at ons bezighoudt Wob Q m^eptember en verder WIR in beweging Na de maand september is het jaar snel om. Ondertussen wijst de ervaring uit dat verrassingen - prettige of onprettige - al tijd nog mogelijk zijn. Dat kan dus ook in de komende maanden gebeuren. Maartoch is onze verwachting, dat het laatste kwartaal niet zo veel veranderingen zal brengen in het voorafgaande beeld. De kenmerken daarvan zullen waarschijnlijk ook in de ko mende maanden te zien zijn. De lijnen, die uit het deze zomer verschenen halfjaarlijk se verslag van ons en van de drie andere grote banken naar voren kwamen, lijken al thans voorlopig door te lopen. De rente gedraagt zich rustig. Bij het schrijven van dit stuk was er weinig aanlei ding om schokkende bewegingen, naar onder of naar boven, te verwachten. Dat is bij de intrede van een najaar in het recente verleden wel eens heel anders geweest! Ook hebben we wel eens opgeluchter kun nen ademhalen, wanneer we aan de rente marge dachten. Deze blijft krap, zoals ze het hele jaar al is geweest. Vroeger was in menig gezin september de maand van de verplichte hervatting van het levertraan slikken. Deze keer kunnen wij helaas nog niet verkondigen dat met de r van septem ber ook de r van rentemarge weer als van ouds is teruggekeerd. De eerder voor 1984 uitgesproken ver wachtingen worden tot dusver vervuld. Geleidelijk aan worden de tekenen van op leving in economie en bedrijvigheid zicht baar. Een beginnend herstel dat niet in alle sectoren in gelijke mate afleesbaar is, maar dat krachtig genoeg lijkt voor verdere ont plooiing, ondanks eventuele tegenslagen. Het is bijvoorbeeld te merken aan de groter wordende investeringsgeneigdheid bij het bedrijfsleven. Hoewel de omvang van onze kredietverlening aan bedrijven en particulieren gestaag omhoog gaat en waarschijnlijk in de komende maanden nog verder zal stijgen, verwachten wij niet dat de kredietvraag op korte termijn opval lend sterk zal aantrekken. Ook niet door de duidelijk grotere investeringsgeneigdheid, want investeringen zullen in de eerste plaats met eigen middelen gefinancierd worden. Vele bedrijven zijn daartoe in staat door hun ruime liquiditeitspositie. Hier moge overigens aan toegevoegd worden, dat de agrarische kredietverlening, voor zover nu te bezien, een iets minder opti mistisch beeld oplevert. Voor somberheid is geen reden, maar het is wel merkbaar dat de recente EG-maatregelen een zekere domper op de kredietvraag uit diverse agrarische sectoren zetten. Mede daarom zal onze kredietverlening in de komende tijd vermoedelijk slechts een getemperde stijging vertonen. De lichte verbetering op spaargebied, die in het eerste halfjaar voorzichtig aan de dag trad, heeft sindsdien aan kracht ge wonnen. Dit is bemoedigend al blijft het zorg baren, dat de aanwas nog lang niet op het niveau is, dat wij graag zouden willen. Onze nieuwe spaarsystematiek heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen, dat er van verbetering sprake is, maar de inkomens ontwikkeling en zeker ook de fiscale be handeling van de spaarrente werken nog steeds belemmerend op de spaarzin. Wij blijven hopen dat daar verandering in komt, respectievelijk gebracht wordt! Al met al hoeft er over de naaste toekomst niet al te somber gedaan te worden. De symptomen van een beginnend herstel hebben we in eigen bedrijf al ervaren. Ten dele is dat het gevolg van eigen beleid, zoals de introductie van een nieuwe hypo- theekvorm, die de kredietverlening duide lijk gestimuleerd heeft. Onze resultaten zullen echter ook dit jaar onder een zekere druk staan, ten gevolge van doorgaande VAR-toevoegingen, krappe rentemarge en scherpe concurrentie. Desondanks menen we over het hele jaar genomen op een naar onze maatstaven bevredigend resultaat te mogen rekenen. Na het verschijnen van ons halfjaarlijks verslag is in de pers reeds opgemerkt, dat de 'Rabo' het nog niet zo gek gedaan heeft, zelfs beter dan haar concurrenten. Dat oordeel willen wij ons zelf niet aanma tigen, ook al omdat vergelijkingen vaak mank gaan. Ons streven is steeds gericht op een gestaag doorgaande gezonde ont wikkeling van ons bedrijf. Zonder extreme pieken of diepe dalen, maar gegrond op een solide basis, die onze cliënten vertrou wen schenkt. Wij zijn met name verheugd, dat we die basis, ons eigen vermogen, ook dit jaar weer kunnen versterken. Inder daad, dat eigen vermogen is tot een sub stantieel bedrag gegroeid, maar dat wil niet zeggen dat men ons 'rijk' zou mogen noemen. Het is immers een 'rijkdom' die eenvoudig nodig is om een goede, gezond conservatieve solvabiliteit te kunnen pre senteren. Nodig voor ons zelf en voor de genen, die met ons zaken doen, die hun be langen aan ons hebben toevertrouwd. In dat opzicht waren voor ons de halfjaarcij fers 'normaal' en dus tevredenstellend. Wij hopen er voor te kunnen zorgen dat die cij fers normaal blijven. Bevordering van de bedrijfsinvesteringen, en daarmee van de produktie en de werk gelegenheid, is het belangrijkste doel van de Wet Investeringsrekening. De subsidie, dit jaar naar verwachting in totaal 5,3 mil jard gulden, vindt zijn weg door middel van een investeringspremie, variërend van 8 tot 14%, met daarnaast een zestal speci fieke toeslagen. Ten einde de regeling te vereenvoudigen en oneigenlijk gebruik tegen te gaan staan er op dit moment enkele wetswijzigingen voor de deur. Beoogd wordt onder meer af schaffing van de Grote Projectentoeslag, de Bijzondere Regionale Toeslag en de Ruimtelijke Ordenings Toeslag. De Milieu- en Energietoeslagen worden vereenvou digd; de Kleinschaligheidstoeslag blijft in de huidige vorm gehandhaafd. Een andere wijziging heeft betrekking op de investe ringspremie zelf. Voorgesteld wordt geen onderscheid meer te maken naar bedrijfs middel en voortaan één basispremie van 1 2,5 toe te passen. De wetswijzigingen zijn reeds in een vergevorderd stadium en zullen waarschijnlijk binnen afzienbare tijd geëffectueerd worden. Van veel verdere strekking is de suggestie van dr. Duisenberg tot afschaffing van de WIR in ruil voor een korting op de sociale lasten van werkgevers. Met deze subsidie verschuiving van bedrijfsmiddelen naar ar beidskrachten wordt een arbeidsintensie-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 2