Representatief en
symbolisch
Schoolvoorbeeld
Water bij de wijn
vervolg van pagina 19
hele lichtval is op deze plek drastisch ver
anderd. Juist in zijn ijle constructie trekt
het bankgebouw onweerstaanbaar de aan
dacht. Sommigen zullen de glasstructuur
een voorbeeld van pure schoonheid noe
men, anderen misschien een brok niet-ge-
wenste uitheemse architectuur, maar nie
mand kan er onbewogen aan voorbijgaan.
De Croeselaan heeft er een dimensie bijge-
kregen. De consequente toepassing van
een vlies van glas, slechts door smalle re
gels onderbroken, markeert gewis een his
torisch moment in de bouwkunde van
vandaag. In zijn soort zal het Rabobankge-
bouw in Utrecht hoogstwaarschijnlijk blij
ven gelden als een hoogtepunt van bepaal
de ontwikkelingen, een culminatie van
trends. Maar een bepaalde diepe achter
grond, van waaruit de verschijningsvorm
van dit zeer hoogwaardige produkt kan
worden verklaard, ontbreekt in feite.'
Deze laatste opmerking wordt niet door
iedereen gedeeld. Architect Fichtinger: 'De
Rabobankorganisatie wilde enerzijds een
representatief gebouw neerzetten, waar
ook een brok symboliek in kon en mocht
zitten. Maar aan de andere kant is het uiter
lijk van de bank ook wel het resultaat van
een pragmatische redenering. De keus van
het glas kwam voort uit de eis van de Rabo
bank het energieverbruik laag te houden.
Dat vereiste kleine ramen in de betonnen
dragende muren. Bij een gebouw van deze
omvang wordt dat een kolossale, sombere
burcht. Nu kan beton - waarop ook nog
eens een isolatielaag werd aangebracht -
worden bekleed met allerhande materia
len: aluminium, marmer, baksteen, koper,
goud of zilver. Maar ook met glas. Dat
heeft juist een oplossend vermogen en
geeft een minder massaal karakter. Het
ontmaterialiseert. Zo kijkend naar het ge
bouw van een afstand heb je er eigenlijk
geen flauw benul van hoe groot het is. Nee,
we hebben bewust geprobeerd het her
kenbaar te maken in de kakofonie van ge
bouwen in deze omgeving.'
De opmerking van Hans Stevens doet ook
geen recht aan de inzet van de kunstenaars
die bij het bouwproject waren betrokken.
Van de omgevingskunstenaar Bas Maters
bijvoorbeeld. Hij schreef in Platform (4/83)
over zijn bijdrage aan het geheel: 'Ik doe
het vanuit de intentie van mijn kunste
naarsschap, dat wil dat het gebouw een
verbeeldende aanwezigheid is.'
Het nieuwe kantoor van Rabobank Ne
derland in Utrecht pretendeert ook kunst te
zijn. Van Eldik: 'Van meet af aan hebben wij
gewild dat bij het ontwerpen ook kunste
naars zouden worden betrokken. In een
vroeg stadium hebben we er een aantal
uitgenodigd om met ontwerpen en ideeën
te komen. Dat waren de Zwitserse beeld
houwer Jeannot Bürgi, de glazenier Henk
Tieman en de kunstenaar Piet Slegers.'
Architect Fichtinger kwam met het idee
ook de Arnhemse kunstenaar Bas Maters
bij het ontwerp te betrekken. Met hem had
hij goed samengewerkt bij de bouw van
een expeditieknooppunt voor de PTT in
Arnhem. Daarbij waren hij en Bas Maters
tot een zeer vergaande integratie van beel
dende kunst en architectuur gekomen
door onder meer een scheefstaande gevel
van reflecterend glas aan het gebouw te
plaatsen.
Fichtinger: 'Een dergelijke vorm van sa
menwerking tussen architect en kunste
naar is in die wereld toch wel een heet
hangijzer. Men ziet het als een aantasting
van de traditionele werkwijze van de archi
tect. Onze manier van samenwerken is in
ieder geval anders dan gebruikelijk ge
weest. Trendsettend? Dat lijkt me wel wat
overd reven.'
Maters werd door Rabobank Nederland
gecontracteerd. Hij zou zich gaan bezig
houden met de coördinatie van de beel
dende kunstenaars en de participatie in het
ontwerpproces.
'Ik vind het een daad van de Rabobankor
ganisatie', zegt Bas Maters, 'om bij het ont
werp kunstenaars te betrekken. Er is nog
steeds te weinig samenwerking tussen de
verschillende soorten van kunst. Kunst
wordt ook teveel geplaatst in een subcultu
rele context. Ik geloof daar niet in. Het is
goed dat kunstenaars hier in een heel
vroeg stadium bij zijn betrokken. Een
schoolvoorbeeld van hoe het zou moeten
om tot het beste produkt te komen.
