i 25 Bancaire uitzettingen bij de overheid kredietverlening De kern van zowel het preadvies van Le Blanc als van het co-referaat van Wijffels werd gevormd door de bancaire uitzettin gen in overheidsschuld en de grenzen die daaraan zijn gesteld. Wanneer de in dit verband relevante periode sinds 1981 wordt bezien, kan worden geconstateerd dat het aandeel van de lange vastrentende passiva in het binnenlandse balanstotaal is gedaald, aldus Wijffels. Dit hangt mede samen met het optredende Preadviseurs en co-referenten achter de tafel op de vijftiende NIBE-jaardag, die door dr. ff. C. van Straaten geleid werd. Geheel links zit prof. dr. ff. G. Advocaat, wiens naambordje is weggevallen. overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans, dat in eerste instantie in de vorm van 'korte' toevertrouwde midde len neerslaat op de passiefzijde van de bankbalans. In diezelfde tijd nam de kre dietverlening aan de particuliere sector af onder invloed van de economische reces sie en het ineenstorten van de woning markt. Bij de aanvankelijk aanhoudende groei van de toevertrouwde middelen ont stond er zo een situatie van overliquiditeit. Bij gebrek aan beter - buitenlandse kre dietverlening was immers gebleken niet geheel van risico's te zijn ontbloot - werd deze overliquiditeit uitgezet bij de over heid, die inmiddels te kampen had met snel stijgende financieringstekorten. Op die manier konden goedkope, korte mid-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1984 | | pagina 25