0
Friesland is zelfs al twee jaar een speciale
variëteit waar te nemen: de Agrarische Jon-
gerenraad van de Friese Rabobanken. De
populatie echter is nog heel schaars. Flet
aantal exemplaren is op één, hoogstens
twee handen te tellen. Maar je krijgt aller
minst de indruk, dat ze met uitsterven wor
den bedreigd. Integendeel, eerder denk je
aan vroeg gearriveerde vogels, die als eerste
hun terrein betrekken. Aan pioniers, die en
thousiast bezig zijn en door hun voorbeeld
anderen zullen gaan aansteken.
Die impressie kreeg ik, toen onlangs vijf jon-
gerenraden het nieuwe kantoor van Rabo
bank Nederland bezochten. Flet waren er
drie van landbouwcoöperaties en twee van
onze banken, Oost-Flevoland en Noord-
Oostpolder. De laatste in gezelschap van de
voorzitter van het bestuur van de bank, de
heer P. G. van Maldegem. Zelf een NOP-pio-
nier, ervaren Raboman en coöperator, is
Van Maldegem de animator van de jeugd
raad. Verrassend was hoe die jonge men
sen toonden dat ze er wat van wisten, van
coöperatie én van bankzaken. Ze waren er
bij betrokken! De heer Mertens, Hd van de
Raad van Beheer, heeft genoegen beleefd
aan de vragen na zijn inleiding. Flij stond al
tijd wat gereserveerd tegenover jongerenra-
den, maar erkende nu ruiterlijk: een goede
zaak a/s er meer in de Rabobankorganisatie
komen.
De opkomst van jongerenraden - ze
zijn in allerlei vormen ook elders in de
maatschappij te ontwaren - zal wel
op de luidruchtige jaren zestig zijn terug te
voeren. Hoeveel wilde opvattingen zijn er
toen niet gelanceerd? ledereen wilde op
zijn manier inspraak hebben. Dat wilde lag
de altijd wat behoudende bankman niet zo.
Maar het zou wel eens kunnen zijn, dat we
ons daardoor toch wat te snel van het ver
schijnsel jongerenraad hebben afgewend.
Deze brengt namelijk bij nader inzien hele
beste papieren met zich mee, voor de jonge
ren zelf, maar ook voor ons a/s bank, zeker
als coöperatieve bank.
Groeiproces is hier het woord. Jongeren,
doorgaans twintigers, staan op de drempel
van hun entree in het maatschappelijk,
zakelijk leven. Ze moeten er ingroeien, ze
willen weten van de hoed en de rand, af en
toe achter de schermen kijken, om te leren
wat er aan de hand is en hoe dat wordt aan
gepakt. Misschien is dat voor die jongeren
het belangrijkste: je inzicht verdiept, je
wordt 'gevormd'. In de kring van leeftijdsge
noten wordt dat gemerkt en doorgegeven.
Maar reken erop, dat die jongeren zo af en
toe ook hun eigen duit in het zakje willen ge
ven. Waarom doet u dit, waarom niet dat?
Daaruit ontstaat dan geleidelijk een advise
rend aspect in zo'n jongerenraad. Ze vor
men een mening en laten die gemotiveerd
horen.
Zo bezien, is dit alles voor een Rabobank
heel aantrekkelijk. Ons bankbedrijf is vaak
zo groot en onoverzienbaar geworden, dat
we moeite hebben het aan onze leden en re
laties duidelijk te maken. Dat willen we
toch, vooral omdat we een coöperatieve
bank zijn? Wat is er dan beter om daar met
een jonge, geïnteresseerde groep mee te be
ginnen? Ook als bank zit je voortdurend in
een groeiproces. Zelfs de besluitvorming is
vaak zo 'n proces. Hou daarbij voeling met de
toekomst, de komende generatie!Pas op dat
je niet door een soort 'gevestigde' bedrijfs
blindheid over je doel heenschiet! Daarte
gen zal overleg met een jongerenraad een
heilzaam tegengif kunnen bieden.
Bezwaren? Het is maar hoe je het bekijkt.
Als er geen vertrouwen over en weer be
staat, wordt het niets. Raadsvoorzitter, J. A.
P. Sweere uit de NOP, zei me dat na
drukkelijk. Het kost ook tijd en inspanning.
De bank moet zo 'n jongerenraad echt willen
begeleiden, 'sponsoren 'zou je haast zeggen.
