Wob Kleine boer in on twikkelingslanden onbereikbaar? energie op de ingeslagen weg verder te gaan. Ook voor het individu zelf is er alle aanlei ding om weer meer aan sparen te denken. Ten eerste niet alleen om een potje voor onvoorzien te kweken, maar ook om te zor gen voor aanvulling op de mogelijk relatief achterblijvende oudedagsvoorziening. Ten tweede is de inflatie niet zo hoog, wat spa ren verhoudingsgewijs weer interessanter heeft gemaakt dan lenen. Toenemende be sparingen zijn zeker in een werk aantrek kende economie hard nodig. De Rabobank heeft door middel van haar nieuwe kijk op sparen een eerste steentje bijgedragen aan het stimuleren van de gezinsbesparingen. Het wordt hoog tijd, dat ook de overheid dat doet en wel d.m.v. het creëren van vergelijkbare fiscale voordelen voor spa ren zoals die allang gelden voor lijfrente verzekeringen. Er is een proefschrift verschenen over veld onderzoek in enkele gebieden in Sri Lan ka en Thailand naar een meer actiegerichte aanpak voor hulp aan kleine boeren. De promovendus is K. C. W. Verhagen, werk zaam bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen. De titel luidt: 'Co-operation for Survival'. Een interessant boek. Het falen van de coöperatieve onderneming als in strument voor positieverbetering van de kleine boer - in de desbetreffende gebie den - wordt aan de kaak gesteld. Ook het 'zijn' van coöperatieve onderneming wordt meegenomen in de beschouwingen. De schrijver laat er geen misverstand over be staan, dat op grond van zijn informatie er vaak semi-overheidsondernemingen mee worden bedoeld. De hoofdlijn van het be toog is wel dat de kleine boer in de coöperatie niet meetelt en niet of nauwe lijks van de diensten profiteert. Ter illustratie: ergens in Thailand op een voorlichtingsdag voor leden van de plaat selijke coöperatie zitten de grote boeren op Vervolg op pagina 6 In dit nummer van Rabobank is traditiegetrouw weer veel aandacht besteed aan onze Alge mene Vergadering. Zoals gebruikelijk staan de teksten van de daar gehouden inleidingen verderop volledig afgedrukt. We kunnen ook zonder meer tevreden zijn over de aandacht, die de pers en de andere media aan deze Algemene Vergadering hebben besteed. Dit is niet ge bruikelijk tegenover andere banken. De speciale vormgeving van onze Algemene Vergade ring, zoals het massale gehoor ten gevolge van onze coöperatieve structuur én de bijdrage van een prominent spreker van buiten, draagt daar ongetwijfeld toe bij. Gaarne wil ik hier echter iets verder ingaan op een ander thema, dat ons bij de centrale bank in het afgelopen jaar heeft beziggehouden. Een zaak, die in grote lijnen eind juni zijn beslag heeft gekregen: de reorganisatie van Rabobank Nederland als gevolg van het actie plan OTW (Opvoering Toegevoegde WaardeRuim een jaar geleden zijn wij, na een vooraf gaand onderzoek, begonnen met het doorlichten van alle afdelingen op de effectiviteit en de toekomstwaarde van hun werk. Ongeveer gelijktijdig hebben we een diepgaand onderzoek ingesteld naar een verbetering van de commerciële aanpak van het bankbedrijf vanuit de centrale bank. Als afsluiting van dit geheel hebben we de wenselijkheid bekeken van een reorganisatie van hoofddirectie, werkgebieden en directoraten van de centrale bank. Bij het doorlichten op verbeteringsmogelijkheden van de effectiviteit van de afdelingen zijn opvallend veel projecten naar voren gekomen. Deze zullen dan ook in de loop van dit en volgend jaar geleidelijk aan worden gerealiseerd. Hierdoor zal het bestand aan personeel én aan voordien goedgekeurde vacatures met zo'n 20procent worden ingekrompen. Voor een deel zullen deze vervallen vacatures worden opengesteld voor het vervullen van nieuwe taken (vooral bij de automatisering, voortaan informatica genoemd). In totaliteit zal daardoor het totale personeelsbestand binnen de centrale bank in het Nederlandse bedrijf met zo'n 15 procent verminderen, ofwel met rond 700 volledige arbeidsplaatsen. Nogmaals, dit wordt pas geleidelijk zichtbaar, te meer omdat wij onze medewerkers hebben toegezegd niemand te ontslaan als gevolg van dit OTW-project. Medewerkers, die hun functie verliezen en elders in de bank nog niet direct terechtkunnen, worden bijgeschoold voor andere functies. Voordat de laatsten, die vrijkomen uit projecten van eind 1985, hun definitieve plaats hebben, kan het dan ook midden 1986 worden! Voorwaar een programma op lange termijn, maar meer dan de moeite waard. Zoals gezegd, een reorganisatie binnen de centrale bank vormde het sluitstuk. In plaats van vier, komen er nu vijf werkgebieden. De primaire werkgebieden Aangesloten Banken en Bankzaken krijgen eigen instrumenten voor commercieel beheer, informatica en control om sneller en beter op de markt en de cliëntenbehoeften te kunnen inspelen. Heel veel moei zaam overleg kan vervallen door het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid van de directoraten. Ongeveer de helft van de hoofddirecteuren en hoofden van directoraten krijgt een andere, of een sterk gewijzigde functie. Kortom, we hebben ons klaargemaakt bij de cen trale bank om de zaken, waarvoor we staan, beter, moderner en doelmatiger aan te pakken. Ik ben ervan overtuigd dat de organisatie de positieve invloed van dit gehele 0 TW-gebeuren nog vele jaren zal ondervinden. Te meer, omdat alles is verwezenlijkt in open en goed overleg met betrokkenen en met de Ondernemingsraad. Velen zijn bereid geweest om - als het moest - offers te brengen. Daaruit blijkt dat ze geloof hechten aan een eerlijke aanpak en zich mede daarom ook volledig zullen inzetten om zich waar te maken in hun nieuwe functies. Ir. P. J. Lardinois

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 3