Perspectieven van de
mengvoederindustrie
Veevoeder speelt een vitale
rol in de veehouderij. De
prijs van het veevoer
bepaalt in belangrijke mate
of er ja dan nee een
inkomen wordt behaald. De
voerkosten maken namelijk
het belangrijkste deel van
de produktiekosten uit,
variërend van 33 tot
66%.
Veeh o uderijproduktie
Afzet veehouderijprodukten
Overcapaciteit,
schaalvergroting en
concentratie
e aanwezigheid van een effi
ciënte mengvoederindustrie en
een continue stroom van goed
kope veevoedergrondstoffen
zijn dan ook van essentieel be
lang voor het behoud van de
concurrentiekracht van onze
veehouderijsector. De expan
sieve ontwikkeling van deze branche in de
afgelopen twee decennia is mede te dan
ken aan het vervullen van deze twee voor
noemde voorwaarden. Wijziging van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid met
betrekking tot granen en de invoer van vee
voedergrondstoffen heeft derhalve reper
cussies voor de concurrentiepositie van
onze veehouderijsector en de ontwikkeling
van de aanverwante industrie en de agrari
sche handel.
De produktiebeperkende maatregelen
zoals de superheffing in de melkveehoude
rijsector en het verbod op investeringen in
nieuwe produktiecapaciteit in de intensie
ve veehouderij in belangrijke produktiege-
bieden hebben daarentegen een negatieve
invloed op de ontwikkeling van de vraag
naar mengvoeder. Door de steeds strin
genter wordende wettelijke maatregelen
op het gebied van de voedselproduktie en
van de kwaliteit van voedselprodukten in
verband met mogelijk gevaar voor milieu
verontreiniging en voor de volksgezond
heid, wordt er een groter beroep gedaan
op de flexibiliteit en de inventiviteit van de
bedrijven om zich aan te passen. Dit laatste
is een zware eis voor het agrarische be
drijfsleven, te meer omdat het grootste
deel van onze agrarische produktie in het
buitenland moet worden afgezet en de
concurrentie daar op de loer ligt.
De ontwikkeling van de mengvoederindus
trie is op langere termijn gezien in hoge
mate afhankelijk van onder meer:
de ontwikkeling van de veestapel c.q. de
produktiemogelijkheden van de veehouderij
in verband met allerlei beperkende maatre
gelen;
de afzetontwikkeling van veehouderij
produkten;
het EG-landbouwbeleid in het algemeen,
het graanbeleid in het bijzonder;
het aanpassingsvermogen van de meng
voederindustrie.
De rundveestapel lijkt in de komende jaren
vanwege de superheffing te zullen inkrim
pen. Hierbij zullen melkveehouders extra
zuinig met de krachtvoerdosering om
springen en 'te veel' trachten te voorko
men. Met de invoering van de interimwet is
ook een beperking op de groei van var
kens- en pluimveeproduktie gelegd. Dat
betekent dat ook hier in het algemeen een
vermindering van het mengvoederverbruik
zal optreden.
Op termijn gezien zijn er met betrekking tot
de veehouderijsector derhalve geen argu
menten aanwezig om te veronderstellen
dat de totale mengvoederafzet zal toene
men. Eerder zal hier sprake zijn van een
stabilisatie van de vraag.
Het grootste deel van onze veehouderij-
produktie wordt afgezet in het buitenland.
Wat de binnenlandse afzet betreft kan
worden opgemerkt dat er bij de ontwikke
ling van de consumptie per hoofd van de
bevolking van de diverse veehouderijpro
dukten over het algemeen sprake is van
een stagnatie tot een lichte afname. Met
andere woorden: de meerproduktie van de
veehouderijsector zal voornamelijk in het
buitenland dienen te worden afgezet. Het
totale verbruik van veehouderijprodukten
in de EG is nog steeds stijgende, hoewel
deze stijging relatief gezien minder wordt.
De export naar derde landen fluctueert in
tegenstelling tot die naar de EG-markt
sterk. Zij staat onder andere onder druk van
financiële perikelen.
Van de afzet naar landen in de derde we
reld mag worden verondersteld dat de
vooruitzichten hier over het algemeen
geen structureel stabiel verloop van de ex
port te zien zullen geven. Geconfronteerd
met een verslechtering van hun externe
Ir. A. R. Sjauw-Koen-Fa
Bedrijfstakonderzoek
financiële positie en met de belasting, die
de voedselinvoer betekent voor hun beta
lingsbalans, zullen deze landen in toene
mende mate aandacht besteden aan de
dringende noodzaak tot verbetering van de
eigen voedselproduktie. In de toekomst
lijkt wat de export naar ontwikkelingslan
den betreft derhalve meer ruimte voor ex
port van kennis te bestaan.
De bovengeschetste contouren van de af
zetmogelijkheden van veehouderijproduk
ten bevatten per saldo te weinig hou
vast om in de komende periode een struc
turele groei van de vraag naar mengvoe
ders uit af te leiden. Voor de mengvoeder
industrie lijken er meer mogelijkheden te
bestaan in de export van technische kennis
naar landen buiten de EG. De export van
kernvoeders binnen de EG zal wellicht
meer mogelijkheden bieden, gezien de
verschuiving van industriële mengvoeder-
produktie naar zelfmengen in andere EG-
landen.
Met betrekking tot de capaciteitsontwikke
ling kan op basis van lopende investerings
plannen op een lichtetoename van detota-
le capaciteit worden gerekend. Dreiging
van een verdere toename van de overcapa
citeit in de mengvoedersector is, mede ge
zien de afzetverwachtingen van mengvoe-