Geen centralisme en be
voogding
De Postbank
teren, is dat meer dan alleen een kwestie
van verbetering van vraag en aanbod. Het
is ook een kwestie van een gunstige beta
lingsbalans, het beteugelen van inflatie en
het stabieler blijven van de rentetarieven.
Dan is dat, als een lente met een lichte
groene gloed van enig optimisme en enige
durf om met redelijk geloof in succes te
investeren. Dé afgelopen jaren hebben ons
geleerd dat ondernemerschap en zakelijke
zekerheid alléén voor krediet onvoldoende
waren. De toegevoegde waarde van een
zich verbeterende economie is een signaal
voor onze organisatie. Daarop zullen wij
moeten inspelen met een zeer concreet
marktgericht beleid.
Ik kom nu geleidelijk van het burengebeu
ren naar het directe functioneren van de
Rabobankorganisatie. Ik constateer met
enige voldoening dat de huidige gegevens
laten zien, dat de ergste sombere wolken
van de economie, die ook de Rabobankor
ganisatie - zowel mentaal als materieel -
niet onberoerd hebben gelaten, voorbij
trekken. Ons systeem van verhoogde
waakzaamheid en daarbij passende maat
regelen enerzijds en de verevening van
schuldenlasten tussen de banken onder
ling anderzijds, hebben bewezen in de
praktijk goed te werken. Wij zijn niet alleen
in staat in tijden van economische groei
overeind te blijven, maarook in een tijd van
economische neergang. Deze constatering
is het winstpunt van deze tijd. Opvallend
én belangrijk daarbij is, dat we uit een ove
rigens begrijpelijke schrikreactie de teu
gels niet harder hebben aangetrokken
door meer te centraliseren. Neen, we zijn
daarentegen in deze tijd verder gaan de
centraliseren in ons beleid. De ruimte van
de plaatselijke banken is vergroot. Dit
komt in de goedkeuringsvereisten voor
kredieten duidelijk naar voren.
We hebben in Nederland tegenwoordig de
mond vol van decentraliseren, deregule
ren, privatiseren en het minder ingewik
keld maken van regels. Begrippen, die alle
met elkaar gemeen hebben, dat ze gebo
ren zijn uit de gedachte dat in ons land te
véél en té centraal door de overheid wordt
geregeld, geïnitieerd en uitgevoerd. In de
praktijk zien we nog maar weinig resulta
ten van al die goede voornemens. Er zijn
even zovele tegenstromen, die aantonen,
waarom juist in deze tijd een strengere en
meer geregelde en centrale aanpak door
de overheid gewenst is.
Dereguleren, decentraliseren en privatise
ren zullen naar mijn overtuiging alleen luk
ken als we allemaal erkennen dat we ver
antwoordelijke, mondige mensen en orga
nen zijn, die alleen maar kunnen functione
ren als we ruimte krijgen; ruimte om het
goed en beter te doen en anders te doen;
ruimte ook om fouten te maken, waaruit wij
ook moeten kunnen leren. Ik hoop dan ook
heel concreet dat de Nederlandsche Bank
in haar toezichthoudende functie voor het
Nederlandse bankwezen uit de lessen, die
zij in het recente verleden heeft gehad, de
juiste conclusie zal trekken en dat die con
clusie niet een sterker centralisme van haar
kant en dus een sterkere 'bevoogding' van
de Nederlandse banken op enigerlei wijze
zal betekenen. Tot u ledenbanken zeg ik
met overtuiging dat de Raad van Beheeren
hoofddirectie mentaal in staat en bereid
zijn u die ruimte te geven, waar u voor het
goed functioneren van uw bank naar onze
mening recht op hebt.
Voordat ik met u de blik totaal naar binnen
richt nog een korte opmerking over de
eigen positie van de Rabobankorganistie in
de wereld van de Nederlandse banken.
Naar mijn mening is het niet te verwachten
in de komende jaren, dat de parallellen tus
sen de algemene handelsbanken en de
Rabobankorganisatie zullen toenemen en