I e A/s we praten over de Rabobank a/s agrarische financier, is het wellicht interessant een en ander nog eens te plaatsen in de historie van onze organisatie. Vanaf de oprichting van de eerste Raiffeisen- en Boerenleenbanken, geboren uit de misère van het platteland rond de eeuwwisseling, heeft onze organisatie zich altijd zeer verwant gevoeld met de agrarische sector. En hoe paradoxaal het ook moge klinken, de boer bleef vervolgens zichzelf en de bank bleef zichzelf; en toch veranderden beide. Ik bedoel dit: het boerenbedrijf behield zijn kracht door zijn specifieke karakter a/s gezinsbedrijf, de bank behield zijn specifiek karakter als coöperatie. En de verandering die ik bedoelde ligt ergens anders. Want wat in feite veranderde is de maatschappij, de sociaal maatschappelijke en economische omgevings factoren. Er kwam s chaalvergro ting. Schaalvergroting voor bedrijf én bank. Maar ze bleven bij elkaar. 23 Aandeel in totaal aantal mestvarkens (in Aandeel van de verschillende categorieën verschaffers van vreemd vermogen in de landbouw Vermogensontwikkeling in de landbouw in procenten Doelstelling agrarische financier ,9) QJ 0) 0) O .0) Ir. C. J. M. de Bekker Hoofd Commerciële en Algemene Zaken Bedrijven en voorbeeld van deze schaalver groting en de daarmee gepaard gaande specialisatie moge blij ken uit de tabel met betrekking tot de varkenshouderij (tabel 1). Deze is representatief voor alle sectoren in de primaire agrari sche produktie. Tabel 1 1970 1982 Aantal mestvarkens per bedrijf: 1 t/m 99 48 9 100 t/m 199 29 14 200 t/m 499 19 33 500 t/m en meer 4 44 Bron: CBS De groei van het aandeel van de Rabobank in de financiering van de landbouw blijkt uit tabel 2. Tabel 2 1963 1969 1982 Familie 45 35 15 Rabobank 25 50 76 Andere banken 10 7 6 Overheid 1 2 2 Overigen 19 6 1 100 100 100 Bron: LEI Ondanks de sterke groei en de structurele veranderingen, die de landbouwsector als geheel doormaakte, veranderde het eigen vermogen als verhoudingsgetal niet we zenlijk. Dat valt uit tabel 3 op te maken. Tabel 3 1963 1982 Eigen vermogen Vreemd vermogen Totaal Bron: LEI 81 19 76 24 100 100 Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat als gevolg van de sterke produktietoename de export fors groeide. Dat dit met succes gebeurde moge blijken uit het overschot op de betalingsbalans voor de agrarische sector, dat al enkele jaren ruim f 14 miljard beloopt. Daarmee wordt elke sector in de economische bedrijvigheid in ons land overtroffen, inclusief de aardgasexport. Uit al deze cijfers moge het belang van de agrarische sector blijken. En onze betrok kenheid daarbij weerspiegelt zich in het bedrag, dat onze organisatie daarin heeft uitgezet. Dat beloopt inmiddels ruwweg zo'n dikke 20 miljard gulden. Om de schijnwerper wat meer te richten op de bank en om aan te geven waarin zij niet is veranderd, doen we er goed aan ons nog eens even de doelstelling van onze coöpe ratieve bank voor de geest te halen. Zij is immers, zoals iedere coöperatie, een eco nomische samenwerking van de leden om een deel van hun bedrijfsactiviteit geza menlijk uit te voeren, met als doel die be treffende activiteit zo rendabel mogelijk te maken. Kapitaal heeft hierin geen beslis sende rol en winst geen eigen functie. Zij staan beide in dienst van de samenwer kende leden en de continuïteit van die sa menwerking. Niet het rendement op kapitaal staat cen traal, maar het resultaat van het bedrijf van het lid, dat als zodanig invloed heeft op het beleid en de bestemming van de resulta ten. De kringsgewijze indeling van zo'n 20 banken per kring, is een waarborg, dat de stem van het lid tot z'n recht komt via ons 'parlement', de centrale kringvergadering. Deze constructieve en democratische wij ze van besluitvorming staat garant voor een consistent beleid. Aan het hiervoor ge stelde voldoet de Rabobankorganisatie thans evenzeer als 85 jaar geleden. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat de hele dis cussie rond de vermogensbesteding, die thans binnen de organisatie gaande is, kortweg kan worden omschreven als het probleem van dat succes. Als je daar nog aan toevoegt de wijze waarop risico's in de organisatie worden verdeeld, zoals mid dels de vereveningsregeling voor financie- ringsverliezen en de kruiselingse garantie regeling tussen de banken onderling, dan mag je inderdaad stellen, dat zowel de leden als hun banken permanent een pa raplu ter beschikking hebben voor het ge val het dreigt te regenen. Je zou het ook zo kunnen zeggen: in onze organisatie over heerst het solidaire boven het centraal ge leide collectief.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 23