Weg der geleidelijkheid
leidt naar nieuw terrein van
'corporate finance'
Illustratief voor de ontplooiing van ons bankbedrijf in de laat
ste jaren, is dat ook de kredietverlening aan grote (niet-agrari-
sche) bedrijven een belangrijke plaats in onze activiteiten heeft
verworven. Typisch een taak die door Rabobank Nederland
binnen het geheel van de Rabobankorganisatie verzorgd dient
te worden. Historisch gezien mag dat voor ons een betrekkelijk
nieuw terrein zijn, de activiteit 'Grote Bedrijven' heeft inmid
dels terecht zijn vaste plaats in het bedrijf van Rabobank Ne
derland verworven. De naamsveranderingen van die activitei
ten, die de schrijver even noemt, laten al zien dat de aandacht
nu kort en krachtig op de grote bedrijven is gericht. De schrijver
geeft ons een blik op dit toch wel speciale terrein. Hij is sinds
1963 werkzaam in het bankwezen en deed gedurende een
viertal jaren ervaring op met de 'corporate finance' in Amerika.
De heer Pijper trad in 1980 in dienst van Rabobank Nederland.
Historie
Omzet vanaf 300 miljoen
gulden als maatstaf
Door Rabobank Nederland werd enige jaren geleden in een beleidsnota een aantal
uitgangspunten vastgelegd die bepalend waren voor de verdere uitbouw van haar
bancaire activiteiten. Twee van deze uitgangspunten zijn van bijzondere betekenis
voor het beleid ten aanzien van de niet-coöperatief gestructureerde cliënten.
Deze beleidspunten zijn:
Het bankbedrijf van Rabobank Nederland
is aanvullend ten aanzien van het bedrijf van
de aangesloten banken.
Het is, binnen randvoorwaarden, gericht
op een zo hoog mogelijke positieve bijdrage
aan de reserveringscapaciteit.
Het zijn met name deze twee beleidspun
ten waaraan het acquisitie- en uitzettin-
genbeleid van de activiteit 'Grote Bedrij
ven' als onderdeel van het directoraat Re
latiebeheer en Kredietverlening worden
getoetst.
Traditioneel bewogen de voormalige twee
centrales van het coöperatief georgani
seerde bankwezen zich nauwelijks op het
gebied van de kredietverlening aan grote
niet-agrarische bedrijven. Zeker, in het ka
dervan een verantwoord liquiditeitsbeheer
werden gelden voor langere of kortere pe
rioden 'belegd' bij grote niet-coöperatief
gestructureerde ondernemingen, doch van
relatiebeheer in de huidige betekenis van
het woord kon niet worden gesproken.
Echter, in de jaren na de fusie werd steeds
J. P. Pijper
Hoofd Grote Bedrijven
vaker door grote niet-agrarische bedrijven
een beroep gedaan op de middelen van de
Rabobankorganisatie ter financiering van
investeringen in voornamelijk vaste activa.
Voor deze bedrijven immers was onze or
ganisatie vanwege de beschikbaarheid van
langlopende middelen, een uiterst aan
trekkelijke geldgever.
De overige bankdiensten zoals het binnen-
en buitenlands betalingsverkeer bleef men
echter via de bestaande bankrelaties af
wikkelen. De frequentere contacten met
deze niet-traditionele 'cliënten' leidden in
het midden van de jaren zeventig tot de
formatie van een groep die belast werd
met de behandeling van de aanvragen en
financiering van deze cliënten.
Er werd ook een naam voor deze groep in
gevoerd en wel 'Grote Particuliere Bedrij
ven, Gezondheidszorg en Creditgelden',
getuigend van de veelzijdigheid van de
cliëntenkring. In een later stadium werden,
als gevolg van verdergaande specialisatie
en de frequente raakpunten met de activi
teiten van de aangesloten banken, de acti
viteiten op het gebied van de financiering
van de Gezondheidszorg afgesplitst en
verzelfstandigd, terwijl de activiteiten op
het gebied van Creditgelden werden over
gedragen aan het directoraat Geldbeheer.
Inmiddels is ook het woord 'Particuliere' uit
de naam verdwenen en presenteert de ac
tiviteit zich thans als 'Grote Bedrijven'.
De taak van 'Grote Bedrijven' is de verwe
zenlijking van de eerder genoemde be-