En vooral: die jongeren willen en moeten se
rieus genomen worden. Ze willen luisteren,
maar er moet ook naar hen geluisterd wor
den. Ook als er kritische vragen en menin
gen naar voren komen. Dan moet de bank
echt een eigen mening weten over te bren
gen. Zou men daarvoor in onze kring terug
schrikken? Uit gemakzucht? Als dat zo is, zei
Mertens me eens, ben ik voorstander van
zo'n jeugdraad!
Het wordt tijd onze Rabobanken een
beetje in bescherming te nemen. De
voor hen ongunstige vergelijking met
land- en tuinbouwcoöperaties is namelijk
een scheve. Want die laatste kijken immers
als van nature voor de vorming van een
jeugdraad naar de agrarische jongerenorga
nisaties. En omgekeerd. De coöperatieve
aan- en verkoop van zuivel en suiker ligt im
mers rechtstreeks in één lijn met het eigen
agrarisch bedrijf, dat die jongeren ambiëren
of al uitoefenen. De Rabobanken echter
zijn weliswaar op agrarisch gebied zeer ge
specialiseerd en erg actief, maar in wezen
zijn zij all-round banken. Particulieren en
het niet-agrarische bedrijfsleven horen er
ook bij, numeriek zelfs meer dan de agra
riërs. Zelfs in de NOP, toch een typisch
agrarisch gebied, heeft men dat gevoeld,
want twee van de acht zetels in de jongeren
raad worden bezet door 'niet-agrariërs'!
Die twee worden blijkbaar 'aangezocht'.
Is dat niet de oplossing voor banken, die zo 'n
jongerenraad willen Zelfs een puur stede
lijke bank, waar geen agrarische jongeren
organisatie te bekennen valt - en andere
jongerenorganisaties zijn er ook niet meer,
afgezien van de politieke - zou toch op eigen
initiatief zo 'n raad kunnen vormen. Onder
eigen leden en cliënten zijn namen te vinden
van geïnteresseerde zonen of dochters, die
het jonge element uit diverse maatschappe
lijke sectoren vertegenwoordigen. Mis
schien iets om op de eigen Algemene Verga
dering een balletje over op te werpen? Als
zo 'n raad een keer bestaat en - belangrijk! -
goed blijkt aan te slaan, kan hij zijn eigen va
catures heus wel opvullen.
Laten we ondertussen van die jonge
renraden vooral niet een project ma
ken, dat zo nodig moet. Zo iets moet
van onderop ter plaatse groeien, op initiatief
van de bank of van een aantal jongeren zelf.
Van weerszijden moet er 'aardigheid' in be
staan. A/s dat het geval is, is er niets tegen,
maar alles voor. En dan kan het ook. Zelfs al
moet je erkennen, dat het bij een Rabobank
toch wel wat moeilijker ligt dan bij andere
coöperaties. Want het bankgeheim geldt
ook tegenover de jongeren. Concrete bank
zaken en individuele gegevens gaan hun
niet aan. Maar er blijft genoeg stof over voor
een periodiek gesprek en 'beraad'. Vergeef
die aanhalingstekens; ze staan er om even
duidelijk te maken, dat die jongeren natuur
lijk op een heel andere stoel zitten dan die
van een beheerscollege. Hun stoel moet
geen (adviserende) bestuursstoel worden!
Maar ook dan kan dat 'beraad'aan beide zij
den als inhoudsrijk ervaren worden. Dat is
ten minste de ervaring in de NOP, waar de
jongerenraad ongeveer dezelfde agenda als
de raad van toezicht krijgt voorgezet: 'mee
denken over beleidszaken
Er moet niks, maar zo 'n jongerencollege kan
voor heel wat van onze banken een aantrek
kelijke gedachte zijn. Vooral wanneer je in
eigen kring een of meer ervaren mensen
hebt, die er 'schik in hebbenom zulke jon
geren te begeleiden. Een gewichtige voor
waarde voor het welslagen! Als er dan een
voor het eigen werkgebied ongeveer repre
sentatieve jongerengroep kan worden ge
vormd, of 'zich aanbiedt', kan meteen ge
start worden, eventueel als experiment. Een
reglement om het 'officieel' te maken is na
tuurlijk geen probleem.
Nog vele treffende, diepzinnige argumenten
zouden zijn aan te voeren voor het weder
zijdse belang van een intensiever contact
tussen onze banken en de jongere generatie.
We hebben ze echter nauwelijks nodig,
want dat belang onderschrijven we alle
maal. Daarom is een jongerenraad, die ove
rigens heel goed in de Rabobankorganisatie
past, best het overwegen waard!
JRH