'Er zal eerder meer varkensvlees worden gegeten' Meer eigen creativiteit slagen gat van ruim 50 000 gulden in zijn inkomsten te dichten. Daarom heeft Maat nog andere maatregelen genomen. 'Ik verbouw nog zo'n twee hectare fabrieks aardappelen, die ik aan A VEBE lever. Daar door kon ik steeds voordeliger aardappel vezels afnemen. Die vezels mengen we door het voer om er per saldo meer koeien mee te kunnen houden. Daar zijn we dit jaar mee opgehouden. En dat scheelt al gauw 25.000 gulden aan vezels per jaar. Verder geven we de pasgeboren kalveren het eerste jaar wat meer volle melk. Hoe kijkt Maat nu tegen de EG-maatrege- len aan? De bevriezing van de melkproduk- tie is immers geen éénmalige zaak, maar duurt in principe vijfjaar. Vindt hij net als Mulder, dat hiermee het ondernemer schap wordt beteugeld? 'Nee, zo zie ik het toch niet. Er blijven nog genoeg mogelijkheden over om meer uit je bedrijf te halen. Maar het hangt ook van het vakmanschap van de boer af. Vaak ont breekt het ook aan inventiviteit. De sleutel ligt nu niet in meer produceren, maar in be ter produceren, in vindingrijk zijn en in het leveren van de melk tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Als we dit overgangs jaar door zijn, zullen we er weer alles uit moeten halen, wat er in zit. Niet met meer koeien, maar met betere koeien. De meikgift per koe zal dan ook nog wel flink stijgen. 'We moeten weer naar een gezonde markt verhouding toe. En dat is er een waarbij Brussel niet steeds de overschotten uit de markt hoeft te nemen. We moeten in Neder land aanvaarden dat we niet kunnen blijven produceren, waarvoor geen afzet is. 'We wisten allemaal wel dat er iets gebeu ren moest. Het had alleen veel eerder moe ten gebeuren. Ze hadden het in Brussel ook heel anders kunnen doen. Ze hadden ook de melkprijs fors kunnen verlagen, maar dat was neergekomen op een koude sane ring, waarbij alleen de sterkste bedrijven zouden overleven. Kijk, ik ben erg liberaal, ook voor een vrije markt, maar we moeten de zaak niet kapotmaken. Daarom vind ik het goed dat we nu met z'n allen de gevol gen dragen. Ik vind alleen wel dat erin Brus sel een fout is gemaakt door onder andere voor de leren en de Luxemburgers een uit zonderingspositie te maken en ik vind ook dat Brussel voldoende geld had moeten uittrekken om oplossingen te kunnen beta len voor boeren die in problemen zullen ko men, maar overigens wel een levensvat baar bedrijf hebben. Ten slotte laat Jan Maat blijken dat hij er weinig vertrouwen in heeft dat het pro bleem van de melkplassen en boterbergen tot het verleden zal behoren, als over vijf jaar de produktiebeperking wordt opge heven. 'Ik hoop dan ook dat de quotering blijft om zo een overproduktie in de toekomst tegen te gaan. Maar ik hoop wel dat we over vijf jaar iets Europeser zijn geworden. En daarmee bedoelt hij dat we terugkeren naar het oude uitgangspunt van het Euro pese landbouwbeleid, dat het voortbren gen van de verschillende landbouwpro- dukten gestimuleerd moet worden in die gebieden, waar de omstandigheden het gunstigst zijn en waar tegen de laagst mogelijke kostprijs geleverd kan worden. Wat de melk betreft, slaat dit heel duidelijk op ons land. Jan en Mieke Wijdeven (37 en 35) be gonnen acht jaar geleden een varkensmes- terij in het Oostbrabantse Erp. Die is in de loop der jaren met 120 fokzeugen en 500 mestvarkens aardig gegroeid. Daarvoor werkte Jan in de bouw. Hoewel hij het daar niet meer zo zag zitten, heeft zijn verblijf in de bouw hem geen wind eieren gelegd. Niet alleen kwam het start kapitaal voor hun varkensbedrijf uit de ver koop van het huis, dat hij met eigen han den had gebouwd. Ook hun huidige woon huis, 'een verbouwd boerderijke, waarvan alleen de buitengevel is blijven staana n nex varkensstallen heeft Jan Wijdeven eigen handig neergezet. We hebben in de eerste twee jaar met bou wen meer verdiend dan met die varkens', vertellen Jan en Mieke opgewekt. Zij hebben in tegenstelling tot de twee vori ge