'Veel bereikt in opvoeren
kwaliteit'
Jansen Schoonhoven over
vijf jaar regionalisatie:
de kennis bij de mensen die op de centrale
overigens van overtuigd dat de lokale diffe
rentiatie op voldoende wijze door de plaat
selijke banken zelf wordt aangebracht. Een
regionaal goedkeuringsapparaat is daar
voor niet nodig.
Een van de doelstellingen van de regio
nalisatie in 1979 was een verbetering in
de communicatie tussen de centrale
bank en de aangesloten banken. Is deze
doelstelling bereikt?
'Ik denk dat die verbetering redelijk tot
goed gelukt is. De contacten tussen de re
giodirecties, de adviseurs en de plaatselij
ke banken zijn heel intensief. Daardoor is
bank werken over wat er op de aangesloten
banken gebeurt, aanmerkelijk vergroot.
Maar ook het omgekeerde is het geval. De
lokale banken zijn in de afgelopen jaren in
steeds sterkere mate de adjunct-regiodi-
Op één punt kunnen wij niet meegaan. Dat
is de wens die men nog wel eens van aan
gesloten banken hoort om de regiodirec
ties fiatteringsbevoegdheid te geven voor
kredietaanvragen. Ik sluit niet uit dat dat
ooit zal gebeuren, maar nu niet. Het belang
van een harmonieus en gezamenlijk finan
cieringsbeleid weegt voor ons momenteel
zwaarder dan de mogelijkheid om regiona
le differentiatie toe te passen. Ik ben er
Maar daar komt nog iets bij. Ook uit doel-
steeds verder kunnen worden verruimd en
de plaatselijke autonomie meer reële in
houd krijgt. Die ontwikkeling zien wij zich
de laatste jaren in toenemende mate vol
trekken.'
Eén van de argumenten voor de regiona
lisatie was indertijd het argument dat
hiermee de slagvaardigheid van de cen
trale bank en daardoor die van de aange
sloten banken en de totale Rabobankor-
ganisatie zou worden vergroot. Wat is
hiervan terecht gekomen?
'Veel. We hebben de verhoging van die
slagvaardigheid gezocht - en gevonden -
recteuren en de adviseurs in de regio gaan
beschouwen als vraagbaak, als een eerste
stap om gerezen moeilijkheden op te los
sen. Plaatselijke banken en centrale bank
zijn dichter bij elkaar komen te staan.
Ze kennen elkaar weer, veelal van aange
zicht tot aangezicht. Het in de jaren zeven
tig voortgeschreden vervreemdingsproces
is gekeerd.
Natuurlijk blijven er altijd wensen over. Dat
is duidelijk gebleken uit de resultaten van
een enquête, die we in het kader van het
OTW-project bij voorzitters en directeuren
van ongeveer honderd aangesloten ban
ken hebben gehouden. De uitspraken die
gedaan zijn hebben voor ons soms zeer
verhelderend gewerkt. We nemen ze dan
ook ter harte.
Een van de veel gehoorde opmerkingen is,
dat de aangesloten banken graag zouden
zien dat de regiodirecteuren meer be
voegdheden krijgen. In beginsel staan wij
daar niet negatief tegenover. Op verschil
lende gebieden lijkt het mij mogelijk de
bevoegdheden van de regiodirecties op te
trekken of te verruimen.
matigheidsoverwegingen zou het niet
goed zijn om fiatteringsbevoegdheden in
de regio te leggen. Het centrale goedkeu
ringsapparaat werkt snel en efficiënt. Door
gebruikmaking van standaardrapportage-
formulieren is alles zo gestroomlijnd en
gerationaliseerd dat er geen reden tot kla
gen is over de snelheid van werken. Per ke
rende post kan bij wijze van spreken de
goedkeuring afkomen. Het argument dat ik
wel eens hoor, dat delegatie van fiatte
ringsbevoegdheid van financieringsaan-
vragen naar de regio tijdwinst zou beteke
nen, gaat geenszins op. Integendeel, ik
denk dat er vertragingseffecten zouden
optreden. De grote financieringen zullen
toch altijd goedkeuring blijven behoeven
van het centrale fiatteringsapparaat. Dat
betekent dat er een driedeling in fiatte
ringsbevoegdheden zou komen.
Ik wil hieraan nog wel een opmerking
toevoegen. Het doel van de begeleiding en
ondersteuning van het centrale apparaat
is het opvoeren van de kwaliteit van het
functioneren van de aangesloten banken -
daarbij inbegrepen het kredietapparaat -,
zodanig dat de eigen lokale bevoegdheden
in onder andere het toekennen van bepaal
de bevoegdheden aan de regiokantoren.
Zo staat de regiodirecteur in tegenstelling
tot de vroegere districtsdirecteur recht
streeks onder de hoofddirectie. Daardoor
zijn intern de communicatielijnen een stuk
korter geworden. Verder is de slagvaardig
heid ook vergroot door het plaatsen van
adviseurs in de regio's. Hiermee is bewerk
stelligd dat de banken snel advies kunnen
krijgen van mensen die zowel ter zake kun
dig zijn, als op de hoogte zijn van de plaat
selijke situatie.
Slagvaardig opereren betekent echter niet
alleen snel handelen, maar ook goed - in
de zin van kwalitatief goed - handelen.
Ook in dit opzicht meen ik dat er de afgelo
pen jaren enorm veel is verbeterd. De
gehele centrale bank, die toch als onder
steunend apparaat voor de aangesloten
banken in het leven is geroepen is gericht
op het opvoeren van de kwaliteit van de
bancaire dienstverlening van de aangeslo
ten banken. Ik zeg wel eens gekscherend
dat het doel van een regiofunctionaris is,
zijn eigen functie overbodig te maken, om-