Na de trendbreuk
behoefte
aan een nieuwe visie
andbouwcommentaar
Een jaar geleden schreef ik op deze
plaats over 'de land- en tuinbouw met
kansen en zorgen naar 1984'. Achteraf
kan vastgesteld worden dat dit jaar
meer zorgelijk is geweest dan kansrijk.
Zorgelijk niet alleen vanwege de oogst
'op het nippertje'. In het landbouwbe
leid werden enkele fundamentele wij
zigingen aangebracht. Vanuit Brussel
zijn grenzen aangegeven voor de melk-
produktie in de verschillende landen.
Dit is in de Lidstaten van de Europese
Gemeenschap vertaald naar produktie-
hoeveelheden per bedrijf. Wie meer
produceert betaalt een superheffing.
Produktieregeling
Niet alleen voor de melkveehouderij was 1984 een jaar
met onaangename verrassingen. Toch nog wat onver
wacht kreeg de tuinbouw kritiek van de Europese Com
missie op de verlaging van de aardgasprijs per 1 oktober
jongstleden. Uit de nationale koker kwam een zeer pijnlijke
ingreep in de ontwikkelingen van de intensieve veehoude
rij. Ter voorkoming van grotere problemen met de mest
werd er ineens een algehele investeringsstop afgekondigd
Ir. J. H. Egberink
voor nieuwvestiging in de varkens- en pluimveehouderij
en werd de groei in bepaalde gebieden verlamd.
Voor de vele varkens- en pluimveehouders die de afgelo
penjaren nauwelijks gegroeid zijn, een moeilijk te verleren
situatie. Deze forse ingrepen in de landbouwontwikkelin
gen zullen de werkgelegenheid en de inkomensvorming
op het platteland flink kunnen aantasten. Juist de veehou
derij heeft een groot aantal activiteiten in zijn kielzog, toe
levering en verwerking van produkten, leveranciers van
werktuigen, aannemers, dierenartsen, transportonderne
mingen, enzovoort. In verband met de superheffing en de
mestproblematiek wordt het woord trendbreuk gebezigd.
De vraag hoe nu verder is actueel.
Wat het Brussels beleid betreft is er in brede kringen van
de Nederlandse veehouderij begrip dat er ingrijpende
maatregelen nodig zijn om het evenwicht op de markten te
herstellen. De superheffing is een noodsprong geweest
toen het echt niet meer kon. In feite was een voorzichtig
prijsbeleid in de voorgaande jaren een passender metho
de geweest. Zo'n oplossing was echter voor de meeste an
dere landen niet aanvaardbaar. Een pleidooi voor een
voorzichtig prijsbeleid is de Nederlandse vertegenwoordi
gers inde Europese BoerenorganisatieCOPA nooit in dank
afgenomen. Dat geldt eveneens voor voorstellen om
terughoudend te zijn met investeringssubsidies die tot