Granen 1Nat nu Antwoord van de techniek moeten worden aangepast. De zuivelindu strie zal voortaan rekening moeten houden met een fluctuatie van de melkaanvoer, terwijl de groeimogelijkheden van deze sector in de toekomst door degelimiteerde melkproduktie beperkt zullen zijn. Door de koersverandering van het zuivel beleid komen de melkveehouders nu in een soortgelijke positie te verkeren als de tuinders, varkenshouders en pluimvee houders. Ofschoon deze laatstgenoemde drie sectoren een groot stuk van het markt risico zelf dragen, mag hun rentabiliteit en financiële positie in verhouding toch rede lijk genoemd worden. Aangezien de uit gangspositie van onze melkveehouderij bedrijven zowel in technisch als in finan cieel opzicht beslist nog gezond te noemen is, moeten deze bedrijven in staat worden geacht - na een zekere aanpassingsperio de - hun concurrentiekracht te behouden. Het zal echter zeer veel inspanning en in ventiviteit van de melkveehouders vergen om zich aan het gewijzigde beleid aan te passen. Met betrekking tot granen zal het terug houdende Europese prijsbeleid worden voortgezet, terwijl ook hier een produktie- drempel is vastgesteld. Bij overschrijding daarvan wordt een korting toegepast op de garantieprijs. Deze maatregel treft niet al leen de graanproduktie doch ook andere produkties. De graanprijzen werken immers door in de verwerkte en in de veredelingsprodukten. Zij hebben dus een politieke en economi sche betekenis in de 'prijshiërarchie' tus sen akkerbouw- en veehouderijprodukten. Graanprijzen bepalen tegelijkertijd de op brengsten van de akkerbouwers én de kos ten van de veehouders. Kortom, de graan prijs is het scharnier waar het Gemeen schappelijk prijsbeleid om draait. Mis schien is dit scharnier indertijd wat te hoog bevestigd, waardoor allengs een aantal re laties in dit Europese landbouwprijsbeleid zijn scheefgetrokken. Het is uiteindelijk vanwege deze prijsrelaties geweest, dat men in de mengvoederindustrie en in de graanhandel steeds meer de weg is opge gaan van graanvervangende produkten. Onze mengvoederindustrie en graanhan del hebben hierbij van de nood een deugd gemaakt, bewust naar nieuwe wegen ge zocht en deze ook gevonden. Dit betekent een belangrijk stuk economische bedrij vigheid en werkgelegenheid in de handel, in de havens, in de mengvoederindustrie en zeker niet in de laatste plaats in de veehouderij. Het is een Nederlands belang deze verworven positie te consolideren. Het is niet ons belang bepaalde voordelen, die we thans hebben te maximaliseren. De wal keert op den duur het schip en het schip kan daarbij flinke averij oplopen. Een situatie, welke voorkomen dient te worden. In de akkerbouw zal het graanprijsbeleid tot inkomensdaling leiden. Produktiviteits- verhoging zonder areaalsbeperking is door de produktiedrempel geen oplossing voor inkomensverbetering. Met andere woor den, gesteld kan worden, dat vermindering van het graanareaal voorlopig vrijwel de enige uitweg is om de schade beperkt te houden. Binnen de EG moet echter een an dere zinvolle aanwending van de grond aan de producenten worden aangeboden, bij voorbeeld peulvruchten. Daarop zal men vanuit de EG moeten inspelen. Invoering van produktiedrempels in het ka der van het Gemeenschappelijk landbouw beleid betekent voor onze agrariërs, dat er een streep is getrokken door plannen en prognoses. Uitwijken naar andere produk- tieactiviteiten is vrijwel niet mogelijk, om dat ook daar overproduktie dus produktie drempels dreigt. Niet alleen de land- en tuinbouwbedrijven dienen zich aan te pas sen. Ook het landbouwkundig onderzoek, onderwijs en voorlichting dienen op de ge wijzigde situatie in te spelen, terwijl de (toeleverende en afnemende) verwerkende industrie ook met stagnatie of beperkte groeimogelijkheden wordt geconfron teerd. Moderne technieken dienen zich aan, die mogelijk vooral op lange termijn gezien, nieuwe impulsen kunnen geven aan de ontwikkeling van de agrarische sector. Te noemen zijn doorbraken op het gebied van de micro-elektronica, de