Europese Gemeenschap situatie bij een bank op concernniveau, is dat een logische zaak. Toch is het hanteren van geconsolideerde gegevens internatio naal gezien geen vanzelfsprekendheid. In het herziene Concordaat is uitdrukkelijk de wenselijkheid van de toepassing van het consolidatiebeginsel opgenomen. Aldus kunnen leemten in het internationale ban- kentoezicht worden vermeden. Bij al de punten die in het Concordaat zijn uitgewerkt moet met nadruk worden ver meld, dat het geen richtlijnen betreffen, maar aanbevelingen voor wenselijke ge dragslijnen. Coljé wees erop dat in september jl. in Ro me de 'Third International Conference of Banking Supervisors' is gehouden. Alle daar aanwezige toezichthouders, afkom stig uit maar liefst 95 landen, onderschre ven de inhoud van het Concordaat. Een adequaat functioneren is in de praktijk slechts dan mogelijk, als er nauwe contac ten zijn tussen de toezichthouders. In Ro me is een duidelijke wens uitgesproken om meer inzicht te verwerven in het banken- toezicht in de diverse landen. Dit is dan ook gebeurt door elk land een lijst met stan daardvragen inzake het toezicht te laten beantwoorden, deze informatie centraal te verzamelen en vervolgens aan alle deelne mende landen de voor hen relevante gege vens ter beschikking te stellen. Het Concordaat moet naar de mening van Coljé als een belangrijke stap voorwaarts op weg naar een effectief internationaal bankentoezicht worden gezien. De volgen de stap moet volgens hem de geleidelijke opbouw van standaarden op basis van in ternationale overeenkomsten zijn, zoals de harmonisatie van het bankentoezicht in de Europese Gemeenschap. Tijdens de conferentie in Luxemburg werd door O. B. Henriksen, directeur-generaal Financiële Instellingen en Belastingen bij de Europese Commissie, uitvoerig inge gaan op de coördinatie van het bankentoe zicht in de Europese Gemeenschap. In de zogenaamde eerste bankenrichtlijn uit 1977 werd onder meer een definitie ge geven van een kredietinstelling. Ook wer den vergunningsvereisten voor de uitoefe ning van het bankbedrijf opgenomen zoals een voldoende bedrag aan eigen vermo gen alsmede tweehoofdige, deskundige en betrouwbare leiding. In de eerste ban kenrichtlijn werd ook bepaald, dat de ban ken in de lidstaten van de Europese Ge meenschap zogenaamde waarnemingsra- tio's moeten berekenen. Dit zijn verhou dingsgetallen voor solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit. Met betrekking tot de waarnemingsratio's bestaat samenwer king tussen de Europese Commissie en het 'Cooke-committee'. De banken rapporte ren met betrekking tot deze ratio's aan de in hun land gevestigde centrale bank, die op haar beurt de informatie doorsluist naar de Europese Gemeenschap. Aangezien de Denemarken België Zweden Finland iwtfiqjjjSSj

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 30