Enig optimisme op zijn plaats Pluimvee 14 Campings en bungalo wparken Vier bedrijfstakken De legpluimveehouderij heeft zich sinds het midden van de jaren zeventig steeds meer geconcentreerd op een steeds kleiner wordend aantal bedrij ven. Vanwege de moderne en efficiën te opzet van deze bedrijven verdubbel de de produktie tot circa 10 miljard eie ren per jaar. Daarmee steeg ons aandeel In de EG van 8 naar 1 5 °/o. Daar de consumptie in Neder land nauwelijks toenam, moest de produk- tiestijging praktisch geheel in het buiten land worden afgezet. Omdat ook daar de zelfvoorzieningsgraad groeiend is én om dat export naar veel landen - met name in het Midden-Oosten - wisselend en onzeker is, verdraagt Nederland mo menteel geen verdere uitbreiding van de legpluimveesector. Om de legpluimvee houderij in haar huidige omvang te hand haven, zal Nederland als sterk export-af hankelijk land op een markt met toene mende concurrentie niet alleen blijvend moeten streven naar zo laag mogelijke produktiekosten per ei, maar bovendien naar aanbieding van een continu kwali- teitsprodukt. In de slachtpluimveesector is de produk- tietoename geringer dan in de legpluim veehouderij. Vorig jaar is immers al in EG-verband besloten de produktie te be perken vanwege grote voorraden diep vries-slacht kuikens. De laatste jaren is een stijging te zien in de binnenlandse vraag naarslachtkuikens. De consumptie van pluimveevlees vertoont hier een duidelijke stijging. Dit in tegen stelling tot West-Duitsland. Daarom stag neert de afzet naar onze Oosterburen. Maar aangezien de consumptie daar per hoofd van de bevolking het laagst is in de EG en slechts een derde bedraagt van die in de Verenigde Staten, zijn er in de koop krachtige markt van Duitsland toch moge lijkheden tot vraagverruiming. Wil de Ne derlandse slachtpluimveesector daarvan profiteren, dan zal het aanbod van het pro- dukt meer geconcentreerd moeten wor den, vooral bij diepvrieskuikens. In de komende jaren wordt van zowel de slachterijen als de handel veel inspanning gevraagd op het gebied van promotie en afzetorganisatie om de Duitse markt blij vend te kunnen bedienen en de afzet op nabij gelegen groeimarkten te vergroten. De afzet naar derde landen, zoals het Mid den-Oosten, is moeilijker geworden als ge volg van verhevigde concurrentie vanuit met name Brazilië. drijven zijn voor ongeveer 90% van hun overnachtingen afhankelijk van het bin nenlandse toerisme. Exploitatietechnisch is er echter geen sprake van rozegeur en maneschijn. lW - Gemiddeld genomen behaalden de kam peer- en bungalowbedrijven in 1982 een negatief economisch resltaat. Vanwege de huidige economische ople ving, het slechte en wisselvallige weer van de afgelopen zomer en de scherp concur rerende aanbiedingen van accommodaties In het begin van de jaren tachtig werd ook op vakantiegebied de economi sche recessie duidelijk voelbaar. Steeds meer mensen vierden vakantie in eigen land en lieten het buitenland voor wat het was. De kampeer- en bungalowsector wist hier van de voordelen te plukken. Elet aantal overnachtingen op deze bedrijven vertoon de een behoorlijke stijging evenals de be- drijfsomzetten. Begrijpelijk, want deze be- in het buitenland, moet met een vergrote zuigkracht van buitenlandse vakanties re kening worden gehouden. Dat betekent dat in de komende jaren slechts een lichte stijging van overnachtingen op campings en bungalowparken wordt verwacht. Om dat deze overnachtingen waarschijnlijk in toenemende mate gericht zullen zijn op goedkope accommodatievormen ontstaat een druk op de omzet van de branche als geheel. In een markt waarin steeds meer sprake is van een kritische en prijsbewuste consu ment die bovendien een afnemende cam- pingtrouw vertoont, wordt een goede mar ketingstrategie steeds belangrijker. Het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 14