3. vertrouwen is gebaseerd op integri teit van personen, gezond bancair be leid en een organisatiestructuur met gemeenschappelijk weerstandsver mogen in technische zin 4. het opstarten van spaaractiviteiten dwingt tot zorgvuldig beleid en beheer en is daarmee de basis voor een gezond landbouwkredietwezen. Een werkgroep had die conclusies uitgewerkt tot een fasenplan en dat werd de basis van een door de APRACA aangenomen algemeen beleids plan. Het is dan ook voor de SSR een goede besteding geweest, dat zij de kosten van die werkgroep grotendeels heeft gedekt, maar veel belangrijker nog was dat de APRACA van onze voorbeeldwerking heeft kunnen gebruik maken. Het werkt inspirerend te weten dat je eigen conclusies vroeger al elders - bij die Rabo- banken in het verre Nederland!-metsucces in de praktijk zijn gebracht. Dat heeft de SSR ook al in Afrika en Zuid-Amerika gemerkt. In ieder geval, de APRACA reageerde en thousiast op de nieuwe aanpak van Quino- nes. Men wil graag wat verdere financiële steun van Nederland, maar wil vooral dat de Rabobank via de SSR blijft meedenken bij de verdere uitwerking van hun, naar eigen zeggen 'innoverende'plannen. Een paar dagen nadat ik die zilveren plak gezien had, ontmoette ik Henk Adams. Een Rabocollega, die al twee jaar aan een project voor coöperatief platte landskrediet werkt op West-Java. Adams is daarvoor 'uitgeleend' door Rabobank Ne derland via de SSR. Weer de vraag: waar om? Eigenlijk zou ik het beste Adams zelf aan het woord kunnen laten door uitvoerig te citeren uit de zeer interessante en boeiend geschreven rondzendbrieven, die hij zijn be kenden toestuurde. Welnu, Adams was vroeger directeur van de Rabobank Putten: hij kent de coöperatieve bankpraktijk én de coöperatieve verenigingspraktijk. Zo'n man kan het Rabovoorbeeld doorgeven op Java, waar men een aantal jaren geleden op dorps- en provinciaal niveau de coöperatie ve activiteiten tot ontplooiing wilde brengen. Een project, dat de steun kreeg van onze minister voor ontwikkelingssamenwerking. Indonesië is natuurlijk heel anders dan Ne derland, maar het trof mij, dat Adams bij die beginnende dessacoöperaties vaak voor dezelfde problemen kwam te staan als be kend zijn uit de begintijd van onze Raboban- ken. Het is pionierswerk, zegt Adams, van het zelfde soort als Terugblikker nog wel eens opdiept als hij in ons blad duikt in het verleden van een van onze banken. Reserve vorming? Grote discussies, men wit er niet aan, wit liever de winst maar meteen verde len. Niet geringe moeite kostte het ook om een evenwicht tussen plaatselijk en centraal belang aanvaard te krijgen. Zo 'n evenwicht moest er daar op West-Java komen. Met zijn eigen Raboschema in het achterhoofd is Adams aan het werk gegaan en heeft, aangepast aan de Indonesische verhoudingen, een structuur voor een plat telandskredietwezen op Java ontworpen en al ten dele tot uitvoering gebracht. De dessa coöperaties vormen de basis, overkoepeld door de provinciale coöperatie, die op haar beurt weer deel uitmaakt van de nationale coöperatieve bankstructuur. Dat staat alle maal in het afsluitende rapport dat Adams vorig jaar aan het Indonesische Departe ment voor Coöperatie heeft uitgebracht. Eer het zover was had Adams, en ook zijn Wa- geningse voorganger Mol, al het nodige 'veldwerk' verricht. Er moesten statuten en reglementen komen voor de dessacoöpera ties en van de grond af moest een admini stratie- en controlesysteem worden opge zet. Ik vermoed, dat daar heel wat Rabo-er- varing in is verwerkt. Ook omdat twee Indo nesische medewerkers van Adams vong jaar enige tijd in ons land door Rabobank Nederland zijn bijgeschoold. Door dat alles is er nu een goede aanzet voor de coöpera tieve kredietverlening op West-Java. Deze is losgemaakt van de andere activiteiten van bestaande 'handels'coöperaties (een pro bleem dat ook uit onze eigen Rabogeschie- denis niet onbekend is), terwijl tegelijkertijd de eigen middelenwerving, het sparen, niet (meer) wordt vergeten. Drie coöperatieve beginselen staan voorop: zelfwerkzaam heid, aansprakelijkheid in gelijke delen voor verliezen en de netto winst gebruiken om de financiële positie te versterken. 