Nederlandse inbreng
Voedingsmiddelenconsumptie in Oost-Europa en de Sovjetunie
(per hoofd van de bevolking, 1980)
Agrarische produktiviteit in Oost-Europa en Sovjetunie (vergeleken met Nederland)
(gemiddeld per jaar1980)
Noodzakelijke invoer
voer eveneens te beperken tot 33 miljoen
ton in 1983/1 984, mede dankzij een bete
re oogst. Een verdere invoerbeperking lijkt
vooralsnog niet tot de mogelijkheden te
behoren, mede gezien de slechte oogst-
verwachtingen voor dit jaar. De samenge
voegde cijfers doen geen recht aan de po
sitie van de netto-exporteurs Bulgarije en
Hongarije. Hun export bestaat voorname
lijk uit vee, vlees, groenten en fruit.
Een verdere vermindering van de invoeraf-
hankelijkheid noopt tot een aanzienlijke
produktiviteitsverbetering in het meren
deel der Oostbloklanden, zowel in de ak
kerbouw als veeteeltsector. In de Sovjet
unie vereist dit onder meer verbetering van
landbouwgronden en infrastructuur, gro
ter gebruik van kunstmest, vergroting van
de opslagcapaciteit, betere voorzieningen
voor de veestapel, alsmede aanschaf van
kapitaalgoederen voor de mengvoederin
dustrie. De Oosteuropese landen ontko
men evenmin aan kapitaalinjecties in de
agrarische sector. Met name het produk-
tieproces in de veeteeltsector biedt nog
volop mogelijkheden tot mechanisatie.
Voor de doorvoering van deze verbeterin-
Bulgarije DDR Hongarije Polen Roemenië Sovjetunie Tsjechoslowakije
Vlees- en vleesprodukten (kg)
61
89
72
74
60
57
85
Eieren (stuks)
204
290
317
222
270
238
312
Melk- en melkprodukten (kg)
N.B.
N.B.
166
262
185
314
230
Groenten (kg)
126
97
80
101
140
93
71
Aardappelen (kg)
26
142
62
158
71
112
90
N.B. niet bekend
Tabel II
Bulgarije DDR Hongarije Polen Roemenië Sovjetunie Tsjechoslowakije Nederland
Eieren per hen
144
205
151
126
160
201
228
260
Melkgifte per koe (liters)
2 700
3 900
3 700
2 800
2 000
2 100
3 200
5 000
Granen (kg/ha)
3 700
3 800
4 800
2 300
3 100
1 500
4 200
5 700
Aardappels (kg/ha)
8 600
18 000
15 000
1 1 300
14 400
9 700
13 800
36 400
garije, te voorzien van zaaigoed, kunst
mest, veevoeder en fokvee. Ook andere fa
ciliteiten zoals moderne technische mid
delen worden ter beschikking gesteld.
Roemenië heeft eveneens het belang van
het nevenbedrijf ontdekt, doch hier wordt
de knoet gehanteerd. Elk particulier land
bouwbedrijf is verplicht minstens één koe,
vijf schapen of twee geiten te houden. Rus
land ten slotte heeft het persoonlijke ne
venbedrijf ook meer ruimte gegeven. Eve
nals in Hongarije en Bulgarije dient de col
lectieve boerderij grondstoffen en hulp
goederen ter beschikking te stellen, terwijl
de produkten worden verkocht aan de kol-
choze. In Polen gaan daarentegen stem
men op de bedrijfsomvang van particuliere
boerderijen te vergroten ten einde de doel
matigheid op te voeren. De omvang zou
moeten toenemen tot omstreeks 50 hecta
re.
Als gevolg van de groeiende kloof tussen
vraag en aanbod in de jaren zeventig zagen
de Oostbloklanden zich genoodzaakt be
langrijke agrarische inkopen te doen bij
derden. Het tekort op de agrarische han
delsbalans van Oost-Europa liep op van
1,1 miljard dollar in 1 971 tot 3,8 miljard in
1980. Het tekort op de agrarische han
delsbalans betekende een zware belasting
voor de totale handelsbalans, waarvan het
tekort in 1980 opliep tot 5 miljard dollar.
Rusland, dat in 1971 nog circa 60 procent
van de Oosteuropese invoerbehoefte aan
granen dekte, werd in de jaren zeventig de
grootste graanimporteur ter wereld. In
1 981/1 982 bereikte de Russische graan-
invoer een hoogtepunt van 45 miljoen
ton.
In de afgelopen jaren hebben de Comecon-
landen getracht de agrarische invoer te re
duceren en indien mogelijk de export van
landbouwprodukten te vergroten. Naast
de zware belasting voor de handelsbalans
speelde voor verscheidene landen de
schuldenproblematiek een rol, alsmede de
angst voor een te grote invoerafhankelijk-
heid. Oost-Europa is inderdaad in zijn
pogingen geslaagd de agrarische invoer te
beperken. De invoer van granen - veruit
het belangrijkste importprodukt - liep te
rug van ruim 1 7 miljoen ton in 1 980 tot 6
miljoen ton in 1 983. In landen zoals Polen,
dat de graaninvoer meer dan halveerde,
had dit eveneens repercussies voor de
veestapel. De Sovjetunie wist de graanin-