Scepsis, schokken, pieken Eigenlijk begint het nu pas Nauw overleg over bedoeling, opzet en uit werking met de Ondernemingsraad is noodzakelijk, ja vanzelfsprekend. Maar dat niet alleen: er moet open informatie zijn naar alle personeelsleden over wat er staat te gebeuren en over wat er uitkomt. Rintel noemt ook nog een andere voor waarde voor zo'n project. Er moet zeker tijdsdruk ingebouwd zitten. Anders treedt onvermijdelijk verslapping in en verwatert de zaak. Vandaar dat bijvoorbeeld het deelproject OTW-Eenheden met vier 'gol ven' te werk ging. Voor elke golf waren tien weken beschikbaar en daarin moesten tel kens 10 a 20 eenheden onder de loep worden genomen. Op die wijze konden ook de deelonderzoeken elkaar enigszins in tijd overlappen en opvolgen. Je had zelfs gele genheid van eerdere ervaringen te leren. In december 1982 werd, degelijk gemoti veerd, het vooronderzoek OTW aangekon digd. Drie maanden zijn we intensief met dit onderzoek bezig geweest. Pas daarna kwam het eigenlijke project geformuleerd naar buiten. Enige scepsis was er aanvan kelijk: 'Moetje ook nog zo'n vooronderzoek houden? Het zal ons benieuwen of dat wel serieus is en of er een project uitkomt.' Dat is de mensen meegevallen; ze bleken er zelfs over mee te kunnen praten. Is er een schrikreactie geweest? Bij het vooronderzoek niet, zegt Rintel. De eerste echte schok kwam toen er in 2 a 3 weken zo'n 20 medewerkers uit hun werk werden gehaald om lid te worden van het project team OTW. Het was serieus! Je kunt ook wel zeggen, dat zo'n project altijd iets 'be dreigends' krijgt, zodra het woord effi ciency verschijnt. Dat is normaal, vooral als het aan je eigen deur klopt. Zo'n project is immers op de doelmatigheid afgestemd, het is resultaatgericht. Maar het is te sterk om van een echte schrikreactie te spreken. Er waren wat schokken, ook toen bleek dat er behoorlijke tijdsdruk achter zat. Erzullen mensen geweest zijn die het daarte kwaad mee kregen, maar in totaal bezien heeft dat toch beslist niet tot onherstelbare moeilijk heden geleid. Daarvoor groeide het be grip voor de gehele operatie te snel. Dat werd natuurlijk ook sterk bevorderd door ons uitgangspunt: niemand wordt ontsla gen en als er een andere functie of werk plek voor een werknemer moet komen, ge beurt dat met behoud van het salaris. Inte ressant is in dit verband, dat ook de hoofd directie onder het project viel. Enerzijds was deze zelf bereid om verbeteringen in haar functioneren aan te brengen, ander zijds werd daarmee een uitdrukkelijke wens van de medewerkers gehonoreerd. Van personeelsstandpunt bezien beteken de dit: niet alleen wij, maar ook zij! Ook zo kregen we een OTW zonder hokjesgeest. Meer dan 2000 voorstellen voor verbete ringen heeft de OTW opgeleverd, grote en kleine. Een gedeelte was direct uitvoer baar, andere vereisten nadere bestudering. Er is ook een aantal dat niet bruikbaar is. De besparingen? Er zijn heel wat 'mens jaren' vrijgekomen door automatisering, efficiency, werkvermindering, stoppen van werk en verschuivingen binnen Rabobank Nederland respectievelijk naar de aange sloten banken. Anderzijds bleek uitbrei ding van werk een niet onaanzienlijk aantal 'mensjaren' te vragen. De resultante was dat er tijdelijk de situatie ontstond, dat er een vrij groot aantal mensen nog niet op hun definitieve plaats terecht is gekomen. Dat is van de aanvang af voorzien. We verwachtten van te voren dat de groep van het door de OTW 'vrijgekomen' personeel vrij snel zou stijgen tot een piek, om daarna wat geleidelijker, maar beheerst weer te dalen. Het enige verschil met de prognose is geweest, dat de piek drie maanden later kwam dan werd voorzien. Maar verder wordt het personeelspro bleem binnen het voorziene schema opge lost. Dat zal naar verwachting in 1 986 het geval zijn. Rintel gaat hier wat dieper op in. Het 'vrij komen' van zoveel mensen was het meest gevoelige en moeilijke punt van het hele project. Het allerbelangrijkste is om die mensen perspectief te geven. Het geloof in het project zou verdwijnen als het perso neel er slachtoffer van zou worden. Moeilijk is het vooral geweest voor mensen die meteen naar een andere functie gin gen. Men