met 1 961doch niet volledig; van Zonne- maire 1 925 tot en met 1 966 en van Nieu- werkerk van mei 1954 tot en met maart 1961. Ook Zierikzee is bij lange na niet volledig. Gemakkelijk wordt het niet, maar het is te proberen om Zierikzee 'in beeld te brengen' zoals dat tegenwoordig heet. Het moet een Terugblik worden van flarden uit de geschiedenis van de genoemde ban ken. Jammer, maar het is niet anders. Op 1 9 november 1913 werd te Ouwerkerk, in het lokaal van de heer Oost, een verga dering gehouden waar bleek uit de talrijke opkomst, dat de oprichting van een Boe renleenbank met vreugde begroet zou worden. Vijfendertig aanwezigen teken den het ledenregister. A. N. van Langeraad, Job. J. Romeyn en A. J. Romeyn werden gekozen als bestuurslid; P. Lonke, K. van Stolpe en B. Giljam vormden de raad van toezicht. Er kwam een brandkast en ook een kassier, de heer A. C. v. d. Have. Hoe bescheiden was het begin. Het uitbre ken van de eerste wereldoorlog bracht wel enig gering ongemak, maar spoedig daar na ging alles in de Raiffeisen-organisatie zijn gewone rustige gangetje, waarop Ou werkerk geen uitzondering maakte. De totale onkosten bedroegen in 1914 dan ook slechts f206,84. Mede dank zij de kassier die in 1916 liever geen salarisver hoging wilde hebben, dan dat, door zijn 'grote' salaris het, met zoveel moeite ver kregen batig slot van het laatste boekjaar, wederom zou moeten veranderen in een nadelig saldo. Het bestuur moest, op zijn voorstel, een salarisverhoging nog maar eens nader bezien te zijner tijd. Salariëring van kassiers hield al vrij lang de gemoede ren bezig. (Ten slotte werd na vele jaren, na de tweede wereldoorlog, mede door bege leiding door de Centrale Bank en na veel geharrewar een voor iedere functionaris aanvaardbare regeling getroffen.) Hoe dan ook, in 1917 werd door de Ring van Boerenleenbanken in het Oosten van Fries land een onderzoek ingesteld. Er werd een beloning, op basis van een puntenstelsel, ontworpen, dat ook door de Centrale Bank kon worden aangenomen. Ouwerkerk ging daarmee akkoord. Vanzelfsprekend ging de grote crisis van de jaren dertig ook aan Ouwerkerk niet ongemerkt voorbij. Er werd zorgvuldig overwogen op welke wijze men de kwade gevolgen daarvan kon be strijden. De crisis- en oorlogsjaren ontbre ken echter in de notulen evenals het jaar van de Watersnoodramp. Op 30 juni 1 955 waren op de ledenverga dering in café Slager maar vijftien leden aanwezig. Het jaar 1 954 was voor allen die van hun evacuatieadressen - de tijdelijke adressen waar de bevolking, ten gevolge van de watersnood moesten worden on dergebracht - terugkeerden, eigenlijk een aanloopperiode voor de ongetwijfeld moeilijke wederopbouw van het verwoes te. Er werd immers enorme schade toege bracht aan grond en gebouwen. 'Van de zijde van de Bank zal zoo veel mo gelijk medegewerkt worden om door de verstrekking van de tijdelijke herbouwkre- dieten de wederopbouw van Ouwerkerk te bespoedigen.' De ledenvergadering van 13 februari 1961, in café Pankow, was, zo deelde voorzitter C. W. Romeyn mede, ook belegd om te stemmen over de ontbinding van de bank Ouwerkerk en een fusie aan te gaan met Nieuwerkerk. Men schat dat een der gelijke fusie grote voordelen kan opleveren o.a. door besparing op personeelskosten. De algemene ledenvergadering van Ou werkerk besloot met vrijwel algemene stemmen om 'De Coöperatieve Vereniging Boerenleenbank Ouwerkerk te ontbinden Ai* Het beeld van een moeder die haar kind beschermt tegen het dreigende water staat ter herinnering aan de watersnoodramp in Zierikzee. met ingang van 