at ons bezighoudt...
Wob
O
Banken boekten betere
resultaten
Het verslag van Duisenberg
H| Wi
lil f I| 3
In de afgelopen tijd zijn de jaarverslagen
van de meeste banken gepubliceerd. Daar
uit bleek dat de financiële resultaten bij
vrijwel alle instellingen zijn verbeterd. Niet
alleen bij de grote banken, maar zeker ook
bij de kleinere trad een duidelijke vooruit
gang op. Zelfs uit het in de voorbije jaren
zo in mineurstemming verkerende hypo
theekbankwezen kwamen minder sombe
re geluiden.
Ook de Rabobankorganisatie heeft een
zeer bevredigend 1983 achter de rug.
Wanneer we de gang van zaken bij onze
organisatie en die bij de drie grootste alge
mene banken onder de loep nemen, dan
kunnen we constateren dat de balansgroei
niet de belangrijkste oorzaak van de toene
mende inkomsten kan zijn geweest. De
groei van het bedrijf, afgemeten aan de
balansomvang, bleef namelijk tamelijk be
perkt. De rentemarge, die in de tweede
helft van 1982 al was verbeterd, bevond
zich in 1 983 op een relatief hoog niveau en
was daarmee de voornaamste reden van
de voorspoedige groei van de baten. Ook
de met de beurshausse samenhangende
gunstige resultatenontwikkeling in het ef
fectenbedrijf droeg een niet onbelangrijk
steentje bij.
De toeneming van de baten bleef bij onze
organisatie wat achter bij die van de naaste
concurrenten. Ons beleid als coöperatieve
bankorganisatie is er op gericht om, indien
daarvoor ruimte aanwezig is, bij de vast
stelling van de tarieven voor onze debetre
laties zoveel mogelijk de onderzijde van de
markt te kiezen. In 1983 hebben we dat
gedaan, in 1982 ontbrak ons daartoe de
ruimte. Het zal duidelijk zijn, dat een derge
lijk beleid met aanzienlijke 'lasten' gepaard
gaat. De rente-inkomsten waren immers
minder hoog dan strikt genomen mogelijk
was geweest. Op deze wijze hopen wij ons
coöperatieve profiel nog eens te hebben
onderstreept.
Niet alleen de stijging van de baten, ook de
toeneming van de kosten bleef bij onze or
ganisatie achter bij die van de overige
grootbanken. Ook bij hen was overigens, in
het algemeen, sprake van succes bij het op
kostenbeheersing gerichte beleid. Zowel
de gunstige batenontwikkeling als de ge
matigde kostengroei droegen dus bij aan
een alleszins tevredenstellende bruto
winst. Aangezien de toevoegingen aan de
stroppenpotten in beduidend rustiger
vaarwater terecht kwamen, konden - soms
ondanks flink stijgende belastingverplich
tingen - de nettowinstcijfers aanmerkelijk
groeien. Het nettoresultaat nam bij onze
organisatie toe met bijna 16 procent tot
f 566 miljoen en zal volledig aan de reser
ves worden toegevoegd. Ook de andere
banken boekten een hogere nettowinst.
Of dit in 1 984 weer het geval zal zijn, staat
nog te bezien. Zo wordt door velen een ver-
krapping van de rentemarge voorzien. Het
dal in de economische ontwikkeling is ge
passeerd, schreven we enige tijd geleden
op deze plaats. Naarmate het herstel een
meer duurzaam karakter krijgt, zal de kre-
dietvraag bij de banken weer gaan toene
men. De daaruit voortvloeiende inkomsten
kunnen tegenwicht bieden tegen een
eventueel verkrappende rentemarge.
Voorts mag worden verwacht, dat het be
leid van kostenmatiging onverkort wordt
voortgezet. Ten slotte zal het verbeterend
economisch klimaat een gunstige invloed
hebben op de verliesrisico's bij de banken
en daardoor ook positief uitwerken. Om
deze redenen hopen wij op een voortzet
ting van de opgaande lijn, die de banken in
1983 te pakken kreeg.
Het jongste jaarverslag van de Nederland-
sche Bank verscheen juist voor het afslui-
De Indonesische minister van Coöperatiezaken Bustan H A rif in, geflankeerd door
mr. O. W. A. Baron van Verschuer (links) en ir. P. J. Lardinois (rechts) bracht on
langs een bezoek aan ons land. Daarbij werd hij ook door onze bank ontvangen. Hij
werd vergezeld door prof. Herman van de leerstoel coöperaties aan de universiteit
van Bandung (uiterst links), drs. Fauzan van het ministerie van Financiën, mr. W.
Sukotjo van het ministerie van Coöperaties (respectievelijk tweede en derde van
links) en de heren Sahudi Sastroatmodjo van de Indonesische ambassade (uiterst
rechts), dr. A. Nasution, lector in de economie, en Ha run al Rasjid van de Indone
sische ambassade (respectievelijk tweede en derde van rechts).