Rente mag herstel economie niet in de war brengen Rede van minister-president drs. R. F. M. Lubbers Zuinigheid met vlijt bouwt huizen a/s kastelen. Aan dat oer-Hollandse gezegde moet ik denken hier bij de Rabobankorganisatie. Een reus onder de banken, maar met een geheel eigen structuur. Ruim 900 banken met zeer zelfstandige besturen, of zoals ik wel eens heb horen zeggen, 900 moeders met samen één dochter. 8 Maar ook een bijzondere bank in nog een ander opzicht. De fi nanciële wereld is de laatste jaren nogal in beroering. Bankinstellingen in de wereld hebben zorgen door binnen- en buitenlandse debiteuren, die door de economische teruggang niet meer aan hun verplichtingen konden voldoen. Die zorgen zal uw organisatie ook wel gekend hebben. Maar het is toch wel heel bijzonder dat er in uw kring al een tijd lang wordt gestudeerd op de vraag hoe de oversolvabiliteit in uw organisatie moet worden aangewend. Daar zullen vele concurrent-banken, niet de kleinste in de wereld, u zeer om benij den. Kennelijk is in uw kring van bestuur- heden, investeer dan op lange termijn in Nederland. Dan kom ik nog een keer pra ten. Vrienden, het is goed hier te zijn. En u begrijpt, ik spreek u toe vanuit het vertrou wen dat onze economie herstellende is. Hoe staat het daarmee? Hoe gaat het er mee? Het gaat goed, maar nog niet goed genoeg, zei bankpresident Duisenberg in zijn jongste jaarverslag. En ik zeg het hem na. Goed maar nog niet goed genoeg. We hebben nog een gigantische achterstand op een aantal terreinen en met name een zeer fors werkgelegenheidsprobleem. Dit betekent, dat we het erg goed moeten doen, een aantal jaren lang. Toch zit er ders steeds sterker het besef ontwikkeld dat u omgaat met andermans centen. Laat ik ronduit zeggen, ik bewonder die eigenschap. Ik zal niet nalaten om dat be sef ook in de kringen van de overheid verder te laten uitbotten. Maargoed, niette veel over het verleden. Langzaam maar ze ker dringt het besef door dat de gulden eerst verdiend moet worden, voordat deze uitgegeven kan worden. We hebben he laas heel wat guldens uitgegeven die niet verdiend zijn. Nog een moment terug naar uw bank want ik wil wel een klein beetje koopman blijven, ook hier vanmiddag. Als u nu werkelijk moeilijkheden hebt met die oversolvabiliteit dan wil ik er wel op wij zen dat er een land is met een economie die heel snel herstelt, waar de rentabiliteit omhoog gaat, waar ook lange-termijnpro- jecten best weer eens rendabel kunnen worden. En zo zou de ene hand de andere kunnen wassen. Dus, komt u in moeilijk schot in de zaak, ten goede. Toen we begonnen in deze kabinetsperio de, stonden we voor het feit dat de werkge legenheid in het bedrijfsleven in drie jaar met krap 100 000 arbeidsplaatsen was afgenomen, dat tegelijkertijd de tekorten van de overheid steeds hoger dreigden te worden en dat de belastingen en premies ieder jaar toenamen. We hebben als kabi net met elkaar afgesproken die ontwikke ling te keren. Je kunt weliswaar geen ijzer met handen breken, maar het is mogelijk om dit soort fatale ontwikkelingen om te buigen, stap voor stap. En daar zijn we mee bezig. We hebben toen dat regeerakkoord opge steld en gezegd: het moet mogelijk zijn die groei in de werkloosheid, die fantastisch was, af te gaan remmen. Afremmen bete kende evenwel nog steeds één miljoen werklozen in 1986. We zeiden ook: het moet toch zeker mogelijk zijn de belasting

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 8