In het eerder genoemde tijdschrift Plat
form zei Maters heel pregnant iets over de
verschillende overwegingen die bij het
ontwerp een rol hebben gespeeld: 'Het is
een conglomeraat van overwegingen die in
een synthese samenkomen. Ik ga er snel
doorheen.
De plek was uitermate moeilijk (achteraf
gelegen in een wat industriële sfeer), dus
zorg dat die plek betekenis heeft. Hoe
krijgt die plek betekenis? Door te onder
kennen wat daar kwaliteit heeft. Wat is dan
die kwaliteit? Dat het aan de rand van de
oude binnenstad ligt, er een vaart loopt,
het deel uitmaakt van Hoog Catharijne, van
de ingang naar die stad. Dus probeer die
plek-identiteit onderdeel te maken van
hetgeen zich uiteindelijk gaat manifeste
ren.
Andere overweging: de Rabobank is een
conglomeraat van kleine zelfstandige ban
ken, van oorsprong agrarisch, die zich
weliswaar verenigd weten, waardoor het
een bankonderneming is die op grote
schaal kan opereren. Het gebouw is daar
een symbool van. Vandaar dat landschap
pelijke bakstenen basement die de vaart
naar binnen haalt en daar boven die afzon
derlijke units, de cellen, de vergaderka
mers. Daarboven overkoepeld door het
kantoor als geheel achter een spiegelende
gevel, die in de atmosfeer oplost.
Voor de rest betreft het de ruimtelijke con
stellatie. Het ligt wat achteraf ten opzichte
van de representatieve Croeselaan, waar
door je daar naar toe meer moet signale
ren. Verder staan daar grote gebouwen die
niet zo plezierig ogen. Vandaar de vorm
die een domein op zich insluit. Het creëert
zijn eigen milieu en stelt zich naar buiten
toe wat defensief op. Naar binnen toe
is de vorm in rust (symmetrie), naar buiten
toe is de vorm in actie (beweging in rich
ting).'
Bas Maters spreekt van een 'gelovende
energie', die vooral in de beginfase van het
project bestond. 'Alles was uitstekend,
een goede sfeer, een goed onderling ver
trouwen. Het heeft mij echt een kick gege
ven. Fantastisch was het dingen uit te wer
ken en te bedenken, om luchtkastelen tot
werkelijkheid te maken.'
In de loop van het bouwproces zijn er door
de kunstenaar Maters zoals hij zelf zegt
'flink wat watertjes' bij de wijn gedaan.
'Ik vind het als kunstenaar jammer dat bij
de beoordeling van het ontwerp de bank
een pragmatische instelling toonde, in die
zin dat kostenoverwegingen de belangrijk
ste rol speelden. De oorspronkelijke ideeën
zijn wel geweld aangedaan. Indertijd heb
ik de naam van een drammer gekregen,
aangezien ik het niet noodzakelijk achtte
aan bezuinigingen toe te geven.'
Als voorbeelden noemt hij de luifel voor de
hoofdingang, die 'mager' is uitgevallen, de
'tuttigheid' van het basement, dat oor
spronkelijk schuin was gedacht en het feit
dat de ruimtelijke omstandigheden in de
hal benauwder zijn geworden.
Desondanks is het gebouwtoch een sculp
tuur in zichzelf gebleven. 'De waarde van
het in een zeer vroegtijdig stadium betrek
ken van kunstenaars bij het ontwerpen van
het gebouw heeft er onder meer toe geleid
dat de totaliteit van gebouw en omgeving
onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Je ziet dat het gebouw als het ware rond de
tuin heen is geschaard, dat zowel de tuin,
het gebouw als ook de glassculptuur in de
hal onlosmakelijk met elkaar zijn verbon
den', aldus Maters.
Van Eldik onderstreept de belangrijke rol
die Maters heeft gespeeld bij het ontwik
kelen van de zeer originele verschijnings
vorm van het gebouw. 'Maar', zegt hij, 'de
bank heeft als opdrachtgeefster er toch
ook zorg voor te dragen dat het project bin
nen de gestelde financiële grenzen blijft.
Daar zijn we goed in geslaagd, zij het hier
en daar ten koste van de kunst.'
Was Bas Maters de coördinator van de
kunstuitingen, ook architect Fichtinger
vervulde een belangrijke samenbindende
rol: 'Mijntaakalsarchitect wasom eenheid
in het gebouw te brengen. Dat is toch een
optelsom van eisen, wensen én mensen.
Dat alles in goede banen leiden was mijn
taak. Een architect maakt een analyse van
hoe een bank wil en moet functioneren,
welke ruimtes nodig zijn en hoe deze moe
ten worden gerangschikt. Daartoe heeft hij