een zeer zwak vak bij meer dan 39 graden lichaamstemperatuur en dus gaf ik me na wat te genstribbelen van de zijde van plicht en geweten moeiteloos over aan het ziekzijn. De tweede dag ontdekte ik reeds dat radio nog steeds be staat en nu maar liefst over vijf netten heerst, waar in mijn jonge jaren om met de zanger te spreken Hilversum drie nog niet bestond. Een eindeloze optocht van top en tob program ma 's is de afgelopen dagen aan me voorbijgetrokken. Van elke mode in muziek, iedere al of niet bedrukte dan wel ver drukte minderheid en kwalen van velerlei aard, die solitair dan wel in groepsgesprek werden uitgediept, ben ik weer geheel en al op de hoogte. Wel dient gezegd dat ik hiermee niet heb voldaan aan de eis van de ziektewet dat ik alles moet nalaten wat het herstel in de weg staat, want vrolijker word je er niet van. Maar gelukkig was er ook nog televisie en schakelend van zender naar zender leefde ik mee met alles tussen de eerste schooltelevisie en het allerlaatste nieuwsbulletin. Het episch centrum van mijn lichamelijk lijden bevond zich tussen een tweetal ongekende evenementen. Allereerst was daar het carnaval, dat zich in klaterende kleuren aan mijn voeteneinde afspeelde. Een feest waarover ik de staf niet zal breken, want op onze jaarlijkse uitgangsdag met het personeel is het immers ook wel voorgekomen dat we in de bus terug spontaan in een lied zijn uitgebarsten. Maar toch schijn je daar geboren of tenminste getogen te moeten zijn om je er echt in te kunnen onderdompelen. Verbazingwekkend was het echter om te horen en te zien hoe, toen de muziek van de zuidelijke harmonieën nauwe lijks was verwaaid, de welbekende klanken van boerenka- pellen opnieuw opklonken en ditmaal uit noordelijke stre ken. En zoals 's-Hertogenbosch ineens Oeteldonk heet op zulke dagen, zo veranderde Leeuwarden voor mijn ogen in een carnavalesk Ljouwerd. De stoet was er langer dan in welke zuidelijke stad ook, de variatie in kostuums en hoofddeksels had wat groter kunnen zijn, maar voor de rest waren alle in grediënten aanwezig. Een bepaald ogenblik dacht ik zelfs dat de heer Sipkema zo door het dolle zou raken dat hij met het welbekende handgebaar de gehele Frieslandhal in een donderdend Ataaf zou hebben doen losbarsten, doch hij wist zich met enige inspanning te beheersen. En zo volgde ik in mijn warme, veilige en droge bedje dank zij onze moderne techniek de lopende, rijdende, vliegende, krassende en plassende strijders van de Elfstedentocht. Ik onderging de dramatiek en de heroïek, zoals een verslagge ver dat noemde, met het ontspannen gevoel van de buiten staander die lekker niet hoeft. Dat ik toch wat verhoging kreeg vanmiddag heeft niets te maken met de spanning van de eindsprint tussen Van Benthem en zijn drie mederijders en ook niet met de beelden uit de Frieslandhal, maar alles met een telefoontje van Utrecht, waar of mijn bijdrage bleef. Dus wankelde ik met de bibberbenen van een schaatser die al tot Franeker is gevorderd naar de kast om een bloknoot te zoeken en het bovenstaande op te schrijven. En wie zegt dat dit alles weinig te maken heeft met mijn bancaire besognes, geef ik groot gelijk. Maar beide door mij gevolgde gebeurte nissen gaven me het idee dat de mensen het onder mekaar toch best redelijk goed en gezellig kunnen hebben. Deze positieve levensvisie zal ongetwijfeld wel zijn afge zwakt tegen de tijd dat u dit leest. Ik zit dan weer op de bank en werk me manmoedig - pardon mensmoedig - door de berg papieren heen. Een lange tocht met oneindig veel kluunwerk. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 38