is niet gewend aan zulke veran deringen, voor normale sollicitatieproce dures was geen tijd en al werd zoveel mo gelijk de keuzevrijheid vooropgesteld, de betrokkene heeft toch het gevoel veel risi co te nemen. Daarom is afgesproken: zo'n nieuwe baan is er in principe voor een half jaar. Daarna kunnen we het in overleg opnieuw bekijken. Achteraf blijkt 60% graag in de nieuwe functie te blijven zitten. Tussen haakjes: de vrijgekomenen zijn be slist geen 'kneusjes'. Ze zijn als groep representatief voor de kwalititeit van ons hele personeel. De OTW had onder andere als doel de mensen op de voor hun zelf en het bedrijf meest juiste plaats te brengen en hun bekwaamheid te vergroten. Een gelukkige omstandigheid was dat het aantal vacatu res voldoende was voor de opvang. Maar een vacature kun je niet zo maar vervullen. Daarom is een grote groep vrijgekomen medewerkers tijdelijk ingezet in vacatures (rotatiegroep) en in opleiding genomen. Voor een deel is ook een specifieke oplos sing gezocht. Vooral het speciaal ontwor pen opleidingsprogramma is zeer aantrek kelijk gebleken. Er waren zelfs veel vrijwilli gers voor. Door dit alles is de gewenste beweging in het personeelsbestand gekomen. Door stroming naar andere functies is, ook men taal, tot een veel normaler verschijnsel ge worden dan vroeger. Maar Rintel waar schuwt er voor om niet te vroeg te juichen. 'Mijn grootste zorg is de nu verkregen mo biliteit en opleidingsinspanning voort te zetten. Dat moet niet gaan verslappen!', zegt Rintel. De mobiliteit van het perso neel, hun bereidheid een andere functie en woonplaats te aanvaarden, was een der sleutels van de OTW-operatie. De sleutel paste, de piek van 'vrijgekomenen' is al sterk gedaald en binnen afzienbare tijd is deze problematiek volgens programma verwerkt. De OTW-Commercie heeft uit haar aard een veel langduriger impact. Enorm veel onderzoek is verricht om een beter inzicht in produkten en markten te krijgen. Daar hebben ongeveer honderd medewerkers uit het hele bedrijf aan meegedaan. De lijnen zijn getrokken en die komen nu en in de toekomst duidelijk te voorschijn. Onze aangesloten banken zijn bij de eerste drie deelprojecten nauw betrokken ge weest. Dat kon ook niet anders, want het bedrijf van Rabobank Nederland is ten nauwste verweven met dat van de plaatse lijke Rabobanken. Er zijn van de banken waardevolle suggesties tot verbetering ontvangen. Onder andere voor de regio kantoren. Zij verlenen intensief medewer king tot het opleiden van personeel van Rabobank Nederland, met name door sta ges op lokale banken mogelijk te maken. Niet uit te vlakken is ook de veelheid van basisgegevens, die door de banken ver strekt zijn voor de commerciéle studie. De OTW-Organisatie, het sluitstuk, staat op papier. De grote lijnen zijn al geconcreti seerd, maar worden nog nader gedetail leerd ingevuld. Dat zal dit jaar klaar komen. Daarmee is het OTW-project beëindigd. Officieel. Maar Rintel houdt even de vinger waar schuwend omhoog. Want behalve het in vullen van het organisatieschema resteren er nog een paar dingen. Ten eerste: er zijn nog steeds mensen in rotatie en opleiding. Die komen pas volgend jaar in hun defini tieve functie. Ten tweede: er komen nog re gelmatig mensen bij uit te voeren voor stellen. Er zijn nog 800 van de oorspronke lijke 2000 voorstellen, die tot eind 1985 moeten worden uitgevoerd. Het is van groot belang ervoor te zorgen, dat al die mensen op 'hun' plaats terecht komen. Dat vaak gevoelige aspect van de OTW moet onverminderd de volle aandacht houden. Voor de vuist weg, maar zonder moeite, somt Rintel ons tot slot heel beknopt op wat zijns inziens met de OTW bereikt is: mensen zijn meer kosten- en batenbe- wust geworden; stijl en structuur van werken zijn omge bogen van het beheersmatige naar een meer marktgerichte opstelling; de juiste man of vrouw is op de juiste plaats gezet. Maar Rintel zegt ook: 'De mensen moeten het nu zelf waarmaken! Eigenlijk begint het nu pas.' Dat is dan een coöperatieve uitdaging aan het eind van de OTW-opera- tie, die zelf in doel en aanpak al veel weg had van een coöperatief ondernemen. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 10