Wob
Wob
Interne arbeidsmarkt
Belangstelling algemene
vergaderingen groeiende
geen zin heeft de technische risico's af te
wentelen op een contractgever, want hij zal
door het behalen van goede technische re
sultaten, waarbij kleine verschillen al van
grote invloed zijn op het financiële resul
taat, een beter inkomen kunnen behalen,
als hij voor eigen risico werkt, dan wanneer
hij in grote mate afhankelijk is van de 'ge
garandeerde' vergoedingen. Boons erken
de dat een beperkt aantal bedrijven moei
lijkheden ondervindt in een langere perio
de met lage prijzen. Met name geldt dit
voor bedrijven die kort daarvoor grote in
vesteringen met vreemd vermogen heb
ben gefinancierd. Voor deze categorie kan
een goed prijsgarantie- of egalisatiecon
tract de liquiditeitsproblemen enigszins
verkleinen en verschuiven. Deze vorm van
contractproduktie heeft dan ook een be
paalde betekenis.
Maar, aldus Boons, dat betekent niet dat
bedrijven, die al meerdere jaren in econo
misch opzicht minder goed functioneren,
hierdoor overeind gehouden kunnen wor
den. Prijsgarantie- en egalisatiecontracten
zijn slechts noodverbanden. Uiteindelijk
betaalt de markt niet meer dan deze op
brengt. Samenvattend kan gesteld wor
den, dat contracten dus geen bijdrage le
veren aan het verhogen van het inkomen
van de pluimveehouder. Integendeel, de
'vrije' pluimveehouder blijkt meer uit zijn
bedrijf te halen, omdat hij meer betrokken
is bij het markt- en bedrijfsgebeuren en
omdat hij daar beter op inspeelt dan zijn
'gebonden' collega. Mede vanwege de
vaak slechte solvabiliteitspositie van de
contractaanbieders kan de Rabobank, bij
de beoordeling van financieringsaanvra-
gen door pluimveehouders, dan ook geen
positief element ontlenen aan een con
tract, aldus Boons.
Vorig jaar zomer is in de negen regio's een
voorzichtig begin gemaakt met de opzet
van interne vacaturebanken. Zowel binnen
als buiten de organisatie is indertijd ruim
aandacht besteed aan het hoe en waarom
van deze interne arbeidsmarkt. Aan be
langstelling heeft het bij de start in ieder
geval niet ontbroken. Want naast uitge
breide publiciteit in de pers werd ook via
andere kanalen voldoende informatie ver
spreid. Zo is er een - nog steeds verkrijg
bare - brochure van de pers gerold, waarin
precies werd uiteengezet wat met de vaca
turebanken wordt beoogd.
De opzet van de vacaturebanken is in de
eerste plaats ingegeven door de zorg voor
het behoud van de werkgelegenheid bin
nen de organisatie. In de tweede plaats is
het functioneren van de interne arbeids
markt bedoeld als een wezenlijke bijdrage
aan een beleid dat gericht is op een soepe
le doorstroming van personeel naar nog
beschikbare functies.
Op de schouders van de regiodirecties
rustte de zware taak om aan de vacature
banken concreet gestalte te geven. Binnen
enkele maanden functioneerden reeds vier
van de negen vacaturebanken volledig.
Er is, globaal gesteld, sprake van een wat
aarzelende start, die voor de verschillende
regio's erg verschillend was. Niet alleen
voor wat betreft het moment waarop de
vacaturebanken operationeel werden,
maar ook voor wat betreft de aantallen
aangemelde vacatures, ingeschreven per
soneelsleden en het resultaat van de af
stemming tussen vraag en aanbod.
De CAAR, die zich onlangs in vergadering
zeer positief over onze arbeidsmarkt uit
sprak, heeft een duidelijke mening over
het waarom van die aarzelende start. De in
druk bestaat namelijk dat de interne ar
beidsmarkt bij de banken nog onvoldoen
de bekendheid geniet.
Dat betekent echter geenszins dat een in
terne arbeidsmarkt niet levensvatbaar is.
Integendeel. Want één ding is zeker: onwil
of een verkeerde mentaliteit mag hieraan
nietten grondslag liggen. De vacatureban
ken zijn immers te beschouwen als een
typische uiting van een coöperatieve ge
dachte: de zelfhulp. De banken werken in
gezamenlijke verantwoordelijkheid aan het
behoud van de werkgelegenheid van ie
dereen die binnen de organisatie een func
tie vervult én aan de ontplooiingskan
sen van ieder individu door middel van
doorstroming. Daarom juist zijn de vacatu
rebanken levensvatbaar.
