°ejp*
C2Z1 Boer zijn is meer dan een beroep:
I het'is een 'way of life'. Hetzelfde zou
je haast van de Rabomensen kunnen
zeggen. Ze werken en denken vanuit een
soort 'Rabocu/tuur'; een sfeer, die de Rabo-
bankorganisatie door haar coöperatieve op
zet en inslag en door haar eenheid in de
veelheid van zelfstandige banken nu een
maal eigen is. Voor de insider is dat vanzelf
sprekend, maar de outsider heeft er meestal
slechts een vage notie van: ja, anders dan
elders, maar het is nogal ingewikkeld'. Ge
lijk heeft die outsider, maar misschien kan ik
hem wat meer notie bezorgen. Dat kan trou
wens ook de insider wel gebruiken, want zo
vanzelfsprekend als deze meent, is het bij
ons nu ook weer niet. Ik althans sta na heel
wat Rabojaren nog steeds met verwonde
ring te kijken naar de wijze waarop wij
voor moeilijke puzzels elke keer een oplos
sing vinden. Akkoord, daar hebben we onze
'overlegstructuur' voor, de 44 kringen en
de Centrale Kringvergadering. Maar zo'n
structuur moet dan toch maar functionerenI
Democratisch en op basis van onderling
vertrouwen. Het blijft één van de opmerke
lijkste dingen van de Rabocu/tuur, dat we
met dat overleg zo vaak en zo goed uit de
voeten komen.
Neem de jongste bijeenkomst van de Cen
trale Kringvergadering (CKV). Vorige maand
kwam dat Raboparlement (een uitdrukking
van voorzitter Rinze Zijlstra) bijeen. Eigenlijk
jammer, dat zo'n zitting niet openbaar is.
Dan zou iedereen kunnen weten waar we
mee bezig zijn en hoe we dat doen. Dat kan
helaas niet, 'uiteraard', maar ik vertel er iets
over om onze methode van breed overleg in
concreto duidelijk te maken. Die CKV was
nl. een etappe in het intensieve beraad, dat
in onze organisatie gaande is over de vraag
of voor een eventuele financiële ruimte
een coöperatieve bestemming gevonden
kan of moet worden. Een Rabo-onderwerp,
dat ook buiten de Rabokring niet geheel
onbekend is gebleven.
Neen, inhoudelijk ga ik er niet op in.
Ik wit slechts laten zien, hoe wij zo 'n
moeilijk vraagstuk benaderen. Wel
nu, er lag een nieuwe discussienota op tafel.
Een vervolg op een eerdere nota van februari
1984 over 'Financiële ruimte en coöperatief
karakter van de Rabobankorganisatie'Men
erkenne: geen lichte kost. Opmerkelijk is
dan - de heer Van Verschuer, voorzitter van
de Raad van Beheer, wees er met nadruk
op - dat zo'n nota allereerst een objectief
beeld geeft van wat er ondertussen uit
de organisatie, met name uit de kringen,
naar voren is gekomen.
Met andere woorden: de gesprekspartners
kwamen aan bod. Van Verschuer evenals
hoofddirecteur Vlak belichtten voorts enkele
aspecten, die inmiddels wat extra aandacht
waard zijn gebleken en maakten ten slotte