Europese landbou
Het aanvankelijk optimisme
over de heropleving van de
Europese samenwerking na
de geslaagde topconferentie
van juni in Fontainebleau
heeft inmiddels alweer een
flinke deuk gekregen door
de recente weigering van
het Verenigd Koninkrijk om
mee te betalen aan het
dreigende tekort op de EG-
begroting en door de daar
opvolgende blokkering door
het Europese parlement
van de gedeeltelijke terug
betaling van de Britse be-
grotingsbijdrage. Na enkele
jaren van malaise had de
Europese samenwerking in
de afgelopen maanden weer
duidelijk nieuwe impulsen
gekregen. Op de Europese
topconferentie van maart in
Brussel werd reeds een
beginselakkoord gesloten
over een verhoging van
de eigen middelen van de
Gemeenschap, een betere be
heersing van de begrotings
uitgaven en een herziening
van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid. In juni be
reikte de Europese Raad in
Fontainebleau ten slotte ook
overeenstemming over de
reeds jaren slepende kwestie
van de Britse begrotings-
bijdrage, waardoor het
genoemde beginselakkoord
verder tot uitvoering kon
worden gebracht. Tevens
werd daarbij een aanzet
gegeven voor een nieuw
Europees elan door initia
tieven op andere terreinen.
De nieuwe impasse heeft
een en ander echter op
losse schroeven gezet en is
ook niet bevorderlijk voor
een loyale uitvoering van
het zo moeizaam tot stand
gekomen akkoord inzake
het gemeenschappelijk
landbouwbeleid, waaraan
in dit artikel met name aan
dacht zal worden besteed.