Enkele concrete cijfers onderbouwen bo
venstaande opmerking ook. Bij een inven
tarisatie van de toen nog schaarse gege
vens aan het einde van 1983 bleek dat
40% van alle vacatures binnen de organi
satie daadwerkelijk bij de vacaturebanken
werden aangemeld. Dat wil zeggen: 219
vacatures. De regio Haarlem nam hiervan
maar liefst 103 vacatures voor zijn reke
ning, maar in die regio is men dan ook als
een der eerste actief met de vacaturebank
begonnen.
Is bij het management sprake van een ze
kere bekendheid met de vacaturebanken,
bij het personeel lijkt de aandacht nog te
weinig marktgericht te zijn. In de eerste
maanden van het bestaan van de vacature
markt bestond er zelfs een frictie tussen
vraag en aanbod. Tegen de 21 9 vacatures
stond een getal van 1 34 aan de aanbod
zijde.
Ongetwijfeld heeft dat te maken met onbe
kendheid. Maar vermoedelijk spelen meer
zaken een rol. Vrees bijvoorbeeld om zich
aan te melden, aangezien aanmelding al
tijd via de directie van de bank dient te
geschieden. Vandaar ook dat de CAAR de
suggestie heeft gedaan om zich zonder
voorinformatie aan de directie te kunnen
aanmelden.
Wellicht speelt ook de angst als 'overbodi
ge' te worden beschouwd een rol. De vaca
turebanken waren immers ook bedoeld
voor personeelsleden die vanwege reorga
nisatie of het verdwijnen van hun functie
genoodzaakt zijn van baan te veranderen.
Dit idee wordt door de feiten geloochen-
straft. Maar liefst driekwart van de perso
neelsleden die zich hebben aangemeld de
den dit in het kader van hun eigen loop
baanontwikkeling!
De algemene vergadering is een jaarlijks
terugkerende bijeenkomst waarop de lei
ding van de plaatselijke Rabobank ver
antwoording aflegt over het gevoerde be
leid. Tevens kan bij deze gelegenheid met
de leden worden gediscussieerd over on
derwerpen die in de toekomst voor de bank
en voor haar leden en cliënten van belang
zijn.
Het is een bekend gegeven dat de algeme
ne vergadering niet automatisch een trek
pleister is waar de leden al ver van tevoren
naar uit kijken. Velen vinden bankzaken en
jaarcijfers te abstract om daarvoor een vrije
avond op te offeren, terwijl ook de in het al
gemeen voorspoedige ontwikkeling van de
plaatselijke bank niet stimuleert tot deel
name aan de ledenvergadering. 'Bij mijn
Rabobank is het wel in orde' en 'daar is
mijn inbreng toch niet nodig', zo wordt er
ongetwijfeld vaak gedacht.
Desondanks zijn er ook Rabobanken waar
de algemene vergadering wel goed wordt
bezocht en waar wel degelijk een goede,
soms zelfs pittige discussie met de leden
wordt gevoerd. Het is een verheugend ge
geven dat deze groep banken de laatste
tijd duidelijk groeiende is. Dit mede onder
invloed van de recente aanbevelingen van
Rabobank Nederland om met enige extra
zorg de ledenvergadering interessanter en
aantrekkelijker te maken. De voorzitter van
de Raad van Beheer, mr. O W. A. Baron
van Verschuer, sprak hierover onlangs bij
het 75-jarig jubileum van de Rabobank
Apeldoorn.
Hij maakte melding van een peiling onder
enkele tientallen Rabobanken die hun al
gemene vergadering van dit jaar intussen
achter de rug hadden. Uit deze peiling is
gebleken dat bij ongeveer de helft van het
aantal ondervraagde banken de belang
stelling voor het bezoek aan de algemene
vergadering groeiende is. Dit betreft vooral
banken die niet tot de echte plattelands-
banken moeten worden gerekend. Bij de
meeste overige banken was het bezoek on
geveer gelijk aan vorig jaar. Uit datzelfde
onderzoek blijkt dat het gemiddelde aantal
leden op een algemene vergadering onge
veer 50 bedraagt, waarbij de banken met
een groter ledenaantal (meer dan 1000) in
de regel wat meer bezoekers hebben (ge
middeld 60-70) dan de banken met een la
ger ledenaantal (gemiddeld 30 bezoekers).
Anders gezegd: gemiddeld bezoekt onge
veer 5 procent van de leden de algemene
vergadering en in totaal is dat voor onze or
ganisatie zo'n 50 000 personen per jaar.
En hoewel 5 procent op zich niet erg hoog
lijkt, gaat de trend duidelijk de goede kant
op. Het blijft dan ook een unieke zaak
dat het beleid van één van de grootste en
meest solide financiële instellingen in ons
land mede wordt bepaald door vele dui
zenden personen die dit doen vanuit een
nuchtere, plaatselijke kijk op wat hun bank
voor hen kan en moet betekenen.