Herfina n ci erin g Aanpassing de verslechterde situatie in de wereldeco nomie uitgesteld, terwijl hun buitenlandse schuld intussen voortdurend toenam en ten slotte een onhoudbare omvang bereik te. Door al deze oorzaken steeg het tekort op de lopende rekening van de betalings balans der niet-olie-exporterende ontwik kelingslanden van ruim 40 miljard dollar in 1 978 tot bijna 11 0 miljard dollar in 1 981 Hun buitenlandse schuld bereikte daar door eind 1982 reeds een omvang van meer dan 600 miljard dollar, zodat alleen al voor rente en aflossing in dat jaar een be drag van ruim 100 miljard dollar benodigd was. Dat is bijna 25 procent van hun totale in de vakantieperiode een grootscheepse reddingsoperatie op touw gezet. Binnen een paar dagen werd zowel door de Ameri kaanse regering als door de Bank voor In ternationale Betalingen aan Mexico een omvangrijk overbruggingskrediet ver schaft. Spoedig daarna kwam het IMF met Mexico tot overeenstemming over een aanpassingsprogramma, op grond waar van een bijstandskrediet werd verleend, dat - onder zware druk van het IMF en sommige centrale banken - vergezeld ging van additionele kredietverlening door het particuliere bankwezen. Ten slotte bereikte Mexico ook een akkoord met zijn buiten landse crediteuren - overheden zowel als teuren over herstructurering van de uit staande schuld. Net als in het geval van Mexico, werd daarbij meestal door nauwe samenwerking van alle betrokken partijen - debiteurland en buitenlandse schuldei sers, nationale overheden en particuliere banken, internationale instellingen en cen trale banken - in korte tijd, op basis van een IMF-bijstandskrediet met een bijbeho rend aanpassingsprogramma, een (her)fi- nancieringspakket tot stand gebracht. Daarmee werd het liquiditeitsprobleem van het betrokken land voorshands be dwongen. Aldus werd de eerste fase van de interna- EXTERNE SCHULD 800 NIET-OLIEONTWIKKELINGSLANDEN Lange schuld aan officiële crediteuren (in miljarden dollars) Overige particuliere lange schuld 600 Lange schuld aan financiële instellingen Korte schuld 400 - 200 - 1974 1976 1978 1982 1980 1984 1974 1 1 1976 Bron: IMF uitvoeropbrengsten (voor Latijns-Amerika zelfs meer dan 50 procent). Het is duidelijk dat deze ongezonde situa tie vroeg of laat tot ontlading moest ko men. Dit gebeurde dan ook in augustus 1 982, toen Mexico als een der grootste de- biteurlanden meedeelde, dat het niet lan ger kon voldoen aan zijn buitenlandse schuldverplichtingen en daarom uitstel van aflossing verzocht op bijna 20 miljard dollar overheidsschuld aan ongeveer 1400 buitenlandse banken, mede doordat Mexicaanse burgers en bedrijven wegens gebrek aan vertrouwen in hun nationale economie op grote schaal kapitaal naar het buitenland overbrachten. Bovendien wa ren buitenlandse bankiers, eveneens door toenemend wantrouwen in de krediet waardigheid van dit land, niet meer in vol doende mate bereid om aflopende deposi to's en kredieten te verlengen en nog min der om nieuwe leningen te verstrekken. Onmiddellijk na de uitbarsting van de Mexicaanse liquiditeitscrisis werd midden banken - over de herstructurering van zijn in de eerstkomende jaren vervallende schuld, waarbij uitstel van aflossing werd verleend en de periode van terugbetaling werd verlengd. Ondanks deze voortvaren de oplossing had de Mexicaanse liquidi teitscrisis toch een forse deuk aangebracht in het vertrouwen van het internationale bankwezen in de kredietwaardigheid van de debiteurlanden. De bereidheid tot ver dere kredietverlening aan dergelijke lan den werd zodanig aangetast, dat zelfs ver vallende kredieten niet meer werden ver lengd en uitstaande deposito's werden te ruggetrokken. De verstrekking van additio nele nieuwe leningen werd al helemaal af geremd. Dit had uiteraard weer tot gevolg, dat steeds meer van dergelijke landen in (her-)financieringsproblemen verzeild raakten, zodat de schuldcrisis zich als een lopend vuur verspreidde over de Derde Wereld. Niet minder dan dertig ontwikke lingslanden, met een totale buitenlandse schuld van ongeveer 400 miljard dollar, zagen zich vorig jaar genoopt tot onder handelingen met hun buitenlandse credi- tionale schuldcrisis succesvol afgerond, althans wat de financiering betreft. Naast de financieringskant resteerde ech ter nog de realisering van het aanpassings programma als tweede element in de op lossing van de schuldcrisis. De betrokken ontwikkelingslanden moesten zich immers voegen naar de gewijzigde omstandighe den in het financieel-economisch wereld klimaat. Zo moesten ze, om hun externe schuldenlast terug te brengen tot een meer houdbare omvang, hun beroep op buiten lands kapitaal beperken, voorzover dit niet reeds vanzelf gebeurde door de teruglo pende bereidheid tot kredietverlening van het internationale bankwezen. Dus moes ten zij hun betalingsbalans weer in even wicht brengen door het tekort op de lopen de rekening terug te dringen en aan te passen aan de verminderde kapitaaltoe- stroming. Daartoe dienden zij de goede- reninvoer te beperken en de uitvoer te be vorderen, alsmede de kapitaalvlucht tot stilstand te brengen. Het hiervoor beno-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 29