1 april 1 961teneinde de zaken der vereniging door de Boerenleen bank Nieuwerkerk Zld. te doen voortzet ten.' Men vernam dat, in verband met het nieuw te bouwen bankgebouw te Zierik zee, reeds contact werd opgenomen met een architect. Nu nog een laatste geschenk en wel aan de heer Beye die gedurende ruim 20 jaren een bestuursfunctie vervul de. Dat werd een 'tafelaansteker'. Ouwer kerk exit. Daarom nu naarZonnemaire. Daar werd de oprichtingsvergadering, onder voorzitter schap van de heer F. v. d. Bout, gehouden op 8 september 1 925 met als resultaat dat zesentwintig personen als lid toetraden. Het eerste bestuur werd gevormd door de heren N. A. Deïst, J. de Rijke en F. v. d. Bout. De heren J. A. v. d. Bijl, A. Deïst en P. S. Vis namen zitting in de Raad van Toe zicht. Er werd uitvoerig over deze verkie zingen van gedachten gewisseld en de no tulen geven er duidelijk blijk van dat ieder een zich - heel begrijpelijk - gevoelde als een kat in een vreemd - coöperatief - pak huis. Er was inderdaad nogal wat te rege len op het gebied van zaken waarvan men nog hoegenaamd geen kennis had. Wie tot kassier benoemd werd blijft in de notulen onvermeld. Deze 'onbekende' ontving in ieder geval tot maart 1926 geen salaris, hoewel hij zelfs belangeloos zijn brandkast ter beschikking stelde. Hij wilde ook geen salaris hebben 'indien de financiën der Bank zulks niet bedoogen'. Hij zou daarop niet lang behoeven wachten want in februari 1 928 kon de voorzitter vertellen dat het afgelopen jaar 1927 zo gunstig was dat in de toekomst een bloeiende Boe renleenbank verwacht mocht worden. 'On ze bank is opgericht ten dienste van de landbouwbelangen en in den landbouw is steeds strijd te voeren; de coöperatie is er om gezamenlijk te strijden.' Als lichtpunt zag de spreker de radio, 'die ons in vele op zichten van voorlichting kan dienen'. In maart 1 943 kon de voorzitter medede len dat de bank (min of meer gedwongen?) lid werd van de Nederlandse Coöperatieve Raad, maar ook dat door de Centrale Bank maatregelen genomen werden voor een mogelijke invasie (vanuit zee) of iets derge lijks, zodat de bank zich dan kon wenden tot de Nederlandse Bank in Zierikzee wan neer de verbinding met het vaste land ver broken zou worden. De watersnoodramp van 1 953 trof enkele jaren hierna, op 1 februari, ons land en be zorgde ook Zonnemaire kritieke momen ten. Inwoners kwamen niet om, maar wel familieleden van hen. Het lid wijlen de heer J. den Broek verdronk met zijn gehele ge zin. Het werd tijd om eens aan een eigen bank gebouw te gaan denken. In 1956 was daarvoor de reserve nog te klein; in 1957 kon echter een eigen pand in gebruik wor den genomen midden in het dorp na onge veer 23 jaar lang onderdak te hebben ge vonden bij de heer De Rijke en in het ge meentehuis. Maar toch De winst over 1 960 bedroeg slechts f131 8,-. Oorzaak daarvan waren de hoge kosten van het kantoorgebouw en nadelige waardering van het effectenbezit. Een teken aan de wand, dat goed werd ver staan want op 21 september 1 961 was op de ledenvergadering in café v. d. Berge be halve zesentwintig leden ook de heer Oud- kerk, inspecteur van de Centrale Bank, aanwezig en kwam ter sprake het voorstel tot liquidatie van Zonnemaire en fusie met de Boerenleenbank Eikerzee. Zonnemaire zag geen kans meer om de zaken voort te zetten wegens steeds groter gebrek aan geldmiddelen. De fusie moest nog wach ten tot mei 1962 omdat Eikerzee in april 1962, in eigen kring, het 50-jarig bestaan wilde vieren. Uiteindelijk kwam er pas in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 29