het buiten onze grenzen
reeds ingezette
conjunctuurherstel. Een
herstel, dat zich in 1984
heeft voortgezet en zich in
ons land vooral
manifesteert in het op de
export gerichte
bedrijfsleven. Als gevolg
van de matiging van de
loonkosten stijgt zelfs ons
marktaandeel in de
wereldhandel weer.
Ambacht en industrie
1980-1984
Naijleffecten
Doorgetrokken trends
eze ontwikkeling heeft echter
l ook een negatieve kant, die
rechtstreeks de gang van zaken
in het midden- en kleinbedrijf
raakt, met name de detailhan
del. Ten gevolge van de gema-
tigde loonontwikkeling is het
reëel vrij beschikbaar inkomen
van de modale werknemer afgenomen tot
het niveau van 1 975. Dit heeft diepe spo
ren achtergelaten in de afzetontwikkeling
van dat gedeelte van het midden- en klein
bedrijf, dat voornamelijk op de binnen
landse markt is aangewezen.
i Drs. J. H. Reusch
i Bed rijf sta konderzoek
De consumptieve bestedingen van gezin
nen reageren met vertraging op vermin
derde of minder stijgende gezinsinkom
sten. Eerst wordt nog spaargeld aange
wend om het bestedingsniveau te handha
ven. Daarna is het echter aanpassen gebla
zen. Dit valt met name bij de consumptie
van duurzame artikelen waar te nemen.
Momenteel besteedt het Nederlandse ge
zin even veel aan duurzame artikelen als in
het midden van de jaren zeventig. Een
herstel is nog niet waar te nemen. In 1 984
wordt wederom een reële afname voorzien
van circa 2 procent (zie tabel I).
De detailhandel heeft trouwens niet alleen
te lijden van de conjuncturele teruggang in
de bestedingen, maar wordt de laatste ja
ren ook geconfronteerd met een structure
le verschuiving in de gezinsuitgaven. Zo
wel het toenemend beslag van vaste lasten
in ruime zin, als de toenemende concur
rentiekracht van het grootwinkelbedrijf
doet het aandeel van het midden- en klein
bedrijf in de gezinsuitgaven dalen. Werd
in 1 960 nog 70 procent besteed via de de
tailhandel, in 1 970 was dit 60 procent en
momenteel is dit reeds teruggebracht tot
rond de 40 procent. De verwachting van
onder meer het EIM is, dat het aandeel van
de detailhandel in de consumptieve ge
zinsuitgaven rond 1 990 in de buurt van de
33 procent zal liggen.
Maakt de detailhandel nog moeilijke tijden
door, het midden - en kleinbedrijf in de am
bachtelijke en industriële sector en in de
dienstverlening is er in 1 984 in geslaagd
(in tegenstelling tot 1983) te delen in de
nieuwe economische groei. Er wordt meer
toegeleverd aan de grotere exporterende
industriële bedrijven, terwijl door het aan
trekken van de investeringen in outillage
eveneens kansen ontstaan voor het gespe
cialiseerde midden- en kleinbedrijf. Ook
het transport en de dienstverlening, bij
voorbeeld in de havens, ondervinden de
positieve weerslag van het economische
herstel.
Al met al zullen de rendementen in het
midden- en kleinbedrijf (exclusief de de
tailhandel) zich in 1 984 wederom gunstig
kunnen ontwikkelen. Ondanks de roep om
loonsverhoging die hier en daar wordt ge
hoord en die te maken heeft met het recen
te winsthersel, moet loonmatiging nog vol
worden gehouden. Met name in het mid
den- en kleinbedrijf, dat over het algemeen
arbeidsintensief is, is het verder terugdrin
gen van de loonkosten van belang.
Om de gang van zaken in het MKB gedu
rende de laatste vijf jaar te verduidelijken,
zijn de (gerealiseerde en verwachte) be
drijfsresultaten voor de 50 branches uit
Cijfers EtTrends grafisch weergegeven (zie
tabel II).
Daaruit blijkt nogmaals, dat ook het mid
den- en kleinbedrijf in ons land over het
dieptepunt heen is. Waren er in 1 982 nog
maar 8 branches met een goed bedrijfsre
sultaat, voor 1984 wordt in 12 branches
een goed resultaat verwacht. Toonden in
1982 nog 22 branches een slecht resul
taat, momenteel geldt dit voor 16 bran
ches. Aangetekend moet worden dat in de
ze verzameling van 50 branches de detail
handel overheerst, hetgeen het totale
beeld negatief beïnvloedt.
Voor 1 985 wordt, gezien de te verwachten
investerings- en exportgroei, een verder
herstel van de rendementen in ambacht,
industrie en dienstverlening verwacht. Bij
de detailhandel daarentegen, vooral bij de
afzet in duurzame consumptiegoederen,
moet nog op een moeilijk jaar gerekend
worden.
Het is duidelijk dat bij het midden - en klein
bedrijf een naijleffect optreedt ten opzich
te van het grootbedrijf. Lag het conjunctu
rele dieptepunt voor onze gehele econo
mie waarop het grootbedrijf voor circa 60
procent zijn stempel drukt in 1981, voor
het midden- en kleinbedrijf lag dit kenne
lijk in 1 982. Ook het herstel loopt achter,
met name bij de detailhandel in duurzame
consumptiegoederen. Voorbeelden zijn de
boekhandel, de fotohandel, de lederwa
ren- en reisartikelenzaken en de woningin
richters. In de voedings- en genotmidde
lensector is ook een aantal achterblijvers
waar te nemen, zoals slijters, slagers, ta
bakszaken, melkboeren en kruideniers. Wij
geven hiermee natuurlijk een gemiddelde
indruk. Ook in deze sectoren zijn er goede
ondernemers met een goed resultaat!
In de detailhandel zijn echter ook goedlo
pende branches, zoals groentezaken, ban
ketbakkerijen, drogisterijen, opticiens,
poeliers en juweliers. Ook zien wij een her
stel bij de broodzaken en de elektrotechni
sche detailhandel.
In de ambachtelijke en industriële sector,
waar het naijleffect van kortere duur is, ge
zien onder meer de toeleveringsfunctie
aan het grootbedrijf, valt herstel waar te
nemen in de metaalproduktenindustrie en
ook min of meer in de bouwsector. Al lan
ger goedlopende sectoren zijn de kunst-
stofverwerkende industrie en de grafische
industrie. In de dienstverlenende sector
scoort de computerdienstverlening zeer
verdienstelijk als jonge bedrijfstak. Het
wegtransport vertoont een gering herstel,
terwijl bij de taxi- en de garagebedrijven
het gemiddelde resultaat nog veel te wen
sen overlaat. De horeca en de binnenvaart
kunnen trouwens ook niet op recente goe
de jaren terugkijken.
In de jongste editie van Cijfers EtTrends is
onze toekomstvisie grotendeels beperkt
tot 1 984/85, gebaseerd op cijfermateriaal
van hooguit 1 983 en voorgaande jaren.
Toch was de verleiding niet te weerstaan