Protesten
Gigantische lamp
Intens stralend
Die behoefte bleek al vroeg aanwezig te
zijn. Begin 1979 kwamen er van de kant
van bewoners rond de Croeselaan protes
ten tegen de bouw van het kantoor.
'Als in het gebied rond de Croeselaan niet
gauw een halt wordt toegeroepen aan de
op handen zijnde bouw van kantoren, ban
ken en andere gebouwen met handels
doeleinden, zit de stad Utrecht straks op
gescheept met een wijk die na kantoor
uren verlaten en onveilig is', zo zeiden ver
ontruste bewoners van de Dichterswijk-
Croeselaan. Zij vonden dat de gemeente de
Rabobank niet mocht toestaan om daar of
op een andere plek in het gebied vlakbij de
binnenstad te bouwen. Het grote kantoor
zou zoveel verkeer aantrekken dat de leef
baarheid van omliggende wijken er ernstig
door zou worden aangetast. Aldus Het
Utrechts Nieuwsblad van 20 juli 1979.
Een dilemma. Rabobank Nederland wilde
het nieuwe kantoor op een plaats dichtbij
knooppunten van openbaar vervoer. Een
organisatie, die gekenmerkt wordt door
uitgebreide democratische overlegstruc
turen heeft nu eenmaal een centraal verga-
derpunt nodig op een met het openbaar
vervoer goed bereikbare plek in Nederland.
Aan de Croeselaan had de NV Nederlandse
Spoorwegen een stuk grond, groot 2,5
hectare, dat zij wel in langdurige erfpacht
wilde afstaan. Overigens onder bepaalde
voorwaarden. De bouw moest gedaan
worden door de aannemer Strukton en het
ontwerp door het architectenbureau Arti-
con. Beide dochterbedrijven van de NS.
Het kantoor is er gekomen. Maar niet zon
der gesprekken met de omwonenden om
mogelijke onrustgevoelens weg te nemen.
De bezwaren tegen verkeersoverlast wer
den ook door Rabobank Nederland onder
kend. Ir. N. J. G. van Balen, hoofd van het
projectbureau dat met de begeleiding van
de bouw was belast, vertrouwde een ver
slaggever van het Utrechts Nieuwsblad
(1-11 -82) toe: 'We hebben een groot ge
deelte van de kosten voor de verbreding
van de Croeselaan ter hoogte van de kanto
ren voor onze rekening genomen. Ook bie
den we in onze parkeergarage ruimte voor
honderdvijftig auto's ten behoeve van het
personeel van het Centrum voor Informa
tieverwerking. Die parkeerden voorheen
op het terrein waarde Rabobank nu bouwt.
Zo voorkomen we dat die mensen in de
wijk gaan parkeren.' Bovendien kunnen de
auto's maar in één bepaalde richting in- en
uit de parkeergarage rijden.
De buren kwamen nog een keer uitbebreid
in de publiciteit. Maar toen stond het ge
bouw er al. Eind 1983 verschenen er be
richten in de pers over hinderlijke reflectie
van zonnestralen. Sommige kranten pak
ten in hun koppen fors uit. Het Vrije Volk
van 4 oktober 1 983 maakte het wel erg
bont met de bewering: 'Spiegelende glas
wand maakt bewoners gek'.
Een buurtbewoonster verklaarde tegen
over deze krant: 'Het is net alsof er een gi
gantische lamp op je huis staat gericht.
Vooral van de zomer was het erg hinder
lijk.'
De bank liet een onafhankelijk bureau een
onderzoek instellen. De uitkomst daarvan
bevestigde de klachten. Het bureau zag als
enige realistische oplossing het plaatsen
van zonneschermen. Dat gebeurde dan
ook. Op kosten van de bank.
'Ik vind in elk geval dat er een bijzonder
goede oplossing is aangedragen. Ik ben te
vreden', zei de bewoonster van Croeselaan
1 09 tegen een journalist van het Utrechts
Nieuwsblad. Woordvoerder Lageweg
sprak de verwachting uit dat de kosten van
de zonneschermen op ruim een ton zouden
uitkomen. Ook legde hij er in het Utrechts
Nieuwsblad van 20 oktober 1983 de na
druk op dat de bank absoluut niet wettelijk
aansprakelijk was. 'Dat wij nu de zonwe
ring vergoeden, moet worden gezien als
een vorm van goede nabuurschap. Wij
vonden het niet leuk om ruzie met onze
overburen te hebben.'
Overigens verminderden de protesten van
de buren tegen het gebouw in de loop der
tijd. Overbuurvrouw Frijlink legde aan een
verslaggever van het Brabants Dagblad
(1 5-10-83) uit dat de bewoners er wat uit
zicht betreft op vooruit zijn gegaan.
'Vroeger stond op die plek een lelijke me-
het uiterlijk. De glasgevel van 1 6 600 vier
kante meter geeft het gebouw een zeer uit
zonderlijk cachpt.
Nu ja, glas. Het zijn 8 mm dikke geharde
ruiten, aan de buitenkant voorzien van een
laagje opgedampt titaanoxyde. Dit metaal
is bijzonder hard en roest niet. Ook niet in
een van zure regen en andere milieu
onvriendelijke stoffen zwangere atmo
sfeer.
Door dat glas is het gebouw elk moment
van elke dag verschillend. Van Eldik: 'Ik
vind het prachtig, 's Morgens bij koel, hel
der weer kan het wel eens op een onge
naakbare ijsberg lijken, maar bij mooi weer
lost het zich als het ware op in de at
mosfeer, dan is het blauw, heel ijl en zeker
niet onvriendelijk. Maar ik kan me ook goed
voorstellen dat de mensen zeggen dat dat
reflecterende glas niet veel prijs geeft
van wat er achter gebeurt. Door het glas
komt het erg abstract over, maar dat is
uiteraard slechts schijn.'
Meerderen zijn deze mening toegedaan.
Hans Stevens schreef het heel mooi in het
blad 'Bouw' van 3 maart 1 984. 'De creatie
van ir. A. J. Fichtinger lijkt met haar 'door
zichtige' pui een poging om een bepaalde
abstractie te bereiken met als, ongetwij
feld opzettelijk, effect dat het bouwsel
juist heel nadrukkelijk aanwezig is. Het
staat er trouwens niet op zich. De glazen
omhulling kaatst alle bewegingen in de
omgeving terug. Voorbijtrekkende wol-
Ir. R. B. J. van Eldik
Bas Maters
Ir. A. J. Fichtinger
taalfabriek. Daarna was het braakliggend
terrein met een tijdelijke supermarkt en
een benzinepomp. Nu staat er plotseling
een heel apart kantoorgebouw. Echt een
bezienswaardigheid.'
De vraag is natuurlijk waarom het een be
zienswaardigheid is. Natuurlijk vanwege
kenformaties brengen opmerkelijke veran
deringen in de weerschijn van het gebouw
teweeg, zonlicht wekt delen van het glazen
gevaarte geleidelijk tot een heel intens
stralend leven. Voorbijgangers kunnen
met hun blik het glas niet echt penetreren,
maar beleven wel de omgeving op een
heel bijzondere dynamische manier. De
vervolg op pagina 22