Maar middelenaanwas blijft zorgelijk Rede van ir. P. J. Lardinois 'Versterkt uit moeilijke eerste jaren tachtig te voorschijn' In het begin van de jaren tachtig overheersten alom somberheid en zorg over de economische situatie. 1983 is het jaar geworden waarin diverse aanwijzingen kwamen van een voorzichtig op gang komend economisch herstel. De meest recente cijfers geven aan dat deze positieve ontwikkeling doorzet hoewel het ons inziens bepaald nog te vroeg is om te spreken van een langdurig herstel. Teleurstellend Ook bij onze bankorganisatie is in een aantal opzichten duidelijk sprake van een positieve ontwik keling in vergelijking met de eerste jaren van dit decennium. Enkele belangrijke knelpunten zullen evenwel in de komende jaren extra aandacht en inzet vragen. Ik kom daar verderop nog op terug. De kredietvraag heeft vooral in het tweede halfjaar een onverwacht krachtige groei te zien gegeven. Zowel aan particulieren als aan bedrijven werd aanzienlijk meer ver strekt dan in 1 982. In de agrarische sector hebben gunstige bedrijfsresultaten in 1981 en 1982 geleid tot nieuwe investe ringsimpulsen en daarmee tot krediet leningen. Al met al steeg de uitstaande kredietverlening bij onze organisatie met 9 procent (1tot f 74 miljard. Die stijging is overigens deels ook toe te schrijven aan onze activiteiten in het buitenland. Uitstaande leningen bij de Rabohypo- theekbank - die overigens in 1983 haar vijfenzeventigste verjaardag mocht geden ken - namen met bijna f 400 miljoen af. In het licht van haar aanvullende functie en van de nog zeer ruime interne liquiditeits- positie van de meeste aangesloten ban ken in een groot deel van het jaar een logi sche ontwikkeling De groei van de uit staande binnenlandse kredietverlening bij de centrale bank was nog gering. Bij de be- vraag bij onze banken. Ook niet-agrarische bedrijven namen aanzienlijk meer leningen bij ons op dan in 1982. Naast het lichte economische herstel hebben wij de indruk dat ook een versteviging van onze markt positie hierbij een rol heeft gespeeld. Ook in de particuliere sector was dit laatste het geval. Produktvernieuwing, in het bij zonder de (Rabobank) Rente Stabiel Hypo theek, en onze gematigde tariefstelling hebben geleid tot een duidelijk herstel van ons marktaandeel. Aan particulieren werd voor bijna 50 procent méér aan nieuwe leningen verstrekt dan in 1 982. Voor een deel werden deze overigens aangewend voor aflossing of omzetting van bestaande drijven, die traditioneel vanuit de centrale bank worden bediend, had verbetering van de vermogensverhoudingen vooralsnog voorrang boven uitbreidingsinvesteringen. Wel werden voor aanzienlijke bedragen le ningen verstrekt aan nieuwe niet-traditio- nele cliënten. Stemt het beeld bij de kredietverlening in het algemeen dus tot tevredenheid, duide lijk anders ligt dit bij de middelenontwikke ling. Met name de groei van onze traditio nele middelen bij uitstek, de spaargelden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 20