Wob
Agrarische
exportbevordering
fors ombuigingspakket van ruim f 9 mil
jard gepresenteerd. Het blijkt dat het
steeds moeilijker wordt ombuigingsmoge
lijkheden aan te geven. Alle 'lucht', die
voorheen in de Rijksbegroting zat, is er nu
wel uit. Dat betekent dat nieuwe ombui
gingsplannen diep in het vlees kunnen
snijden. Een gelukkige omstandigheid
daarbij is dat de pijn wordt verzacht door
de gunstige ontwikkeling van de conjunc
tuur.
Uit de Miljoenennota komt het beeld naar
voren dat de overheidsuitgaven bijzonder
moeilijk te beheersen zijn. Jaar in, jaar uit
blijken uitgavenramingen te worden over
schreden, waardoor ombuigingen ten dele
weer worden teniet gedaan. Wat dit betreft
is waakzaamheid geboden. Als bovendien
wordt bedacht dat 1986 een verkiezings
jaar zal zijn, waarin - zo leert de geschiede
nis - politici niet staan te springen om on-
sympatieke ombuigingsmaatregelen te
nemen, dan is enige bezorgdheid omtrent
het welslagen van het kabinetsbeleid op
haar plaats. Anderzijds lijkt de regering
goed doordrongen van de noodzaak het te
kort zo snel mogelijk terug te dringen. Als
dat namelijk niet gebeurt zullen de rente
lasten van de overheid zodanige vormen
aannemen dat andere uitgavencatego
rieën verder worden verdrongen.
Doorbijten dus, des te eerder wordt het
doel bereikt. Naarmate de inspanning gro
ter is geweest, smaakt het succes zoeter.
Ook dat kan elke lange-afstandsloper bea
men.
Op dinsdag 3 oktober vond in het hoofd
kantoor van Rabobank Nederland te
Utrecht een bijeenkomst plaats die in het
teken stond van de agrarische export. Op
deze bijeenkomst werd het eerste exem
plaar gepresenteerd van een aantal agrari
sche exportbevorderingsbrochures. Deze
zijn tot stand gekomen door samenwer
king tussen het Ministerie van Landbouw
en Visserij, uitgeverij Misset en Rabobank
Nederland.
Bij die gelegenheid hield mr. H. J. A. E. M.
Klarenbeek een toespraak, waarin hij de
aandacht vroeg voor enkele aspecten en
mogelijkheden van de Nederlandse agrari
sche export, die doorgaans minder vaak
voor het voetlicht komen. Met name ging
hij in op de groeiende exportmarkt voor
agrarische kapitaalgoederen en, in dat ver
band, de mogelijkheden tot co-financie-
ring te zamen met multilaterale instellin
gen.
De wereldvoedselsituatie wordt geken
merkt door belangrijke onevenwichtighe
den. Naast overschotgebieden zijn er vele
tekortlanden, waar de produktie in onvol
doende mate op gang komt en waar de
koopkracht volstrekt ontoereikend is om
de tekorten te dekken met aankopen uit
overschotlanden. Deze situatie geeft in een
toenemend aantal ontwikkelingslanden,
waar de tekorten geconcentreerd zijn, aan
leiding tot een herbezinning op het econo
misch beleid, waarbij het uitgangspunt
is dat de eigen agrarische produktie wordt
opgevoerd om de afhankelijkheid van
overschotproduktie elders te verminderen.
pakket agro-industriële kapitaalgoederen
alsook know-how en consultancy geleide
lijk in belang toenemen. Aandacht voor
deze groeimarkt, die vooral in Latijns-
Amerika en Zuidoost-Azië aanwezig lijkt,
is van groot belang. Nederland kan immers
bij het streven van de ontwikkelingslanden
naar uitbreiding van de binnenlandse
voedselproduktie een inhoudsvolle rol ver
vullen, vooral dank zij onze technische
kennis. Op deze lange-termijnontwikkeling
moet vroegtijdig worden ingespeeld.
Eén van de wegen om dit te doen is via co
financiering met multilaterale instellingen,
zoals de Wereldbank en de Aziatische, als
mede de Inter-Amerikaanse Ontwikke
lingsbank. Co-financiering betekent dat
deze multilaterale instellingen geïnteres
seerd zijn in partners die een deel van de
kosten van een project in een ontwikke
lingsland willen meefinancieren. De Rabo
bank staat welwillend tegenover co-finan
ciering met multilaterale organisaties, met
name waar het gaat om agrarische projec
ten. Hierbij kan de Nederlandse uitvoer van
agrarische kapitaalgoederen, know-how
en technologie een belangrijke rol vervul
len.
Ten slotte wees de heer Klarenbeek nog op
de recente ontwikkeling door de Rabo-
bankorganisatie van een aantal instrumen
ten om de uitvoer naar drie van onze be
langrijkste agrarische handelspartners te
vergemakkelijken. Het betreft hier een ver
snelling van de verrekeningsprocedure in
het chequeverkeer met de Verenigde Sta
ten, België en, binnenkort, ook West-
Duitsland.
Voor de internationale agrarische handel
met zulke landen leidt deze ontwikkeling
ertoe, dat in het totale agrarische handels-