Wob
Kirch ner-rapport
Ie van 'Raiffeisen-Boerenleenbank' ge
noemd! Want nu kregen we het te horen:
'En Rabobank Nederland zelf dan? Heet die
ook niet voluit statutair Centrale Raiffei
sen-Boerenleenbank BA?' Daarmee lijkt
de bodem onder onze redenering wegge
slagen. Tenzij we royaal enige correctie
aan brengen. Dat doen we dan ook, een
beetje blozend, maar tegelijkertijd ook
weer met vaste grond onder de voeten.
Natuurlijk, die dubbele naam had buiten
schot moeten blijven. Niemand, zeker niet
een Rabobank Nederland die zelf die naam
draagt, verhindere enige van onze banken
om zich statutair met deze benaming te
tooien. Men kan er over twisten of 'Rabo
bank' ook statutair niet handzamer is, de
dubbele benaming maakt in ieder geval
duidelijk waar het woord Rabobank van
daan komt. Het 'dubbele' verleden van on
ze banken komt op die manier nog eens
goed in de statutaire omschrijving naar vo
ren. Dat is indertijd ook het motief geweest
voor de statutaire naamgeving van Rabo
bank Nederland zelf. In dat licht gezien is
het misschien zelfs plausibel te zeggen:
Juist omdat Rabobank Nederland voluit de
dubbele naam heeft, kunnen haar aange
sloten banken nu wel met kortweg 'Rabo
bank' volstaan. Om echter alle misverstand
te voorkomen, zij hier vermeld, dat ook de
Raad van Beheer van Rabobank Nederland
van mening is dat de dubbele naam in de
statuten van lokale Rabobanken boven alle
verwijt verheven is. Dat hadden we in sep
tember wel mogen laten uitkomen!
Te zeer waren we toen echter gefixeerd
door de gedachte, dat bij een aantal ban
ken de fusie tussen de vroegere Utrechtse
en Eindhovense organisaties 'statutair'
nog niet verwerkt was. Want de enkele
naam Boerenleenbank of Raiffeisenbank is
onvoldoende om de roepnaam Rabobank
te verklaren. De gevoelswaarde van zo'n
enkele naam stamt te eenzijdig uit het
verleden. Voor banken, die zich nog met
één dezer namen tooien - het zijn er in to
taal 78 - blijven we overeind met onze vrij
moedige opwekking: laat die naam nu
maar eens veranderen. We maken ons
sterk dat de keus dan waarschijnlijk wel op
'Coöperatieve Rabobank' zal vallen. Ter
plaatse zal er vermoedelijk immers geen
overwegende binding bestaan met hetzij
het ene hetzij het andere deel van de dub
bele naam. De overstap naar 'Rabobank'
ligt dan voor de hand, al blijve de dubbele
benaming een mogelijkheid.
De Europese Commissie heeft een onder
zoek laten instellen naar de sociale impli
caties van de introductie van nieuwe tech
nologie in de banksector binnen de Euro
pese Gemeenschap.
In september 1 982 werd dr. E. J. Kirchner
gevraagd zich met dit onderzoek te belas
ten en hij kreeg als opdracht:
- om alle bestaande studies en rapporten
ter zake van de gevolgen van nieuwe
technologie in het bankbedrijf te verzame
len en te analyseren:
- om duidelijk vast te stellen welke typen
van nieuwe technologie reeds zijn inge
voerd en welke nog te verwachten zijn tot
1990;
- om na te gaan welke de aard is van
de bekwaamheden waarover medewer
kers moeten beschikken om de nieuwe
technologie zo efficiënt mogelijk te ge
bruiken;
- om in fe schatten welke de ontwik
kelingen zijn in werkgelegenheid tot 1 990;
- om aan te geven welke richting de
dienstverlening aan de cliënten van de
bank opgaat in de komende jaren;
- om kritisch de effecten te beoordelen die
nieuwe technologie heeft op gebieden als
beveiliging (security), gezondheid en vei
ligheid (safety), aanpassing van werktijd en
de ontwikkeling van nieuwe vaardighe
den.
Dr. Kirchner heeft met een team van onder
zoekers een enorme massa van gegevens
verzameld. In Nederland zijn ter zake con
tacten gezocht met medewerkers van ban
ken, met vakbonden, met de Universi
teit van Leiden (de professoren Eizenga en
Halberstadt), met de overheid, consumen
tenorganisaties, Centraal Planbureau, enz.
Getracht is in ieder land van de Gemeen
schap 'via, via' allerhande informatie bo
ven water te halen. De verwerking van
de gegevens heeft geleid tot een concept
rapport dat een aantal malen is besproken
met vertegenwoordigers van bankorgani-
saties op Europees niveau. Zo heeft ook de
'Vereinigung der Genossenschaftsbanken
der EG' (Groupement) commentaar op dit
rapport mogen geven. Een en ander heeft
geleid tot een nieuwe versie van het rap
port.
Het zou te ver voeren om het rapport hier
van commentaar te voorzien. Volstaan
mag worden met de opmerking dat met
zo'n rijstebrij aan gegevens het moeilijk, zo
niet onmogelijk, is om werkelijk de zaken
goed op een rij te krijgen en daaraan
volwaardige conclusies te verbinden. Niet
temin is het een moedige poging wat vat te
krijgen op deze niet alleen omvangrijke
maar ook weerbarstige materie.
Het Directoraat Generaal voor Werkgele
genheid, Sociale Zaken en Opleiding, in de
wandelgangen DG V genoemd, ziet dit rap
port dan ook als een eerste resultaat van
onderzoek en wil in nauw overleg met o.a.
de coöperatieve banken verder gaan. Deze
maand is hieraan in Luxemburg een sym
posium gewijd. Vertegenwoordigers van
de commerciële banken, de spaarbanken
en de coöperatieve banken namen op uit
nodiging van de Europese Commissie aan
dit symposium deel.