it onze historie
Eerste Algemene
Vergadering
Bankiereneen moeilijk vak
Genoeglijk samenzijn
naast uit een nederzetting de Hanzestad
Kampen zich ontwikkelde tot een stad van
belang, gaf toegang tot vele waterwegen
die het ontbreken van goede landwegen
vergoedden. Zeevaart en rivierhandel
maakten Kampen rijk; een waardig lid
van de Hanze, een verbond van grote han
delscentra waaraan ook ettelijke Neder
landse steden deel hadden. Er is, op een
rustige wandeling, ook nu nog veel
schoons te zien met herinneringen aan
vroegere rijkdom. De stad is ook nu nog
'bewegelijk', levendig en vriendelijk, waar
in wel niet een economische faculteit is te
vinden maar wel theologische hogescho
len van de gereformeerde kerken.
Bij de toegang van de Lange Brugge vindt
men de stadsherberg, waarvan de oor
sprong teruggaat tot 1659 toen aan mr.
Elias de Mulder, een steenhouwer, vergun
ning werd verleend om een 'dwaers huys
aen deser stadmuyre buyten de Visch-
poorte te bouwen'. In 1 945 werden de IJs-
selbrug en de stadsherberg totaal vernield.
De brug werd vernieuwd, de stadsherberg
werd herbouwd en gerenoveerd. Het is
daar goed toeven. In deze, nog altijd be
langrijke, stad die indertijd onder de vele
nijverheden ook nog wereldbekende siga
ren produceerde, werd de Eerste Algemee-
ne Vergadering van de Boerenleenbank op
maandag 27 september 1915 belegd in
De Moriaan, onder voorzitterschap van
den heer Bosch uit Heerde. De notulen
daarvan zijn evenmin als de vele daarna
volgende niet doorspekt met 'Kamper
Uien'; ze zijn nogal droogzakelijk en van de
rondvraag werd zelden of nooit gebruik
gemaakt. Op deze vergadering werden tot
Bestuursleden benoemd de heren J. van
't Oever (voorzitter), J. Sleurink, A. Kragt,
K. de Velde Harsenhorst en B. Schilder (se
cretaris), en tot leden van den raad van
toezicht, de heren Brune, R. van Nunspeet
en A. van Raalte. J. van Ravenhorst werd
de eerste kassier. A. Kragt stond al spoedig
zijn plaats af aan W. A. van Werve Lz. en
kassier ontving naast een gering salaris
ook nog f 25,- als huur voor het kantoor.
Reeds op 15 maart 1916 kwam een ver
zoek binnen van de Coöperatieve Zuivelfa
briek De IJssel te Kampen tot het verkrij
gen van een lening van vijftigduizend gul
den. Niet bepaald een gering bedrag. 'Daar
de Boerenleenbank slechts een crediet bij
de Centrale Bank te Utrecht bezit van
f 10 000,-, zoo zijn wij voor toestemming
van die leening verplicht een nieuwe cre-
dietaanvrage tot de Centrale Bank te rich
ten.' Voorzitter en kassier moesten maar
eens gaan spreken met de H. H. Directeu
ren der Centrale Bank om die zaak naderte
bespreken.
Men moest het vak nog leren. Op 20 juli
werden de leden bijeengeroepen in de zaal
van den heer Notrot, omdat was gebleken
dat de Aan- en Verkoopvereeniging de
Toekomst op niet juiste wijze gelden be
trok van de Boerenleenbank. Dat moet im-
Kassier Ravenshorst werd per 1 mei 1 925
opgevolgd door kassier Van der Glas,
wiens salaris werd vastgesteld op f 350,-
plus f 100,- voor schoonhouden van het
kantoor met vuur en licht plusf 50,- als te
gemoetkoming voor de te stellen waar
borgsom van f 4500,-. Hij werd daardoor
niet rijk want voor huur van de woning
moest hij f 250,- betalen. Hij zal wel een
belangrijke functie naast zijn kassierschap
hebben gehad.
In maart 1 925 bestond de bank al tien ja
ren. Daarom stelde de voorzitter voor om
na de vergadering nog een ogenblik ge
noeglijk zamen te blijven in de zaal van De
Moriaan. Voordat dit gebeurde stelde het
lid Van Putten voor, om de uren te bepalen
waarop kassier kantoor moest houden en
vroeg het lid Westra waarom zegels ge
plakt moeten worden bij inbrengen en
mers geschieden door het toestaan van
crediet onder borgstelling?
De voorzitter van De Toekomst meende, op
22 maart 1917, dat een deel van de rente
die de Bank van de Toekomst ontving, best
terugbetaald zou mogen worden aan zijn
vereniging. De leden besloten dat het Be
stuur daarover dan maar moest beslissen.
Moeilijk, want enkele maanden daarna was
daaraan nog geen gevolg gegeven. De
Kamper Boerenleenbank vergaderde met
54 leden opnieuw op 6 februari 1919. Het
bestuur kreeg de opdracht om een ge
schikte woning met kantoor aan te kopen
voor de kassier, die nu al een salaris van
f 250,- per jaar kreeg. De leden werden
gerustgesteld met de mededeling dat het
kantoormeubilair eigendom van de bank
was en zou blijven.
uithalen van gelden. Kassier 'verdedigde
het zegelrecht'. (Dit volkomen onlogische
en onzinnige zegelplakken is thans vele
jaren geleden afgeschaft.) Het meerge
noemde lid Westra kwam in 1 928 met de
vraag of het niet raadzaam zou zijn om de
bank ook te belasten met de in- en verkoop
van effecten en het verzilveren van cou
pons. Dit werd door de voorzitter echter
niet raadzaam geacht. Waarom niet werd
niet genotuleerd, helaas.
De openingsrede op de ledenvergadering
van februari 1930 was volkomen in mi
neur. De prijzen van landbouwprodukten
waren gekelderd. Voederartikelen, vooral
hooi dat in de omgeving van Kampen een
belangrijk produkt was, vertoonden een
overproduktie. 'Zoo zien wij dat alles sinds
Mli'tniH I
Di's de olderwetse Kamper steur,
Zien belle klingelt, eur maar, eur
(Veur Kamper gek giet de and're deur)
Oe of ie iet Klaos, Albert, Piet det weet ik niet,
Maar wèl et is gien domme man die, nou en dan,
'n Keer veur gek ies speulen kan.
'n Elder eufd, 'n vroolik arte,
Gezondheid veule, weinig smarte
In 't ni-j-je jaor, dèt wenst oe, eur,
Oe welbekende Kamper steur.