Naar een Nieuw Burgerlijk Wetboek
30
'Uit een verlangen om
aansluiting te behouden
met de veranderende
samenleving, brengt de
fabrikant van het
Monopoly-spel een aantal
wijzigingen aan in de
spelregels: uitkeringen
zowel a/s boeten worden
aangepast aan de
geldontwaarding in de
echte wereld.'
Met deze woorden startte
mr. C. J. B. Ebeling in
augustus 1983 een
artikelenserie onder de
titel: Naar een Nieuw
Burgerlijk Wetboek. In deze
serie werd informatie
gegeven over de
hoofdlijnen van het
komend recht. Nu de
invoering daarvan echter
enige jaren is opgeschoven,
is het beter ook de
informatie enige tijd op te
schuiven. In bijgaand
artikel wordt op een en
ander nader ingegaan.
maar iets langzamer
/n het augustusnummer 1983 van dit
maandblad heb ik, onder de eerste
helft van bovenstaande titel, de ko
mende wijziging van het Nederlandse ver
mogensrecht bezien. Een wijziging die er
een is in de reeks van aanpassingen, die de
leefregels van een gemeenschap van le
vende 'en dus veranderende mensen in de
loop van de tijd hebben ondergaan.
Voortgekomen uit het verlangen om de
maatschappij na de oorlogsjaren ook in de
regelgeving te vernieuwen, was - zo
schreef ik toen - aan prof. mr. E. M. Meyers
in 1 947 de gigantische opdracht gegeven
tot vernieuwing van ons burgerlijk recht.
Zijn werk is later overgenomen door ande
ren. Zij hebben bij hun werkzaamheden
uiteraard rekening gehouden met de in
middels veranderde omstandigheden en
de invloed die daarvan is uitgegaan op de
rechtspraak.
Het personen- en familierecht, neergelegd
in boek 1 NBW is inmiddels in 1970 in
werking getreden, gevolgd door het
rechtspersonenrecht in 1976. Het tempo
van invoering van de beide eerste boeken
Mr. C. J. B. Ebeling
Directeur Rabobank
Neder/and en Hoofd
Juridische en
Fiscale Dienst
deed vermoeden, dat binnen overzienbare
tijd ook het nieuwe vermogensrecht, neer
gelegd in de boeken 3, 5 en 6 tot geldend
recht zou worden. Genoemd werd het jaar
1986. Vooruitlopend op de totstandko
ming van dit nieuwe wettelijke systeem
hebben medewerkers van de Juridische en
Fiscale Dienst in de achter ons liggende
maanden aandacht in dit maandblad voor
het nieuwe recht gevraagd.
Na het hiervoor genoemde openingsarti
kel, is in een elftal bijdragen ingegaan op
onderdelen van het komend recht. Karak
teristiek voor de nieuwe regelgeving is, zo
zouden de conclusies aan het slot van elke
bijdrage samengevat kunnen worden,
meer systematische opbouw, een betere
aanpassing aan de behoeften en verlan-