wacht ik voor de Rabobank in tal van op
zichten een goed jaar. Maar wat de winst
gevendheid betreft, gaan we 1 985 starten
met enkele minder gunstige punten.'
Formeel is de OTW-operatie alleen op
Rabobank Nederland gericht, maar ze
heeft in veel wijdere kring opvallende
aandacht getrokken. Is het beoogde re
sultaat bereikt?
'Ik ben zeer tevreden, maar als ik dat zeg
houd ik een slag om de arm, omdat er toch
nog heel wat moet worden ingevuld. Orga
nisatorisch hebben we de zaak rond, maar
op het punt van de efficiency moet er nog
wel het een en ander worden afgerond.
Mede omdat een aantal automatiserings
programma's nog moet worden voltooid,
zou ik zeggen dat we wat betreft het
efficiencyresultaat pas halverwege zijn.
Bij ons zijn door de OTW in totaal zo'n
1000 arbeidsplaatsen 'vrijgevallen'. Dat is
voor een deel opgevangen door open vaca
tures te schrappen. Voor een ander deel
zijn de betrokken medewerkers door mid
del van opleidingen en tussenprogram-
ma's naar andere stoelen verhuisd. Een
aantal medewerkers wacht momenteel
nog op hun definitieve plaats, mede in af
wachting van het effectief worden van au
tomatiseringsprogramma's, waar druk aan
gewerkt wordt.
Ik wil niet zeggen dat in elk individueel ge
val reeds een bevredigende oplossing ge
vonden is, maar wei dat we wat de overgro
te meerderheid van de betrokkenen be
treft, op een uitstekende manier met de
herplaatsing klaar zijn gekomen. De zaak is
dus nog niet helemaal rond en ik zou te ver
gaan als ik nu beweerde, dat de mensen al
overal precies op de pootjes terechtgeko
men zijn, waar we het graag hebben willen.
Maar bij dit alles is het opvallende dat we
dit proces gezamenlijk aangepakt en door
gemaakt hebben. Uitermate veel mede
werking en begrip is er hier van hoog tot
laag ondervonden, van ondernemingsraad
en van de direct betrokkenen. Dat was ook
voor mij een echt verrassende ervaring.'
De landbouwmaatregelen inzake de
melk en de mest zullen repercussies
hebben voor onze kredietverlening. Zul
len de gevolgen op langere termijn ge
zien meevallen?
'Naar mijn verwachting zal onze krediet
verlening aan de agrarische sector door die
maatregelen zo'n 30% in 1985 kunnen
teruglopen. Dat is niet gering! Ik geloof
echter in de mogelijkheid, dat beide maat
regelen op termijn gezien zullen kunnen
worden opgeheven. Maar of dit zal gebeu
ren, hangt helemaal af van het beleid dat
van nu af aan inzake de melk zal worden
gevoerd en of we in de eerstvolgende 3,4 a
5 jaar de goede technische oplossingen
voor het mestprobleem vinden.
Ik geloof daarnaast, dat de energie, die
boeren en tuinders evenals de agrarische
industrie en dienstverlening eigen is, zich
zeker voor een deel zal gaan richten op an
dere sectoren van land- en tuinbouw, waar
nog wel groeimogelijkheden zijn. Wat dat
betreft ben ik niet pessimistisch. De droog
legging van de Markerwaard zou mijn in
ziens een goed voorbeeld voor een op ver
dere groei gerichte ontwikkeling kunnen
zijn. Men beseffe goed dat daarvan een
zeer heilzame psychologische werking op
land- en tuinbouw zal kunnen uitgaan. Om
gekeerd, als besloten wordt niet tot droog
legging over te gaan, zal dat een extra te
genvaller zijn voor het perspectief van
land- en tuinbouw in dit land, ook tegen de
achtergrond van de in '84 genomen be
vriezende maatregelen.'
Wat is uw oordeel over die maatregelen
zelf, met name vanuit de achtergrond
van uw vroegere functies, waarin u me
de ons landbouwbeleid (in belangrijke
mate) gestalte hebt gegeven?
'Zonder op details in te gaan: ik vind zowel
de superheffing als de maatregelen Inzake
het mestprobleem afschuwelijk! Ze zijn
symptomen van een te laat en eigenlijk
slecht beleid in het verleden. Draconische
maatregelen, die niet nodig geweest wa
ren, indien men eerder aan de melkover
schotten en de geleidelijk groeiende mest
problematiek paal en perk gesteld had.
Maar dat gezegd zijnde, constateer ik ook
dat er nu voor beide problemen nauwelijks
nog een ander beleidsalternatief overge
bleven was. In zoverre kan ik er dan ook be
grip voor hebben dat deze maatregelen
zijn genomen.
In wezen dateren deze problemen al van
zo'n tien jaar terug. Maar vooral in de laat
ste 5 a 6 jaar is het misgegaan. Als de
EG in de jaren '81 en '82 de melkprijs met
zo'n 20 verhoogt, en ze komt in '83/'84
met voorstellen voor een superheffing,
dan worden er terecht vraagtekens ge
plaatst ten aanzien van het gevoerde be
leid. De wortels van een en ander liggen
wel dieper in het verleden, maar vooral
door wat er in de meer recente jaren
gedaan of nagelaten is zijn we nu in een si
tuatie terecht gekomen, waar praktisch
geen alternatieven meer aanwezig waren.
Die waren er wel geweest, als men tijdig de
ontwikkelingen had onderkend en deze
had aangepakt. Dan waren minder ver
gaande maatregelen nog mogelijk ge
weest. Die zijn uitgebleven, omdat, zoals
zo vaak, de politiek te laat reageert. Het ge
volg is dat men later, nu dus, veel dieper
moet insnijden. Vergelijk het maar met het
financieringstekort dat de overheid in ons
land jaren heeft laten oplopen. Tegen
woordig heeft de overgrote meerderheid
van de mensen er begrip voor dat je dat
door drastische maatregelen omlaag moet
brengen. Dat had eigenlijk al in het jaar
negentienhonderdzoveel moeten gebeu
ren, maar men heeft het laten lopen en hoe
langer je dat laat lopen, hoe erger het
wordt. Zo is het in wezen ook met de land
bouw gegaan!
Ik vrees, dat we straks hetzelfde zullen er
varen met de pacht. Die is aan het verdwij
nen. Elke boerderij die op het oude land
vrij komt, wordt verkocht. Dat gaat door tot
het moment, waarop je merkt: nu zijn we
dat pachtinstrument praktisch kwijt. Dan
merk je pas wat je gedaan hebt! Roofbouw
noem ik dat. Op het pachtinstituut. Maar je
komt die ook elders tegen. Roofbouw bij
de melkregeling, bij een ongelimiteerde
uitbreiding van de varkenshouderij in be
paalde regio's, bij de eenzijdige één- op
twee-teelt van fabrieksaardappelen en bij
het beheer van de overheidsfinanciën. Als
dat lang genoeg doorgaat, dan komt men
in een noodsituatie terecht! We hebben
het ondervonden, ook met de lonen en de
arbeidsmarkt. Roofbouw vind ik voor zulke
ontwikkelingen het beste woord. Onder-
Ken het en doe er wat tegen, tijdig!'
Het voorgaande moest Lardinois kennelijk
van het hart. Spontaan en ronduit geeft hij
uiting aan eigen overtuiging en ervaring.
Dat merk je aan zijn indringende manier
van spreken en aan zijn woordkeus. De
(vroegere) politicus, de landbouwman en
de Raboman, zij vormen samen een geheel
in de persoon van Lardinois.
Wij keren terug tot het eigenlijke Raboter-