'Misverstand rechtzetten'
Beperkter spanwijdte
Mr. H. J. A. M. Klarenbeek
dat we daarbij altijd grenzen moeten aan
leggen. Het kan niet de bedoeling zijn, dat
deze sterke Rabobank als het ware haar
balans in de wereld min of meer te gelde
gaat maken los van haar wortels. Neen, we
moeten strikt voor ogen houden, dat onze
activiteiten in het buitenland op enigerlei
wijze dienstbaar moeten zijnaande Neder
landse agrarische gemeenschap en aan de
verdediging en versteviging van onze posi
tie in het binnenland.'
De contacten die ons kantoor te New
York met een groep Midwestbanken en
met een financieringsmaatschappij van
International Harvester Company heeft
gelegd, hebben in Amerika en in ons
land nogal de aandacht getrokken. Hoe
moeten we dergelijke activiteiten zien
in het licht van hetgeen u zojuist op
merkte?
'Ik vind het wel eens jammer, dat juist dat
soort ondergeschikte activiteiten van ons
kantoor te New York zo opvallend de pu
blieke aandacht trekken. Want het betreft
slechts bijtaken van New York en door daar
te veel de schijnwerpers op te richten,
dreigt de beeldvorming wat vervalst te
worden. De wezenlijke taak van New York
is om een bancaire plaats te verwerven in
de agrarische goederenstroom, allereerst
tussen de Verenigde Staten en Nederland,
en vervolgens in wat wijdere kring tussen
de Verenigde Staten en landen elders in de
wereld. Onze kerndoelstelling is niet ge
richt op de primaire produktie in de Ameri
kaanse landbouw. Wij mikken op een ni
veau, dat in feite een of twee lagen boven
die produktie ligt: nl. de verwerking en ver
handeling van die produktie. Maar om dat
goed te kunnen doen is het wel nodig,
dat je op enigerlei wijze toch contact hebt
en voeling houdt met dat produktieniveau.
Nu zitten we met ons kantoor weliswaar
hoog in een wolkenkrabber op Manhattan,
maar dat wil natuurlijk niet zeggen, dat je
van daaruit ook werkelijk zicht hebt op wat
er bij de kredietverlening aan boeren er
gens in dat uitgestrekte Amerika te pas
komt. Daarvoor is dat ene kantoor in New
York niet toegerust en ook niet bedoeld.
Daarom is, ten einde toch een zekere voe
ling met het agrarische produktieniveau te
kunnen houden, door ons kantoor een aan
tal arrangementen getroffen met andere fi
nanciers, die veel dichter bij dat niveau
staan. Deze instellingen, bijv. kleine ban
ken in het middenwesten en een financie
ringsmaatschappij van een bekende fa
briek van agrarische werktuigen, financie
ren rechtstreeks hun cliënten, terwijl zij zelf
voor een deel door ons worden geherfinan-
cierd. Dat gebeurt nog op beperkte schaal,
maar langs die weg hebben wij toch onze
antennes uitstaan naar wat er omgaat bij
de Amerikaanse boeren. Dat is van belang
om onze andere, eigenlijke taken op een
redelijke manier te kunnen vervullen.'
Defunding, benodigd voorzo'n herfinan
ciering, is geen probleem?
'Laat ik meteen een nog al eens voorko
mend misverstand rechtzetten: die fun-
ding gebeurt op geen enkele wijze met
Nederlandse middelen. We nemen dol
lars op in de Amerikaanse markt en zetten
die doorzo'n herfinancieringsarrangement
weer uit. Daar komt geen Nederlandse gul
den aan te pas. Wij zijn nog een van de wei
nige banken in de wereld, aan wie een z.g.
triple-A rating is toegekend en daarom
hebben wij als sterke, solide bank, relatief
goede ingangen om tegen redelijke voor
waarden dollars in de Amerikaanse markt
op te nemen.'
Het is wat vreemd dat men voor deze
financieringsarrangementen bij ons
aanklopt en niet bij grote Amerikaanse
banken. Die hadden vermoedelijk toch
ook dezelfde condities kunnen bieden?
'Ja, maar het merkwaardige is, dat grote
Amerikaanse banken veel minder consis
tent op de agrarische bedrijfstak zijn ge
richt dan wij. Men werkt daar anders.
Banken in Amerika kijken veelal naar de
gang van zaken in de verschillende be
drijfstakken en wanneer er zich uit een
oogpunt van kracht en winstgevendheid
veranderingen voltrekken, oriënteert men
zich steeds weer op die bedrijfstakken,
waar de gang van zaken het gunstigst lijkt.
Je ziet soms dat een grote bank in vijfjaar
tijd een agrarische financieringsafdeling
opbouwt, met specialisten en al, en dat ze
die vervolgens, wanneer er wat wolken aan
de agrarische hemel verschijnen, weer af
breekt. Dat betekent een veel minder con
sistent beleid naar een specifieke bedrijfs
tak dan wij in feite plegen. Wij hebben nu
eenmaal onze agrarische specialisatie als
wezenskenmerk en wij blijven daarbij!'
Begrepen. Net als we in Nederland van
ouds graag over een 'eigen kring' van
cliënten spreken, wordt er nu ook vanuit
New York aan een duurzame 'eigen
kring' van agrarische cliënten gewerkt.
Zitten daar in de toekomst meer moge
lijkheden in, ook voor onze Nederlandse
'eigen kring'?
'Ik meen dat de toekomst ons inderdaad
nog wel meer mogelijkheden zal bieden.
Zo zullen we ons langzaam aan ook moe
ten gaan oriënteren op goederenstromen
uit Amerika, die niet de kant van Europa
uitkomen, maar zich bijvoorbeeld naar het
Verre Oosten richten. Waarom? Omdat de
ervaring en know how die we daarbij op
doen in een later stadium van groot belang
kunnen zijn. Zeker ook bij de begeleiding
van de agrarische goederenstromen, die
vanuit Nederland in verre-oostelijke rich
ting gaan, of ook andersom. Vergeet niet,
dat het Verre Oosten een van de weinige
gebieden op de wereld is, dat een regelma
tige economische groei vertoont. Ook voor
de komende jaren mag een doorgaande
groei worden verwacht. Japan en Thailand
zijn goede voorbeelden. Wij zien goede
mogelijkheden voor het Nederlandse agra
rische bedrijfsleven zich op dat soort lan
den te richten. Niet alleen met hun eigen
produkten maar ook met hun deskundig
heid en ervaring, bijvoorbeeld door agrari
sche ontwikkelingsprojecten op te zetten.
Daarom zal het van belang zijn, dat wij als
bank in zulke landen ankers uitwerpen, zo
dat we ook daar ons agrarische bedrijfsle
ven een ingang kunnen verschaffen.'
Mogen we ook de ADCA-overname in
dit zojuist door u geschetste toekomst
perspectief zien?
'Niet in precies dezelfde zin. De ADCA is
eigenlijk een zaak van beperkter spanwijd
te. Het ging er ons bij de ADCA-overname
om een instrument te krijgen, waardoor wij
de reeds bestaande belangrijke agrarische
en andere exportstromen van Nederland
naar de Bondsrepubliek Duitsland beter
zouden kunnen bedienen. We moesten,
net als onze concurrentie die daar allemaal