De groeiende aspiraties
van de ECU
12
Met grote regelmaat wordt
de European Currency Unit
de laatste maanden in de
schijnwerpers geplaatst.
Niet alleen wordt de ECU
steeds meer door
gerenommeerde emittenten
als emissiemunt gekozen,
maar ook de politici zijn
zich in groeiende mate
bewust van de diverse
aspiraties die de ECU
begint te krijgen.
Lange weg
De ECU in het particulier
gebruik
et is meer dan bellen blazen,
wanneer premier Lubbers de
gedachte lanceert om de olie
prijs te koppelen aan de ECU.
Bundeskanselier Kohl liet zich
zelfs de gedachte invallen om
de ECU als munt uit te geven.
Wat bij hem een hypothese
was, werd onlangs door onze organisatie
in daad omgezet. Tijdens een door de
Europese agrarische coöperaties en coö
peratieve banken te Brussel georganiseerd
congres over het gebruik van de ECU, bood
ir. P. J. Lardinois de congresgangers na
mens de Rabobankorganisatie een door de
Belgische Munt geslagen ECU aan. Het be
trof een facsimile van de zilveren Karolus-
gulden van Keizer Karei de Vijfde. Deze
munt werd in 1 540 in omloop gebracht
met het oogmerk eenheid te scheppen in
de aanmunting en de munt internationaal
gangbaar te maken. In deze beweegrede
nen valt een zekere overeenstemming te
bespeuren met de drijfveren die tot het in
voeren van de ECU hebben geleid.
De belangrijkste achtergrond van het ECU-
congres was om de bekendheid van de
ECU te activeren. In deze context werd
eveneens het navolgende artikel geschre
ven.
Bij de start van het Europees Monetair
Stelsel (EMS), begin 1979, vroeg menig
een zich af wat precies de rol van de ECU
(European Currency Unit Europese Valu
ta Eenheid) zou zijn. Deze werd met tame
lijk veel nadruk geïntroduceerd als 'de
hoeksteen van het EMS en symbool van
een op stabiliteit gerichte Europese mone
taire zone'. De gemiddelde ingewijde in
Europese zaken kon zich zeer goed voor
stellen dat de ECU als vervanging van eer
der ontstane Europese rekeneenheden een
nuttige functie zou kunnen vervullen. Ook
als verrekenmiddel ter vereffening van cre
dit- en debetsaldi wist de ECU bij deze
ingewijden begrip op te wekken. Maar hier
hield het mee op. Voor de buitenstaander
was de ECU niet veel meer dan een vage
constructie, die vooralsnog moeilijk als
een bijdrage aan de Europese samenwer
king beschouwd kon worden.
Niettemin hadden de initiatiefnemers van
het EMS, Valéry Giscard d'Estaing en Hel-
mut Schmidt, met de ECU meer voor dan
uit de officiële documenten over het EMS
naar voren kwam. Naast de technische
functies in het muntenstelsel zagen zij de
ECU namelijk als kiem van een gezamenlij
ke Europese munt, die als zodanig een
plaats op de internationale markten kon
gaan innemen naast de dollar. Hiervoor
moest de ECU zich echter nog een identi-
J. J. van Antwerpen
Internationaal
Onderzoek
teit c.q. status verwerven. Een bijzonder
moeilijke opgave voor deze nog ongeboren
Europese munt. Immers hoe geef je de
ECU een eigen gestalte indien de Europese
Samenwerking op vele punten nog zo
kwetsbaar blijft? Het betekent ongetwijfeld
een proces van kleine stappen en het be
nutten van de juiste momenten, alsmede
een flink portie geduld. Bij de invoering van
het EMS was reeds een eerste belangrijke
stap gezet.
Ter onderbouwing van de onderlinge
steunmechanismen van het monetaire
stelsel hadden de lidstaten twintig pro
cent van hun goudvoorraad en twintig pro
cent van hun dollarreserves bij het in 1 970
opgerichte Europese Fonds voor Monetai
re Samenwerking (boekhoudkundig) ge
deponeerd. De lidstaten kregen hiervoor
tegoeden in ECU's. Zo treft men in de de
viezenreserves van de Nederlandsche
Bank een bedrag in ECU's aan. Deze boe
kingsoperaties mogen worden bezien als
het embryonale stadium van de ECU als
internationaal reservemedium. Het totaal
van de aldus gevormde officiële ECU-re-
serves bedraagt momenteel ruim ECU 50
miljard.
De officiële ECU's zoals hier omschreven
worden echter nauwelijks door de mone
taire autoriteiten van de lidstaten aange
wend. De weg naar een echte internationa
le reserve-valuta is derhalve nog lang.
Het passieve gebruik van de ECU als offi
ciële reservevaluta leidt tot geen enkele
stimulans om de ECU in het particulier
financieel verkeer een zekere plaats te
doen krijgen. Ook het ontbreken van een
verantwoordelijke autoriteit draagt hiertoe
bij. Desalniettemin heeft de ECU zich de
laatste jaren een plaats kunnen verwerven.
Niet langs officiële weg, maar door de
particuliere sector die in toenemende mate
de aantrekkelijkheden van deze 'munteen
heid' begon in te zien.
Dit weerlegt in bepaalde mate het klassie
ke uitgangspunt dat een valuta als beleg-
gings- en of transactiemedium de zeker
heid behoeft van een monetair beheerder,
die zijn verantwoordelijkheden weet.
De ECU vertoont geen gelijkenis met de
nationale munten, waarvan de intrinsieke
waarde wordt bepaald door de algemene
financiële en economische activa van een
land, alsmede de reputatie van de behe
rende monetaire autoriteiten. De Europese
Valuta Eenheid is een zogenaamde mand-
valuta of korfmunt, die bestaat uit bepaal
de hoeveelheden van de nationale munten
van de EG-lidstaten. Sinds 17 september,
na opname van de Griekse drachme, zijn
de samenstellende muntdelen als volgt:
DM
FF
Lit.
FL.
De waarde van de ECU wordt zodoende
bepaald door de intrinsieke kracht van de
in de mand participerende munten. Het
aandeel van de verschillende munten in de
mand wordt vastgesteld aan de hand van
de omvang van het bruto-nationaalpro-
dukt van een land en het aandeel in de
intra-Europese handel. Bij de- en revalua
ties blijven deze aandelen ongewijzigd.
De feitelijke waarden van de ECU tegen
over de individuele nationale valuta wijzigt
dagelijks overeenkomstig de fluctuaties op
de wisselmarkten.
Voor een uitbouw van het particulier ge
bruik van de ECU waren twee zaken van
belang. Op de eerste plaats moest duidelijk
zijn dat de ECU gehanteerd kon worden als
een convertibele valuta, dat willen zeggen
gemakkelijk omgezet kon worden in de
deelnemende mandvaluta's. En op de
tweede plaats moest de ECU in brede kring
aanvaard worden als betaalmiddel. Een
belangrijke hindernis is genomen wanneer
blijkt dat bijvoorbeeld restaurants en ho
tels de nieuwe valuta-eenheid als betaal
middel aannemen. Deze zullen echter
niet tot acceptatie overgaan zolang zij
de nieuwe geldeenheid niet bij hun bank in
eigen valuta kunnen omzetten of in reke
ning kunnen aanhouden. Het laatste is van
essentieel belang voorde belegger of geld
vragen Voor de banken heeft zich de vraag
0,719
Bfr.
3,71
1,31
Dkr.
0.219
0,0878
Dr.
1,15
140
Irl.
0,00871
0,256
FLUR.
0,14