Desoriëntatie rond hoofdzetel na fusie De Croeselaanse uitdaging stuurs- en directieleden waren zichtbaar, want 'het gouden laantje' mocht dan enigszins opzij liggen, de grote en de kleine bestuurskamer mondden uit op een galerij, ledereen kende iedereen van gezicht, al thans de eerste jaren, en wist ongeveer wat de ander deed. Zelfs de buitendienst, de in spectie, kreeg je te zien, als ze hun weke lijkse bespreking hadden, eerst op zater dagmorgen later op vrijdagmiddag. Maar toen het eenmaal goed op gang kwam, groeiden we in tal en last. We barst ten haast letterlijk uit dat eens zo royaal opgezette gebouw. Eerst redden we ons nog met een grote 'semi-permanente' aan bouw, later kwam de 'Overkant' en kwa men er verschillende nederzettingen in de buurt. Want, er werd zacht gezegd nogal wat nieuwe activiteit ontplooid. Ik noem willekeurig maar een aantal activiteiten: het rapport landbouwkrediet en alles wat daaraan vast zat - kredietadvisering! -, as surantie- en reisbemiddeling, opleiding, publiciteit en PR, en natuurlijk de opkomst van de automatisering, voorafgegaan door mechanisering. Opmerkelijk was dat het persoonlijk contact tussen onze banken en de mensen van de centrale bank opbloei de. De auto maakte directeuren (eerst nog 'kassiers') en besturen mobiel en de Ja- cobsstraat werd een open huis. Echt een centrumadres voor de organisatie. Die Jacobsstraat staat de slopershamer te wachten. Het gebouw zelf had het nog best eeuwen kunnen uithouden. Stoer regen, wind en zon trotserend. Helaas, het wordt geen 'monument duurzamer dan koper'. Dat had het verdiend. Je zou het nu al kunnen bezingen om wat zijn muren heb ben geherbergd. Maar iets van de nestgeur uit dit vroegere huis van onze stam is toch overgewaaid naar de Croeselaan. En dat is belangrijk! De grote fusie bracht een, gelukkig korte, periode van desoriëntatie rond onze hoofdzetel. Zowel in Eindhoven als in Utrecht. We weken uit naar Amsterdam en omgeving. Daarzouden we nieuwe wortels schieten. Dr. Verhage, hoofdman van de nieuwe constellatie in wording, trok met de heer Klarenbeek en secretaresse mevrouw Telkamp naar de Herengracht 110. 'Een wonderlijk huis', schreef Klarenbeek bij het afscheid van Verhage. Dat was het eerste deel van het 'zetel-intermezzo'. Het vol gende speelde zich een jaar lang (1971- 1 972) af in Amstelveen aan de Prof. E. M. Meyerslaan. Over de huisvesting aldaar geen kwaad woord. Die was prima. Alleen, de zetel kwam niet tot leven. Daar hebben we ervaren, dat we vooral als organisatie georiënteerd zijn op Utrecht en Eindhoven. Hoezeer Amsterdam ook voor ons het fi nanciële centrum is, in ander zeer gewich tig opzicht bleek die stad voor ons te ex centrisch. De Centrale Rabobank kon er niet tieren. De knoop werd daarom doorge hakt en de 'zetel van raad van beheer en hoofddirectie' naar Utrecht overgeplaatst: 'voorlopig' aan de Beneluxlaan. Plannen om in Amstelveen de zetel in een groot en heel hoog kantoorgebouw te zet ten, verdwenen zonder een spoor na te la ten. En allengs werd er ook steeds minder benadrukt, dat de nieuwe Rabobankorga- nisatie over twee of zelfs drie hoofdkanto ren beschikt. Want ook mentaal ging de fu sie vorderingen maken. We hadden Am stelveen niet meer nodig om de afstand tussen Eindhoven en Utrecht te overbrug gen! De zetel van de Rabobankorganisatie moest eenvoudig daar zijn, waar hij het ge makkelijkst bereikbaar is. Geografisch is dat in ons land Utrecht en dan nog liefst aan het spoor. Het is geen wonder dat er in Eindhoven dat tweede hoofdkantoor staat. Ook dat ligt voor grote delen van ons land binnen bereik en, merkwaardig, vlak bij het station. Het is alsof Rabobank Ne derland in zijn zetel- en