agboek van rn kassier Oppeppen 34 Lanbouwcommentaar landbouwbeleid. De Nederlandse overheid staat voor een zware keuze. Tot nu toe is het Nederlandse landbouwbe leid gericht geweest op bevordering van de produktiviteit en de ontwikkeling van de bedrijven. Met relatief weinig geld werd de Nederlandse land- en tuinbouw gesteund in zijn ontwikkeling. Met de vrije Europese markt en gelijk waardige internationale concurrentievoorwaarden kun nen de Nederlandse boer en tuinder uit de voeten, gehol pen door efficiënte toeleverende en afzetorganisaties. Het ziet er naar uit dat de concurrentievoorwaarden weer een zaak worden van de nationale overheden, zoals met West- Duitsland het geval is. Een landbouwbeleid a la West- Duitsland zal ons land heel veel geld kosten. In dat land be staat een speciaal belastingbeleid voor de landbouw, een speciaal sociaal beleid en een speciaal BTW-beleid voor de landbouw, om een paar eigenaardigheden te noemen. Nederland kan zich de luxe van een landbouw met min of meer een steunkarakter niet veroorloven. Daarvoor zijn an dere produktietakken, zoals de industrie, in vergelijking met West-Duitsland, onvoldoende sterk ontwikkeld en is de land- en tuinbouw met alle aanliggende activiteiten te belangrijk voor werkgelegenheid en export. In feite is er geen andere keuze voor ons land dan het weer oppeppen van het landbouwbeleid in de Europese Gemeenschap, met zoveel mogelijk een vrije markt. Een weg terug naar harmonisatie van concurrentievoorwaarden, openhouden en weer open maken (melk) van de markten. Tegelijk wellicht nieuwe taken eraan toevoegen zoals een Euro pees milieubeleid, een mooie opgave voor onze regerings leider op de volgende Top. Intussen zal er gewaakt moeten worden dat ons land voor zichtig is met eigen compenserende maatregelen. Dat zal het hernationalisatieproces van het landbouwbeleid al leen maar in de hand werken. Een sterk structuurbeleid, goede fiscale maatregelen en een blijvende actieve rol van het Ministerie van Landbouw op het gebied van onder zoek, voorlichting en onderwijs, lijkt ook voor de toekomst de meest aangewezen weg voor het nationale landbouw beleid. Buiten is de lucht grijs en de jasjes blijven aan dit jaar op de algemene vergadering. Gelaten onderga ik het ritueel van papieren ophalen ergens tussen de bordjes Aalsmeer en Zijtaart, wegbrengen van de regenjas en geduld oefenen in de rij voor de koffie. Pas daarna stort ik me vol nieuwsgierigheid op de stands van de verschillende activiteiten. Met het opgewonden ge voel dat nog stamt uit de tijd van speeltuin en nieuw school jaar begin ik eerst aan een oppervlakkige ronde op zoek naar sensaties, die er weer niet zijn. Daarna komt het gedegen spitwerk. Hier een foldertje, daar een boekje. Hier even zit ten op een fraai uitgevoerde directeursstoel uit het aanbod van Best, daar even verlekkerd kijken naar de valse bankbil jetten spuwende stalen kassier. Ik weersta zonder enige moeite de verleiding om mijn optiekennis te testen, knipoog even terug naar het kleuren- schermpje met de verleidelijke vrouwennaam en kom ten slotte oog in oog te staan met een vriendelijk heer, die met een grote dobbelsteen op een soort trampoline aan het manipuleren is. Hij biedt me een kleine kopie van de steen aan, die in plaats van de welbekende puntjes driemaal het woordje ja en driemaal het woordje nee draagt. Met dat rol lende orakel wordt de aandacht gevestigd op de kredietver- zekeringsfaciliteiten. Ik probeer het uit met de vraag of ik nog een kopje koffie zal nemen en het antwoord luidt ontkennend. In de verte nadert nu een praatgrage collega, die me minstens tien minuten zal doorzagen over zijn eigen geniale oplossing voor het pro bleem van de beruchte financiële ruimte. Ik rol de steen in mijn hand en lees het negatieve antwoord, waarna ik hem ontwijk door een tactische manoeuvre uit te voeren in de richting van de toiletten. Als de juffrouw met de fluwelen stem aandringt op het in nemen van de plaatsen, laat ik de steen voor wat hij is. Hier immers past geen gok, maar dient de democratie serieus te worden genomen. De steen weigert aanstoot te geven en produceert een dui delijk nee a/s antwoord op de suggestie van een van mijn ge zellen om het na Lardino/s en Van Verschuer maar voor ge zien te houden. We zitten dus de minister-president gehoor zaam en aandachtig uit en besluiten daarna zonder dat de steen er aan te pas behoeft te komen om nog even een pilsje te pakken in de aloude Domstad. Vroeger ging je dan even Noord-Brabant binnen voor een portie bitterballen en een borreltje, maar ter hoogte van die plek worden heden ten dage alleen maar confectiejasjes aangeboden. Toch vinden we nog een aardig stekje waar door de andere bezoekers onmiddellijk als 'buitemense' geklassificeerde Heden zoals wij op redelijke wijze hun dorst kunnen lessen. De wonderlijke beslissteen uit de kredietverzekeringsstand is aanleiding tot veel kinderlijk plezier aan ons tafeltje. Na een poosje antwoordt hij braaf ja op de vraag of het niet de hoogste tijd is om huiswaarts te keren. In de trein filosofeer ik nog wat over zijn gebruiksmogelijk heden. Verhoging van het krediet voor Steensma, extra ver lof voor Thea, de lezing voor de middenstandsvereniging. Doen of niet doen, allemaal op te lossen met een simpele steenworp. Op dat moment rolt de steen uit mijn hand onder de bank en omdat niemand van het gezelschap lust heeft in een aller aandacht trekkende kruippartij, blijft hij liggen waar hij ligt. En of hij het er mee eens is of niet komen we niet te weten. Ik moet dus van handbediening weer overschakelen op hoofdbediening als het gaat om de kleine en de grote beslissingen van nu en straks. En dat is maar goed ook. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 34