'Overtollig' geld deponeren de dessa 's bij het provincia le kantoor, dat hun liquiditeit bewaakt, de 'inspectie' verricht en ook de opleiding ver zorgt. Boven het provinciale niveau is er dan nog de BUKOPIN, de Indonesische Coöpera tieve Bank. Bekende geluiden voor onze oren, zelfs al weten we van het dessaleven of van de Indonesische financieel-maatschappelijke omstandigheden niets af. Ik heb groot res pect voor de wijze, waarop Adams zich daarmee vertrouwd heeft gemaakt ('je moet de taal spreken!') en er toe heeft bijgedragen naar eigen 'Puttens' en 'Utrechts' sjabloon een Indonesisch coöperatief agrarisch kre dietsysteem tot leven te brengen, dat zowel in de dessa's als op de overheidskantoren in Jakarta a/s zeer perspectiefvol wordt be schouwd. Toen minister Schoo van Ontwikke lingszaken vorig jaar december zich op Java ter plaatse oriënteerde, toon de zij zich enthousiast over dit door haar fi nancieel gesteunde project 'Coöperatief plattelandskrediet'. Spontaan wilde zij over wegen om ook een of meer van dergelij ke projecten in andere provincies op Java te ondersteunen. Dit zou goed aansluiten bij onze eigen voornemens. De SSR heeft al voorbereidingen in die richting gedaan, waarbij met name aan de provincie Jogja- karta wordt gedacht. Een dergelijk project zou, in de lijn van het vorige, uitstekend pas sen a/s een bestedingsobject voor (een deel) van de f 1 miljoen, die Rabobank Nederland bij de officiële opening van haar kantoor aan de Croeselaan aan de SSR heeft geschon ken. Verklapt mag al worden dat twee me dewerkers uit onze organisatie bereid ge vonden zijn hun kennis en ervaring net a/s Adams op Java ten dienste te stellen van de op- en uitbouw van een coöperatief krediet systeem op het Javaanse 'platteland'. Java, in oppervlakte viermaal Nederland, telt inclusief Madura, bijna 1 00 miljoen in woners. Heel Indonesië had er in 1984 162 miljoen (in 1980nog 'maar' 147,5miljoen). Er zal dus wel enorm veel moeten gebeuren voor zo'n kredietsysteem op grote schaal werkt. Maar het nu geplante stekje zou in de tropische groeisfeer wel eens krachtig wor tel kunnen gaan schieten! Dr. L. de Jong ver meldt in zijn publikaties over 'Nederland in oorlogstijd', in het eerste van de aan Indone sië gewijde delen, dat al in de vorige eeuw onder de 'inheemsen' belangstelling be stond voor het coöperatieve. Men reisde zelfs naar Denemarken om zich coöperatief te oriënteren. Helaas zijn de coöperaties toen om allerlei redenen niet van de grond gekomen, maar die belangstelling wijst er toch op dat de coöperatieve werkwijze de In donesiërs vanuit hun eigen achtergrond goed ligt. Merkwaardig, dat overal in ontwikkelings landen de aandrang aanwezig is om door zelfwerkzaamheid tot eigen coöperatieve kredietinstellingen te komen. Dat gaat vaak met vallen en opstaan, net zoals vroeger bij ons, maar er is bij velen enthousiasme zich voor zo'n kredietsysteem in te zetten. Omdat er behoefte aan is! Het is de enige manier om de 'plattelanders' tegen redelijke prijs aan krediet te helpen. In die situatie vervul len wij door onze voorbeeldfunctie en wat geldelijke steun met onze Rabobank Foun dation waarschijnlijk een belangrijker rol dan wij zelf geneigd zijn te denken. Reden te meer om er mee door te gaan! JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 5