biotechnologie en de genetische manipulatietechnieken. De micro-elektronica heeft binnen de land bouw grote toepassingsmogelijkheden bij de regulering van het produktieproces, bij het bedrijfsbeheer en bij de informatie overdracht. Een goede benutting van de mogelijkheden kan de positie van het ge zinsbedrijf versterken, mits voldoende aandacht wordt besteed aan de ontwikke ling van hierop afgestemde computerpro gramma's en landelijk werkende systemen van administratie- en informatievoorzie ning die goed toegankelijk en praktisch moeten zijn. Toepassing kan onder meer leiden tot een meer efficiënte bestrijding van ziekten en plagen, technisch-economi- sche bedrijfsadministraties, efficiencycon- trole in de veehouderij, vergelijkende ana lyse van teelttechnische beslissingen, in grepen in de plantenteelt en beheersing van groeivoorwaarden in de glastuinbouw. Wat de biotechnologie en de genetische manipulatietechnieken betreft liggen er nieuwe mogelijkheden voor de veredeling en voor de verwerking. Deze technieken zullen de land- en tuinbouw nieuwe mo gelijkheden bieden, zoals het kwekenvan nieuwe combinaties van soorten, die tot nog toe niet langs de traditionele weg ge selecteerd kunnen worden. De land- en tuinbouw zal hierdoor de be- Europese koerswijziging Vervolg van pagina 8 de opbrengsten voor de Europese land bouw in zijn totaliteit. Derhalve zal in de agrarische sector naast een verdere te ruggang van het aantal bedrijven ook een beperking van de kosten moeten worden bereikt om het inkomensniveau per bedrijf toch zoveel mogelijk op peil te houden. Een sterkere oriëntatie van het gemeenschap pelijk landbouwbeleid op de marktsituatie zal via de werking van het prijsmechanis me resulteren in een betere allocatie van produktiemiddelen in de Europese land bouw met een verschuiving van de produk- tie naar die gebieden, produkten en bedrij ven, waar met de minste kosten de meeste opbrengsten kunnen worden verkregen. Voor de individuele agrariër - ook in de melkveehouderij - betekent dit, dat hij als zelfstandig ondernemer een groter deel van het marktrisico zelf zal moeten dragen, zoals dit thans trouwens reeds het geval is in de tuinbouw, de intensieve veehouderij en gedeeltelijk ook in de akkerbouw. Ge zien zijn krachtige concurrentiepositie moet de Nederlandse landbouw zeker in staat worden geacht deze hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te doorstaan, met betere overlevingskansen dan in de meeste andere lidstaten. De agrarische sector in ons land lijkt dan ook op wat langere termijn veeleer ge baat bij deze onvermijdelijke en reeds te lang uitgestelde koerswijziging, althans voor zover daardoor - met handhaving van de grondbeginselen - een echt ge meenschappelijk landbouwbeleid be houden kan blijven, dat tevens voldoen de ruimte biedt voor een flexibele aan passing van dynamische bedrijven aan structurele ontwikkelingen. schikking krijgen over nog beter en effi ciënter uitgangsmateriaal, terwijl door ge richt overbrengen van specifiek gewenste erfelijke eigenschappen (zoals ziekteresis tentie en efficiënt energieverbruik) veel tijd, ruimte en geld kan worden bespaard bij de veredeling. Naast de toepassing van genetische mani pulatietechnieken bij de veredeling kan voorts genoemd worden de verdere ont wikkeling van de weefselkweektechniek bij de vermeerdering van planten en embryo technieken bij dieren. Deze vermeerde ringstechnieken hebben een aantal voor delen. Zo kan in relatief korte tijd een grote voorraad aan gezond plantmateriaal c.q. fokdieren worden verkregen, terwijl tevens goede mogelijkheden tot planning en spreiding van de produktie mogelijk zijn. Wil onze land- en tuinbouw in de voorste gelederen blijven, dan is een verhoogde onderzoeksinspanning op al deze nieuwe terreinen op zijn plaats. Kortom, het ant woord op de politieke besluitvorming en de stagnerende markten is een verder gaande innovatie en rationalisatie op en rond de boerenbedrijven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 11