PTT I fH I II IJ I T Internationale ontwikkelingen f*- en de sociale premies nu eens niet langer te laten stijgen. En het moet toch mogelijk zijn het financieringstekort terug te bren gen in 1 986 naar 7,5 procent van het na tionaal inkomen. Dat betekent vier a vijf punten lager dan in 1983. Dat waren onze taakstellingen. Toen we goed en wel aan de gang waren, kwamen de verhalen dat dit allemaal wel niet haal baar zou zijn. De oppositie diende met gro te regelmaat alternatieve plannen in. We hebben toch de koers maar aangehouden. En ik durf nu te zeggen dat naar mijn vaste overtuiging de uitkomst in 1 986 beter zal zijn dan de cijfers, die we opgenomen hebben in het regeerakkoord (we zijn nu halfweg). Ik denk dat het wel degelijk mo gelijk is het financieringstekort terug te brengen naar het beoogde peil. Ik meen dat dat mogelijk is onder een gelijktijdige vermindering, niet stabilisatie, van de las tendruk. En ik meen zelfs, hoe moeilijk dat ook is, dat het mogelijk zal zijn de werk loosheid beduidend onder het miljoen te houden. Ik realiseer me dat dit stoutmoedige uit spraken zijn en toch doe ik ze in de volle overtuiging dat het mogelijk is. We zijn werkelijk op de goede weg en we moeten het eind nu vasthouden. Er is veel werk te doen in ons land, maar natuurlijk zijn wij ook afhankelijk van internationale ontwik kelingen. Een enkel woord over die internationale ontwikkelingen. Wat zijn de punten waar ik op doel. Allereerst is het allemachtig be langrijk, dat het herstel van de economi sche groei, dat in een aantal landen werke lijk op gang aan het komen is, niet in de war gebracht wordt, niet ondermijnd wordt door wantrouwen in de financiële ontwikkelingen, door wantrouwen in de rente-ontwikkeling, door wantrouwen in de ontwikkeling, waar het betreft de solva biliteit van banken en landen. We hebben natuurlijk op de eerste plaats nodig, per land, een gezonde financiële en economische ontwikkeling. Maar we heb ben tegelijkertijd economische groei en sa menwerking in de wereld nodig om te be werkstelligen dat een deel van de proble men via de groei opgelost kan worden. Daarom onze pleidooien, voortdurend, om een dam op te werpen tegen tendensen van protectionisme: het afsluiten van gren zen. Daarom ook ons pleidooi om het ten aanzien van de zich ontwikkelende landen, de nieuw opkomende landen, daarheen te leiden, dat er voldoende mogelijkheden zijn voor de financiering van de groei. Daarom ook een pleidooi om de soliditeit van bankwezen en kredietwezen te blijven waarborgen. Het is hier vanmiddag niet de plaats om daar concrete voorstellen over te doen. Maar ik hoop werkelijk dat diegenen, die verantwoordelijk zijn op de verschillen de niveaus in de banken, in de centrale banken en in de regeringen, dat proces zo zorgvuldig mogelijk zullen begeleiden. Als ik een klein stapje terug mag doen naar uw eigen organisatie, dan wil ik het volgen de opmerken. In uw organisatie bestaat een kruiselingse garantieregeling, waarbij de plaatselijke banken solidair zijn met el kaar. Dat is bekend. Boeiender is eigenlijk dat die regeling er niet zonder slag of stoot is gekomen. Tegenstanders noem den het een beloning voor slecht beheer. Voorstanders zagen het als een veiligheid tegen onheil, dat klein kan beginnen, maar als een sneeuwbal kan aangroeien. Waar om geef ik dit voorbeeld? Niet omdat het zich laat kopiëren naar de internationale fi nanciële problemen, maar wel om duidelijk te maken dat er altijd een zekere spanning zit tussen de noodzaak een gecoördineer de politiek te voeren, om erger onheil te voorkomen, en de noodzaak dit te doen op een wijze waardoor de eigen noodzakelijke discipline niet ondergraven wordt. Ik hoop werkelijk dat op dit punt voortgang geboekt wordt. Als we het vertrouwen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 9