geïnterviewden geen last van beperken de maatregelen uit Brussel. De produktie van varkens is niet aan banden gelegd en ook de prijzen zijn vrij. Er is wel een door de EG gegarandeerde minimumprijs voor var kensvlees, maar die ligt veel lager dan op de markt betaald wordt. Toch zitten ook zij min of meer aan hun produktieplafond. Met het aantal van 120 fokzeugen zouden ze makkelijk 900 mest varkens kunnen houden. Maar dat is niet mogelijk ondanks de beschikking over een flinke schuur. Hun probleem is niet de Brusselse, maar de lokale overheid. Want ze krijgen geen hinderwetvergunning om die schuur tot varkensstal om te bouwen en meer varkens te gaan houden. Daarom houden ze daarin zo'n 25 stieren voor de slacht. 'Ik moet toch iets met die schuur doen', al dus Jan Wijdeven. 'Die stieren, dat is een beetje een hobby van me. Er zitten niet zo veel kosten aan. Ik heb grond gekocht om maïs op te verbouwen. Daarmee kan ik ze voeren. Een goede businessNou, het loopt net rond. De varkensmesterij mag dan wel niet ge troffen zijn door Brusselse bepalingen, de vrije markt is al grillig genoeg. 'Je hebt soms te maken met enorme prijs- schommelingen. Het ene jaar zit je hartstik ke goed. Het andere jaar valt er niets te verdienen. Ook kunnen de voederprijzen je behoorlijk parten spelen. Vorig jaar hadden we veel last van gestegen voederprijzen. Dit jaar zijn ze weer wat gezakt. Ten tijde van dit gesprek was de prijs voor mestvarkens net weer gestegen. Jan Wij deven verzucht: 'Als je rechtstreeks aan de exporteurs le vert kun je zelfs een hogere prijs maken dan de fabrieken hier kunnen geven. Maar ik doe daar niet aan mee. Ik hou er niet van naar Jan en alleman te lopen. Wij leveren al tijd aan dezelfde fabriek, dan heb je ook de garantie, dat je niet met een partij varkens blijft zitten. Hebben ze langs een omweg toch geen last van de jongste Europese maatregelen, bijvoorbeeld van de superheffing? Zijn de Wijdevens niet bevreesd dat varkensvlees straks scherpe concurrentie krijgt van goedkoper rundvlees? De overtollige melk koeien in ons land (10 procent volgens veehouder Maat) zullen immers groten deels in de slachthuizen terechtkomen. 'Nee hoor, helemaal niet', aldus Mieke Wijdeven, 'varkensvlees blijft voor veel mensen toch het goedkoopste vlees. Ik zie door de economische problemen van tegen woordig, zoals de achteruitgang van de lo nen, de hoge werkloosheid en het grote aantal mensen met uitkeringen, nog eerder dat er steeds meer varkensvlees gegeten zal worden. Wat straks nog wel een probleem voor de varkenshouders kan worden, is de nieuwe milieuwetgeving met betrekking tot de mest, die er onvermijdelijk zal komen. Daarin zal nauwkeurig worden bepaald hoeveel er op het land mag worden gede poneerd. Wat er teveel is, moet worden op geslagen in de mestbanken. Nu zijn die mestbanken nog zwaar gesubsidieerd. Maar straks zal er voor de opslag waar schijnlijk flink betaald moeten worden. En dat betekent een behoorlijke kostenpost erbij. Jan Wijdeven heeft in het verleden al maatregelen genomen om op dat gebied tot kostenbesparing te komen. Want toen hij zijn stallen bouwde, heeft hij ze meteen geheel onderkelderd en daarmee heeft hij zijn bedrijf van een ruime opslagcapaciteit voor mest voorzien. 'Daardoor kunnen we de mest minstens een half jaar opslaan, voordat ze weggere den hoeft te worden. Dat is bij lang niet alle bedrijven het geval. Veel oudere be drijven zullen de mestwagen vaker moeten laten komen en dat betekent weer extra transportkosten. Jan en Mieke Wijdeven zijn niet ontevre den over de omvang die hun bedrijf de af gelopen jaren heeft aangenomen. Toch zouden ze nog wel wat willen groeien, als de gelegenheid zich voordoet en als de Hinderwet dat toelaat. 'Het liefste zou ik een gesloten bedrijf heb ben, waarin alle biggen, die door de fokzeu gen worden geworpen ook zelf afgemest kunnen worden. Nu werpen de zeugen meer biggen dan we kunnen bergen.' JD

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 14