gens van deze tijd, duidelijke terminologie.
Wel zijn op onderdelen uitspringende ver
anderingen waar te nemen.
Het geheel draagt toch de sporen van de
opvattingen van de laatste tien jaren, op
vattingen in het maatschappelijk leven,
die hun weerklank hebben gevonden in de
moderne rechtspraak. En gelukkig maar,
omdat daardoor blijkt dat ook de recht
spraak beïnvloed wordt door de onder
stroom van maatschappelijke veranderin
gen. Geen offeren aan de waan van de dag,
maar wel de juridische vinger op de pols
van de maatschappij!
Deze veranderingen treffen we bijvoor
beeld aan bij de regelingen van de over
dracht van goederen: in toenemende mate
worden derden, die onbekend zijn met be
paalde plaatsgevonden feiten, beschermd.
In het hypotheekrecht worden enige zaken
die nu steeds in de akte worden opgeno
men, wettelijk geregeld. Dit zal kunnen
een ontwikkeling, welke twintig jaren gele
den voor onmogelijk werd gehouden.
Niet aan alle wensen is tegemoetgekomen;
ook in de thans voorliggende wetteksten
blijven nog zaken te wensen over. De
komende wetgeving om het nieuwe ver
mogensrecht in werking te doen treden
openen nog mogelijkheden voor bijstellin
gen welke thans als onredelijk worden er
varen.
De grote vraag van dit moment is echter:
wanneer zal het nieuwe vermogensrecht
gelding verkrijgen? In het inleidend artikel
van deze reeks noemde ik het jaar 1986.
Inmiddels is enige correspondentie tussen
de minister van Justitie en de Tweede
handelen en dat een periode van een tot
anderhalf jaar zal verstrijken tussen afkon
diging van de eindteksten en feitelijke in
werkingtreding, dan is de invoering te
taxeren op 1989.
Vanuit deze realiteit lijkt het verstandig on-
voeren tot een meer begrijpelijke tekst van
de akte, indien althans stringente regels
rond algemene voorwaarden daar geen
roet in het eten gaan gooien.
Van groot belang zal blijken de toegeno
men invloed van begrippen als redelijkheid
en billijkheid. Vroeger huiselijk 'goede
trouw' genoemd, en toen nog met aanzien
lijk minder invloed, zullen redelijkheid en
billijkheid niet alleen de tenuitvoerlegging
van overeenkomsten bepalen maar ook de
inhoud van overeenkomsten. Dit laatste is
Kamer gewisseld over de gewenstheid en
haalbaarheid van deze datum. Diverse
schema's en einddata zijn inmiddels be
discussieerd en beoordeeld. Op dit mo
ment is niet met zekerheid e^n datum te
noemen, waarop deze brok wetgeving de
praktijk zal gaan beheersen. Wel is duide
lijk dat de Tweede Kamer eerst in het zit
tingsjaar 1986-1987 de laatste wetsont
werpen behandelen zal die nodig zijn voor
de volledige invoering van het nieuwe
recht Rekenen we dan nog dat ook de
Eerste Kamer de ontwerpen zal moeten be-
ze artikelenreeks voorlopig te onderbre
ken. Mochten bepaalde onderdelen afzon
derlijke aandacht vragen dan zullen wij
daaraan die aandacht besteden, ook daar
waar het nodig lijkt onze belangen naar vo
ren te brengen. Voor een verdere gedetail
leerde informatie lijkt als gevolg van bo
venbedoeld uitstel, thans geen reden meer
aanwezig. Het spreekt vanzelf dat de ver
dere ontwikkelingen aan het NBW-front
nauwlettend zullen worden gevolgd en dat
wij tijdig onze informatieve serie over het
komend vermogensrecht zullen opstarten.