kantoorkeuze intuï tief de structuur van haar organisatie laat meespreken. De Beneluxlaan heeft zo'n 5 jaar (1973- 1 978) 'gediend'. Wie er 'gezeten' heeft zal er heel goede herinneringen aan hebben. Ik denk ook, dat die Beneluxlaan een be langrijke bijdrage geleverd heeft aan het hecht in elkaar smeden van die ene centra le bank, die uit de fusie is ontstaan. Maar de Beneluxlaan was geen blijvertje, was daar ook nooit voor bedoeld. Er moest een veel en veel grotere kantoorruimte komen. Liefst een, waar we zelf de Centrale-Kring vergadering en allerlei andere gezelschap pen konden ontvangen. Voor eigen nieuw bouw was de tijd misschien nog niet rijp, ook al omdat de praktische gevolgen van de fusie en de in gang gezette expansie enorm veel aandacht opeisten, ledereen kent het vervolg. We trokken in 1978 Hoog Catharijne binnen. Vele buitenstaanders, en zelfs bezoekers, hebben vermoedelijk nooit geweten hoeveel ruimte in dat ont zaglijk grote complex wel door Rabobank Nederland bezet werd. Aan de Hoog-Ca- tharijne-passanten viel het nauwelijks op dat er boven, onder en opzij van hen in het Gildekwartier een compleet Rabohoofd- kwartier aan het werk was. Hoog Catharij ne is indertijd niet met veel enthousiasme betrokken: zo groot en zo druk. Ik geloof ook niet, dat de jongste verhuizing naar de Croeselaan afscheidssentimenten heeft losgemaakt. Aan de typische gevoelswaar de die je aan 'ons' kantoor verbindt, is Hoog Catharijne in ieder geval niet toege komen. De plek was daar te ongrijpbaar, te onomvatbaar voor. Maar gezegd moet worden: Hoog Catharijne was beter dan we eerst dachten. Het is meegevallen. Toen we eenmaal binnen waren, gewend en georiënteerd tussen en in de 'torens' met de doorloop naar het 'witte gebouw', ont stond daar toch een zekere 'Rabosfeer', waar de meesten van ons zich best thuis- voelden. We hebben er ten slotte in die vijf jaar het een en ander beleefd! Ook als organisatie, want er zijn een heel stel span nende Centrale-Kringvergaderingen ge houden. Wat nu over de Croeselaan als werkplek te zeggen? Alles zit erop en eraan, maar eigenlijk is het nog een onbeschreven blad papier. Blanco, clean, met een paar fraaie en warm aangeklede gedeelten. Efficiency is het motto en de vele verdiepingen, gan gen en kamers lijken alleen in nummers en het kleurtje van elkaar te verschillen. Dat is voor een modern groot kantoor dat aan zo'n 1 700 mensen onderdak moet bieden ook vanzelfsprekend. Over zo'n gebouw ga je waarschijnlijk ook niet praten, of denken zoals vroeger over de knusse Kromme Nieuwe Gracht, of over de gezellige Ja cobsstraat. Daarvoor zit de schaalvergro ting mentaal en fysiek te veel in de weg. Betekent dit, dat er zich onder de bewoners van Rabobank Nederland geen eigen 'Croeselaan-cultuur en -sfeer' zal kunnen ontwikkelen? Zal de Croeselaan alleen maar als iets cleans en efficiënts worden ervaren? Geen vrees, dat zal ons niet over komen! Want, wie binnen de glazen wan den doordringt hoort oude vertrouwde klanken. Geluiden die net als vroeger de Rabobankorganisatie in al zijn facetten voor de geest brengen. Goed, het zal wel even duren eer die overgeërfde traditie, die iedere medewerker van jong tot oud be wust of onbewust een beetje meedraagt, haar stempel op die kapitale zetel heeft gezet. Maar reken erop dat die traditie zich vroeg of laat ook in de nieuwe omgeving voelbaar zal gaan manifesteren! Met Hoog Catharijne waren we ten slotte ook al een heel eind op weg. Het zal anders gebeuren dan vroeger, maar op een aparte manier onmiskenbaar. Hoe? Dat weet niemand. Dat is de uitdaging. Het wordt in ieder ge val op z'n Croeselaans met nestgeur en al. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 27