Verbijsterend Onrustig velden worden verlicht door de zachte stra len van de ondergaande zon en herinneren aan de schilderijen van Ruysdael en Van de Velde. Op de weiden loopt vee van een goed ras, op de wegen gaan wagens beladen met garven graan. En over alles heen hangt de sfeer van gezonde en vredige arbeid. In Utrecht bevindt zich de leiding van de Coö peratieve Centrale Ra/ffeisenbank. De direc teur van de bank, G. Feikema, brengt mij zeer vriendelijk op de hoogte met de huidige situatie van het kleine krediet in de provincie Utrecht'. Na uitgebreid te hebben verhaald over de verschillen tussen het Utrechtse en het Eindhovense, besluit Sabler dit hoofdstuk met: 'Onder de Centrale Bank van Utrecht werken in 1906 (het achtste jaar sinds de oprichting) 208 banken met 13583 leden. In de loop van het jaar 1906 komen er 39 banken bij met 3088 leden. Ingelegd waren op31 december 1906 5729555 gulden en in de loop van het jaar 1906 kwamen er nog 1522403 gulden bij. Op 31 december 1906 was uitgeleend een som van 3303725 gulden en op de lopende reke ning was uitgegeven 840094 gulden Hier eindig ik het verslag over Sablers rap port. Maar we blijven met een vraag zitten. Wanneer Sablerzoveel tijd, energie, intelli gentie en begrip in zijn arbeid gestoken heeft, wat is daarvan dan het resultaat. Nu, dat is voor zover ik thans kan overzien min of meer verbijsterend en onbegrijpelijk. In 1908 geeft hij in Sint-Petersburg met grote zorgvuldigheid en verbazende bele zenheid zijn rapporten als boekdelen uit. Had hij verder niet veel te doen? Hoe zag de toestand er in zijn vaderland uit? De voort durend door de Tsaar gefrustreerde Doe- ma, ook nog gehinderd door de Rijksraad, waar nota bene Sabler deel van uitmaakte, hield zich intensief bezig met het perma nente agrarische probleem, veroorzaakt onder andere, doordat de middeleeuws- boerende moezjiek alleen maar heil zag in vergroting van zijn landbezit, en had een hervormingsplan ontvouwd. Maar de on benullige tsaar Nicolaas II was niet van zijn autocratische en absolutistische op vattingen te genezen. Desondanks zette de minister-president Stolypien, die ook verantwoordelijk was geweest voor het onderdrukken van de op standen op het platteland, zijn plannen tot versterking van de boerenstand door. Hij werd door de revolutionairen afgeschil derd als een reactionair, door de conserva tieve adel minachtend als 'boerenvriend' en door weer anderen als een liberale dic tator. Veel grond werd telkens weer ter be schikking van de boeren gesteld. De Boe- renbank, natuurlijk toch niet vergelijkbaar met onze boerenleenbanken, werkte met belangrijke kapitalen en heel wat grond ging van handelsbanken over in handen van burgers en rijke boeren. Maar de soli dariteit onder de boeren, die in het Westen het Raiffeisensysteem mogelijk maakte, ontbrak. Toch werd ook aan de verbetering van de landbouwtechniek veel gedaan. En zo is het niet onmogelijk, dat Sablers werk in vloed gehad heeft. Maar het bleef onrustig in Rusland en het uitvoeren van de plannen die jaren nodig hadden en de goede kant uitgingen, was door de geschiedenis niet gegeven. Op 1 september 1911 werd Sto lypien vermoord en toen was Sabler Procu reur-Generaal van de Heilige Synode ge worden. In 1914 werd Rusland meegesleept in de wereldoorlog. Zoals altijd onder dergelijke omstandigheden wordt dan het nationalis me versterkt en reformatistische bewegin gen raken op de achtergrond. Misschien is Sabler daardoor beïnvloed en ook door zijn dodelijke angst voor het socialisme. Maar wanneer in een geschiedenisboek gezegd wordt dat onder Sablers procureurschap van de Heilige Synode de tijden van Pobje- donostsev weer terug kwamen, is dat niet te begrijpen, nu we zoveel uren de mens Sabler hebben gevolgd op zijn reis door Nederland. Maar toch moet er iets, tot nu toe voor mij onverklaarbaars, gebeurd zijn. Want ik moet afgaan op wat Enno van Gel der in zijn boek 'Rusland, epos van leed en strijd, deel II', schrijft op blz. 1 33: 'De ellen dige toestanden in het leger, de slechte proviandering, de noodzaak tot opvoering van de produktie hadden eindelijk de rege ring overtuigd, dat de bureaucratie het niet kon bolwerken en op 20 juni 1915 werd de eerste speciale commissie ingesteld, be staande uit Doemaleden, ambtenaren, fa brikanten en bankiers, die onder voorzitter schap van de minister van oorlog en alleen verantwoordelijk aan de tsaar, de bevoegd heid had tot requisities, het opdragen van orders voor produkties, het onderzoek naar toestanden bij de produktie, het verkeer enz. De resultaten waren zo gunstig, dat binnen enkele maanden vier van dergelijke specia le commisies werden geïnstalleerd. Een fris se wind woei door het muffe gebouw der bureaucratie, hij werd tot een storm aange blazen door de kritiek van zjemstwo's, ge meenteraden en commissie van Doemale den, door het persoonlijk optreden van Rodzjanko en vorst Lwow bij de tsaar. (Ha, dacht ik, nu krijgt mijn goede Sabler zijn kans. Maar wat lees ik verder?) 'En die storm blies in de zomer een aantal ministers van hun zetel, die van binnenland se zaken, die van justitie en die van oorlog en de procureur-generaal van de Heilige Synode'. Daar gaat onze sympathieke Sa bler, de vriend van Berkvens en pater Van den Eisen. Maar hij schijnt tot 1929 ge leefd te hebben en dan heeft hij niet alleen Lenin, maar ook nog Stalin meegemaakt. Sabler is mogelijk wel een typisch voor beeld, van hoe in Rusland goede bedoelin gen altijd weer halverwege blijven steken. Ondanks de frisse wind van 1915, ging de Russische geschiedenis, als in een Grieks drama, onafwendbaar haar noodlot tege moet.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 25